^-^ntt^Juuufc^y JcÊkifejA
Kinderogen keken
vl
V v
Voor opstellen van kinderen kan men velerlei maatstaf aanleggen. Er kan
worden gelet op de perfecte stijl en op het ontbreken van taalfouten, maar ook meer
worden gekeken naar het uit de opstellen sprekende opmerkingsvermogen en de
kinderlijkeiveergave daarvan. Bij de opstellen over de Stempeltocht lieten wij
ons vooral door het laatste leiden.
Niet alle opstellen konden we echter plaatsen. Het speet ons in vele gevallen,
want een stad, door kinderogen gezien en een verhaal, door kinderhand geschreven,
kan soms verrassende kiekjes opleveren. Om u niet alles te onthouden, geven wij enkele
citaten, die op vaak humoristische wijze laten zien de gedachtemvereld van het Kind.
Bankgebouw - van binnen.
„Naar de Hav-Bank. Hoe zou zo'n
bank er uit zien? Allemaal toonbanken
met geld? Zoiets dacht ik te vinden.
Maar het was niet zo! Eerst kwamen
we in een prachtige hal. Tjonge, jonge,
wat was het hier mooi. Zo zal er een
paleis wel uitzien. En dan die trappen
Zuiver marmer! Zouden we toch in 't
paleis van een sprookjesprins gekomen
zijn? Nee hoor, we kwamen op grote
zalen. Kantoren noemen ze dat!
Dames en heren zaten te schrijven of
te typen. Sommigen keken op toen wij
kwamen. Ze lachten eens. 'n Enkele
keek er zuur en een ander knipte 'n
oogje. Dat was nog eens een vent!
Toen werden we in „een heiligdom"
binnengelaten. Het was de kamer van
de directeur. Nou, zo'n directeur heeft
'n prachtige kamer hoor. Dikke ta
pijten, pluche banken en leuningstoe
len. Alles was zacht! Als die directeur
'n dikke man is, denk ik dat hij zo diep
weg zakt, dat hij niet meer op kan
komen.
't Vorig jaar was geloof ik de eerste
directeur gestorven. Het moet een heel
goeie man geweest zijn. Ze hebben zijn
portret in steen in de kamer gezet.
Op zo'n manier woont hij er nog een
beetje".
„Op de Hav-Bank werken 200 men
sen en toch is de Hav-Bank nog te
ldein. Het zijn heel wat verdiepingen,
het is toch maar heel even naar boven
lopen. En weet je wat ze zo gemakke
lijk doen, je naam drukken. De Hav-
Bank is een bank van verzekering.
De muren zijn er spierwit. En de grote
klok behoeft nooit opgewonden te
worden. Omdat hij electrisch gaat! De
lift is alleraardigst."
Jn de Grote Kerk
„In de Sint Jan nam de koster ons
mee naar binnen en vertelde ons dat
er vroeger een heel klein kerkje heeft
gestaan. Eens kwam er een opzichter
en die zei tegen een metselaar. Hak
jij daar eens een gat in de muur. Ik wil
weten wat hier achter is. En wat bleek
toen, er was een trap die naar boven
leidde. De koster liet ons de trap zien."
„We mochten ook de kerk bezich
tigen. Er moet nog wat vernieuwd
worden, o.a. de pijpen van het orgel
moeten nog in de orgelkast gezet wor
den. We mochten ook de kosterskamer
zien. De kamer leek veel op een keuken.
Er was ook een gootsteen en er stond
ook een gasstel".
Zakkendragershuisje
„Mijn opa is zakkendrager geweest.
En die heb me al dikwijls verteld hoe
of dat ging als hij moest gooien om te
kunnen werken. En nu ben ik zelf in
dat huisje geweest. En nu weet ik
precies hoe of dat vroeger ging. Ook
V.n toen gingen we stempelen
kreeg ik daar nog een flesje cocacola.
En daarom vond ik het daar wel het
leukste".
Leeszaal-perikelen
„In de Gem. Bibliotheek mocht je
zelfs blijven lezen, 't Was daar zo
gezellig tussen al die boeken. De ten
toonstelling „Schiedam in de loop der
tijden" was ook wel interessant zoals
de mensen zeiden. Maar ik begreep er
geen sikkepit van. Ik heb daar wel een
half uur zitte lezen in „De holenkinde-
ren in de bamboewoning". Het was
een prachtig boek, maar alleen kon je
je aandacht er niet zo goed bijhouden
als ze allemaal lopen te roepen: Zeg,
is dat een mooi boek, of heb jij dat ge
lezen" en meer zulke dingen. Tenslotte
ben ik maar weggegaan".
De groene kamer
„Het gebouw van de spaarbank, een
oud gebouw, was geheel anders. De
oude zaal, die getoond werd, bevatte
een interieur waarvan het tafelkleed
erg verschoten was en de tegenwoor
dige mensen daar geen genoegen meer
mee kunnen nemen. De atmospheer
was muf en ik zou zeggen onder nul.
Licht en lucht is een eis des tijds, al is
het geheel antiek."
Allemaal op stap
„Eerst ben ik naar de Hav-Bank
gegaan, daar kreeg ik mooie platen,
dat vond ik zo prettig dat ik vol moed
verder ging. Bij de Glasfabriek was
het al even aardig, nu naar het station
daar was ik gauw klaar. Toen naar de
kurkenfabriek daar mocht ik zien dat
de capsules gemaakt werden. Toen
naar het zakkendragershuisje en naar
de leeszaal. Toen naar de spaarbank,
dat was leuk, daar kreeg ik een spie
geltje. Daarna ging ik naar de Grote
Kerk, die mocht ik zien. Toen naar
het stedelijk museum. Toen naar het
kantongerecht. Toen naar de Walvis
molen. Toen naar de politie daar zou
ik iedere dag wel naar toe willen, want
daar krijg je chocola. Ho. Dat is nu
mijn stempelrit. Het was leuk.
„Ik ben zelf een geboren Schiedam
mer en weet veel van oud-Schiedam te
vertellen. Vooral over oude dingen."
„Ik vond de tocht door de stad heel
leuk. En overal een aardige verrassing.
En dan maar weer verder. Heb ik
meteen oude en nieuwe bouwwerken
gezien. En hoe onze stad groeit door
middel van „De Schiedamse Gemeen
schap", Groet ik U".
114