Jk
EIHDE
S^VS-j
■n
—F-J r roprt c r* <5
M S.
149
lesuren, maar juist om een intensi
vering van de mogelijkheid om tegen
wicht te hebben tegen de verregaande
eisen van de zuivere verstandelijkheid
van de exacte vakken en de eenzijdige
geestelijke belasting der klassieken.
De botsing heeft reeds plaats ge
had en is tot nu toe steeds in het
nadeel van het tekenonderwijs uit
gevallen. Men heeft hieruit menen
te mogen afleiden, dat expressie
tekeningen een puberteits-verschijnsel
zijn; bewijzen van een gevoeligheid,
die meer met de „Sturm und Drang"
dan met aanleg te maken hadden.
Het bewijs hiertoe is niet geleverd.
Wel is het redelijk, dat een leerling
die dingen als onnutte ballast over
boord zet, die zijn omgeving overbo
dige luxe acht, of die hem slechts
kunnen handicappen in zijn maat
schappelijke carrière. Maar dit pleit
eerder tegen de zucht naar sociaal
succes dan voor het feit, dat de
emotionaliteit louter een leeftijds
verschijnsel zou zijn. Het enige is,
dat deze persoonlijkheidscultuur in
botsing komt met de efficiency.
Ouders en leraren staan vanouds aan
de zijde van de laatste. Terecht
misschien, omdat men anders niet
staande blijft.
Maar ook voor groepen schilder
amateurs zou de moderne methode
van expressie-tekenen veel bevredi
gender resultaten kunnen opleveren
dan bet academisch leren schilderen
van stillevens en landschappen, mits
zij de juiste leiding krijgen.
In Rotterdam heeft men dit in
gezien. Daar zijn aan de academie
kunstklassen opgericht, welke ten
doel hebben twee middagen per week,
gedurende drie uur, belangstellenden
te oriënteren op de nieuwe wijze van
tekenen. Zij krijgen de gelegenheid
om onder deskundige leiding zichzelf
te uiten op een artistiek verantwoorde
wijze en leren tegelijkertijd op de
zelfde wijze inzicht verkrijgen in de
scheppende achtergronden achter de
moderne kunstuitingen.
Voor leerlingen van Middelbare
Scholen, die in zich verborgen bronnen
van artistiek genot hebben ontdekt,
wordt hierin compensatie geboden
voor de dalende hoeveelheid teken
lesuren op school; zonder dat zij
direct over het artistendom als levens
roeping behoeven te denken.
Schiedam zou, naar de mening
jrMOOQl)
n
X
van de heer Slot, ook een dergelijke
cursus moeten instellen. Zelf werkt
hij al gedurende een avond in de week
met enkele van zijn leerlingen, maar
een groep als S '45 en andere stille
werkers zou zeker aan kracht winnen
en meer voldoening vinden in hun
liefhebberij, als zij leerden volgens de
nieuwe methode te werken.
Kunstklassen moeten op een zelfde
manier gezien worden als muziek
scholen. Die leren de muzikaal aan-
gelegden zo te musiceren, dat zij hun
behoefte aan expressie in hun instru
ment kunnen uitleven. Het tekenen
zal voor velen zoveel gemakkelijker
middel zijn om zich te uiten en om
de in hen levende gevoelens, ver
langens, fantasieën en gedachten ge
stalte te geven. De vorming van deze
natuurlijke behoefte en aanleg kan
een van die belangrijke factoren zijn,
welke tot een herleving van de cul
turele werkzaamheid van de gewone
man aanleiding kan zijn. Het stimu
leren van deze kunstklassen mag,
aldus de heer Slot, zonder aarzelen
betiteld worden met de naam „actieve
cultuur-politiek".
(yt