€^nkele wenken voor de <fèulleï)acht
183
IIET WOORD IS AAN: SHOTTING NATUURBESCHERMING SCHIEDAM
WIJ kunnen ons voorstellen, dat
U zo nu en dan de onbedwing
bare lust bekruipt om op de
olifanten-, de bison- of de walvisjacht
te gaan. Wij kunnen ons dat voor
stellen, maar niettemin zeggen wij
„Doe het niet."
„Waarom zal ik niet mogen jagen
wat ik wil," zult U vragen.
Dat is nu juist, waarover wij het
even met U wilden hebben.
Wij zijn namelijk natuurbescher
mers. Wij menen, dat de mens, die
de natuur voor zijn doeleinden ge
bruikt, ook de taak heeft de natuur
te beschermen. Er zijn zoveel manie
ren, waarop de mens een loopje kan
nemen met die natuurbescherming.
Hij kan bij de uitbreiding van steden
lukraak te werk gaan en bij de aanleg
van het wegenplan geen moment aan
dacht aan de natuur schenken. De
uitwendige beschaving, waarop wij zo
prat gaan, dreigt met uitbuitende vraat
zucht de natuur op te slokken in
naam van de menselijke cultuur. In
menig deel van de aardbol neigt de
natuur naar de ondergang. Maar zij
is er niet alleen en zij mag er niet
alleen toe dienen om de dictatuur van de
eenzijdig technische beschaving te
helpen vestigen.
Het is heel practisch om watervallen
te benutten voor het opwekken van
electrische energie; het is economisch
om plassen en moerassen in te pol
deren en van een binnenzee akkerland
te maken. Het levert een flinke duit
op om het Sterrebos tot haven- en
industrieterrein te maken. En wij kun
nen het ermee eens zijn, dat het kapi
taal, dat de natuur levert, gebruikt*
wordt ter verhoging van het levens
peil van de mensen, maar dit mag niet
gepaard gaan met het uitbuiten en
vernietigen van de natuur. Tegenover
ons nageslacht zijn wij verplicht ons
rentmeesterschap t.a.v. de natuur goed
te vervullen.
Men is dit in Europa en ook in andere
werelddelen in gaan zien. Een deel
van de natuurbescherming is door de
wetgeving staatszorg geworden. Maar
behalve het terrein van jachtwet,
visserijwet, vogelwet en staatsbosbe
heer zijn er nog zoveel domeinen,
waarop het particulier initiatief zegen
rijk werk kan doen.
In 1905 werd opgericht de Vereni
ging tot Behoud van Natuurmonu
menten. Zij stelde zich ten doel te
zorgen voor het behoud van stukken
natuur in ongerepte staat. Bij elkaar
zijn er zo een 12.000 hectaren onver
vangbare natuurmonumenten bewaard
gebleven. Enkele van de bekendsten
zijn De Hoge Veluwe", het Naarder
Meer en de vennen bij Oisterwijk.
Het vogeleiland „De Beer", waar
over in dit blad al enkele malen is
geschreven, is het bezit van een bij
zondere stichting op het gebied van
de natuurbescherming.
Natuur-bescherming is dus geen
hobby van buitenmensen, maar een
noodzaak. De levende gemeenschappen
van dieren en planten, van bomen, ber
gen, plassen en meren, die in de loop
der jaren tot een wonderlijk evenwicht
en tot een prachtige harmonie zijn
gekomen, moeten intact gehouden
worden door de mens en voor de
mens.