DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP óórwerken Samenwerken^ *73 2e Jaargang - Nummer 10 - Februari 1951 Administratie en Abonnementen: Algem. Secretariaat, Nieuwstraat 12, Tel. 68043 Adv.: Kon. Ned. Boekdrukkerij H. A. M. ROELANTS, Lange Haven 141, Schiedam, Tel. 69300 Maandblad verschijnend onder auspiciën van de Stichting „De Schiedamse Gemeenschap" MET dit nummer is de tweede jaargang van De Schie damse Gemeenschap voltooid. De Bestuursraad van onze Stichting heeft zijn derde jaarvergadering ge houden, waarin de gebeurtenissen van het afgelopen jaar de revue passeerden en toekomstplannen werden ontwik keld. Dankbaar mogen wij zijn voor hetgeen in samen werking werd bereikt en hoopvol voor wat de perspectieven betreft. De Schiedamse Gemeenschap leeft, er wordt ge werkt en waar gewerkt wordt moeten op de duur resul taten worden bereikt. Het ligt niet in onze bedoeling een loflied te zingen op ons eigen werk we zijn ons ervan bewust, dat er nog veel aan heeft ontbroken maar wel mogen wij aanhalen, hetgeen de Burgemeester in zijn Nieuwjaarsrede over het werk van De Schiedamse Gemeenschap heeft gezegd. Na gesproken te hebben over de plannen voor een Cultureel Centrum, zegt hij„Ook op ander gebied heeft De Schie damse Gemeenschap van zich laten spreken; bij de viering van de Stadsfeesten heeft zij getoond haar taak en roeping in onze stad te begrijpen. Voor het gros van de burgerij is zij in 1950 wel op zeer bijzondere wijze voor het voetlicht getreden bij de organisatie van de zo zeer geslaagde Va- cantieweek, welke thans nog in veler herinnering voort leeft. Het hierbij geboden „elck wat wils" heeft veel be langstelling weten te wekken en de vaak bijzondere mo gelijkheden en attracties hebben zeer velen tot actieve deelneming bewogen. De vele stemmen, welke een her haling voor volgende jaren bepleiten, zijn wel het beste bewijs hoezeer De Schiedamse Gemeenschap geslaagd is in haar opzet om aan alle stadgenoten iets te bieden." Het werk voor de gemeenschap moet echter niet het werk van enkelen zijn; op die manier kan er nooit iets blijvends, iets groots worden tot stand gebracht. Dit kan alleen, wanneer allen, hun verantwoordelijkheid beseffend, meewerken en vooral samenwerken. Het is daarom verheugend, dat de Burgemeester kan constateren, dat „allerwegen een opbloei van burger- en gemeenschapszin valt waar te nemen, welke tot stand brengt, hetgeen lange tijd tot de slechts theoretische mogelijkheden scheen te behoren." Al te gemakkelijk echter laten wij ons tot défaitisme verleiden. Wij leven in onze tijd veel te mondiaal; de moeilijkheden van heel de wereld voelen wij op onze schouders drukken en ons bespringt een gevoel van on macht om er iets aan te veranderen. En dus doen wij maar niets meer; laat maar komen, wat komen moet! Laten wij als eenvoudige burgers onze verantwoordelijkheid toch zien waar zij in werkelijkheid ligt: in de kleinere gemeenschap van onze stad. Dan is er geen sprake van onmacht, integendeel, dan kunnen wij alles bereiken want dan werken wij op een terrein dat we beheersen en over zien. Wij hier in Schiedam hebben reden te meer om ons in te zetten voor het culturele werk in onze stad, omdat wij kunnen rekenen op de morele en materiële steun van ons Gemeente-bestuur. Dit is gebleken bij de plannen voor ons Cultureel Centrum; dit blijkt ook uit de volgende woorden van de Burgemeester: „Voor een ieder, die in de laatste jaren de ontwikkeling gevolgd heeft, zal het duidelijk zijn, dat de culturele taak der Gemeente een steeds groeiende is. Overal in den lande en in onze eigen stad niet het minst treedt de Gemeente in samenwerking met de plaatselijke culturele gemeenschappen als samenbundelende en stimu lerende kracht naar voren, aanvullend waar de vrije maatschappij in gebreke blijft, maar vooral de materiële voorwaarden scheppend voor de opbloei van een krachtig en veelzijdig cultureel leven in de ruimste zin, om aldus een tegenwicht te vormen tegen de vele destructieve ten- denzen, die in het bijzonder in de steden een zo funeste invloed uitoefenen." Dat ook in de Raad het ernstig verlangen leeft om het culturele leven van onze stad, samengebundeld in De Schiedamse Gemeenschap, op alle mogelijke wijze te steu nen, spreekt duidelijk uit de woorden, die Ir. W. H. v. d. Toorn bij de begrotingsdebatten heeft gesproken: „Be langrijk is, dat men in Schiedam voortgang maakt met de samenwerking en dat men het belang van die samen werking inziet. De R.K. fractie ziet in De Schiedamse Gemeenschap een instelling, die voor de culturele ont wikkeling der Schiedamse samenleving grote mogelijkheden in zich draagt; zij wenst dat het gemeente-bestuur De Schiedamse Gemeenschap naar vermogen zal bijstaan, door onmisbare financiële en morele steun, door overleg met De Schiedamse Gemeenschap waar dat dienstig lijkt, bijvoorbeeld bij het meer gedetailleerd onderzoeken van de vraag, welke nieuwe recreatie-mogelijkheden zullen moeten worden geschapen en bij het vaststellen van de plaats daarvan. Dit zou een zeer vruchtdragend overleg kunnen zijn. Naarmate de tijden in economisch opzicht moeilijker worden, vereisen het sociale en het culturele werk meer aandacht en meer middelen." Schiedammers, grijpt uu> kans en smeedt het ijzer terwijl het heet is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1951 | | pagina 5