Overheid en onze dilettantenkoren *77 ogenblik weer zo belangrijk, dat zij er zelf op uit gaan, dat zij liever een markt laten lopen, dan de kans om hun voor raad aan te vullen. Want dat valt bij de huidige schaarste weer niet mee." Het weer heeft de marktlui niet meegezeten. Het heeft vrijwel iedere Vrijdag geregend, gesneeuwd of ge stormd. Als men vier mooie markt dagen in vijf maanden heeft gehad, is het veel. Van deze regen hebben de winke liers in het Broersveld minder onaan gename last gehad. Zij zijn dan ook enthousiast over de weekmarkt: „Geef mij een Maandag- en een Vrijdagmarkt hier en ik stop met mijn bestellingen aan huis. Het is een reuze trekpleister en van concurrentie van de markt bemerken wij niet veel." Zo denkt een slager erover en de bak ker zegt: „Niet alleen op Vrijdag, maar ook 's Zaterdags is het er drukker van. Ze komen dan speciaal terug om koekjes te halen, omdat ze hun tassen op Vrij dag met groenten vol hebben." Nu is dit het kenmerkende voor de weekmarkt in het Broersveld, dat over het algemeen de belangstelling van de kopers uitgaat naar levensmiddelen, groenten, vis en dergelijke: „Je moet goede waar brengen. Het kan niet meer zoals vroeger zijn, dat er op de markt derde rangs waar kwam. De mensen zijn hier veeleisend. Er En dan krijg je er nog zo'n hele vette bij cadeau!!! Uit een interessant artikel van Lex van Del den in Vrij Nederland van 9-12-'50, lichten wij de volgende passage over de moeilijkheden bij onze dilettanten-koorgezelschappen „Meer dan eens heb ik in deze kolommen gewezen op het culturele belang van onze dilettanten-koorzang. Juist op dit terrein be staat een mogelijkheid een volk geestelijk op te voeden. Nederland moge dan een grote naam bezitten op het gebied van lichamelijke hygiëne, van niet minder belang is het dat in gezonde lichamen gezonde geesten huizen. Laat ons enkele frappante conclusies citeren uit het leerzame artikel, waarmee het Neder lands Zangersblad, het orgaan van het Kon. Ned. Zangersverbond, autoriteiten en volks opvoeders wakker wil schudden. In het vorige seizoen konden 32 koren van het Zangersverbond geen concert geven om financiële redenen. Er zijn vele koren die drie jaar niet in de openbaarheid kunnen treden om hun financiële positie weer enigermate normaal te laten worden. In datzelfde vorige seizoen gaven 116 mannenkoren 164 concerten; het nadelig saldo daarvan was ruim 45.000 gulden! Het woord „subsidie" moet hier wel vallen. Het zal iedere weldenkende mens duidelijk zijn dat hier een taak voor de overheid ligt. Minister Rutten heeft er bij de behandeling van de begroting van O., K. en W. op gewezen dat de lagere organen (gemeentelijke en provinciale overheid) belangrijk tekort schieten in hun plicht de volkscultuur te steunen. Een uitspraak die hartgrondig zou zijn toe te juichen, ware het niet dat de minister de rijksoverheid buiten zijn betoog hield. Er wordt hier en daar subsidie verleend, maar in vergelijking met de sommen welke aan orkesten, opera enz. worden besteed (terecht, want zij hebben het hard nodig!) is dit bedrag belachelijk klein, en in geen enkel opzicht toereikend. Het is in ieder geval zo dat er honderden gemeenten in ons land zijn die geen cent (willen of dur ven) uitgeven voor hun koren. Dat is een situatie welke een gezonde volksontwikke ling volledig onmogelijk maakt. Genoemd bedrag van f 45.000 aan tekorten betreft de mannenkoorzangen men moet dus aan nemen dat het tekort van alle koren (ook de gemengde en andere) aanmerkelijk groter is. Het is duidelijk dat hier iets moet ge beuren. Niet door af en toe een koor enkele tientallen guldens steun te geven, als een wethouder toevallig eens een goede bui heeft. Hier is meer nodig. In de eerste plaats liet inzicht dat de koorzang een essentiële bijdrage leveren kan tot de culturele ver heffing van ons volk. Méér nog: de over tuiging moet postvatten dat onze koren een onmisbaar bestanddeel vormen van een gezonde samenleving. Ieder die op dit gebied een leidinggevende positie inneemt, autoriteiten en figuren uit de kunstwereld heeft de plicht te bevorderen dat ons volk ook geestelijk gezond is. Slechts wanneer dit besef gaat leven, mag men verwachten dat morele en financiële steun aan de koorzang be schouwd zal worden als een onmisbare voorwaarde voor die gezondmaking.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1951 | | pagina 9