DIT DATen nog wat
54
ALS ooit iemand bij het arriveren in
Schiedam verwonderd heeft opge
keken, dan moet het wel degene zijn,
die sedert Februari 1950 geen voet meer
in de stad zette. Waar bij het vertrek nog
een barre woestenij van zand en water de
Rottcrdamsedijk begrensde, staan nu ge
riefelijke woningen, waarin 128 glundere
Schiedamse en Rotterdamse huisgezinnen
nu al langzamerhand gewend zijn aan het
voorbijrazende verkeer op een van de
drukste verkeerswegen van ons land. Maar
het meest zal toch imponeren het negen
verdiepingen hoge flatgebouw de Grens-
flat waarin 89 woningen een nooit te
vergeten schouwspel bieden van bijna nim
mer aflatende bedrijvigheid in het Wes
telijke Rotterdamse havengebied.
In recordtijd is deze woningbouw tot
stand gekomen; zo vlug ging het,'dat men
vanuit Den Haag kwam kijken om te zien
hoe de Schiedamse bouwerscombinatie
Smits, Schotel en Noordzij het werk aan
pakte. „Zo snel is er in Nederland na de
oorlog nog niet gebouwd," luidde het oor
deel van de deskundigen, die zeker niet
nalieten ook op de degelijkheid te letten.
Het was een pluim op een Schiedamse
hoed, waarop we allemaal als deelhebbers in
de gemeentelijke gemeenschap en dus als
belanghebbenden bij alle woningbouw bin
nen de Schiedamse grenzen, erg trots
kunnen zijn.
„n^WINTIGDUIZEND" stond er boven
I een kort bericht in de dagbladen.
Dat getal was het resultaat van de
optelsom, die zc bij de Gemeentereiniging
nu al zo lang maakten. Eerst waren het
een paar honderd, later werden het dui
zenden nieuwe vuilnisemmers, totdat ze
een dezer dagen het getal van twintig
duizend vol mrfakten. Tweehonderd vijftig
moeten er nog bij ko
men om iedereen zijn
huisafval in zo'n blin
kend, maar ook erg
zwaar geval te kun
nen laten werpen. Zo
wel aan de Rotter-
damsedijk als in de
twee flats van Nieuw-
land stoppen ze de
afval in de vuilstort-
koker, waaronder een
serie reuzen onder de
vuilnisemmers een en
ander opvangt.
Twintigduizend emmers dagelijks in ge
bruik, twintigduizend maal een vuilnis
emmer tweemaal per week schoonmaken,
twintigduizend vuilnisemmers.zo nu
en dan bemerken we, dat onze stad toch
nog erg hard bezig is een nog grotere stad
te worden. Neem bijv. ook het bericht van
de volwassen 50.000ste, die in de afgelopen
maand haar destijds uitgereikt spaarbank
boekje zelf in ontvangst mocht komen
nemen. Haar een-en-twintigste verjaardag
viel bijna samen met het inschrijven van
de 75.000ste Schiedammer of Schiedamse,
die een plaatsje moet zien te vinden in een
klein behuisde gemeenschap.
"I JAN de flats in Nieuwland niets dan
1 goeds, zeggen debewoners,maardiegoe-
de indruk kregen ze niet van de maatre
gelen, die werden voorgesteld om de gemeen
te tot een sluitende begroting te laten komen.
Niet alleen bijna een gehele raadsvergade
ring, maar ook een bijeenkomst van de
bewoners-ouden van dagen werd aan de
gerezen problemen gewijd. Met de goede
wil van de bewoners om te bezuinigen op
het gebruik van de diensten van de flats
waar dit mogelijk is en met het vol begrip
gemaakte nieuwe gebaar van het gemeente
bestuur, kan het niet anders of de rust
en de gemoedelijkheid, die over het alge
meen de ouderdom zo eigen zijn, moeten
ook in de beide flats terugkeren.
MEI was wel bij uitstek een maand
van vernieuwing. Steeds weer viel
er omstreeks deze periode een object
te signaleren, waarover iedere goedwillende
(Vervolg van pag. 52
eerste commissie-vergadering was dat
ze de volgende week opnieuw bijeen
zouden komen. De volgende week
werden er per hoofd vier sigaren
gerookt.
De keer daarop zei iemand: „Hoor
eens lui, als we een revue brengen,
dan moet het in elk geval een góeie
revue zijn!" en daarmee was iedereen
het eens.
Vervolgens werd aangenomen dat
het een Schiedamse revue zou worden,
een leuke revue, een gezellige revue,
een revue waar de mensen met ge
noegen naar zouden kijken.
Na een week of zes merkte een der
commissieleden op dat hij dacht dat
het langzamerhand tijd werd om eens
iets op papier te zetten.
Intussen was de voorzitter aan zijn
achtste fles broom.
Er werd iets op papier gezet, dit:
Plannen voor een Schiedamse revue'''
Dat zinnetje werd in zesvoud hele
maal uitgetikt en daar zijn ze met zijn
zessen een avond of wat daverend
enthousiast over geweest.
„We schieten al lekker op," meende
de een.
„We komen er al aardig IN," vond
een ander.
„Nu nog de grote lijn, een paar
vlotte ideetjes, een stuk of wat knusse
melodietjes, een liedje of wat, een
stel dansjes en schetsjes en het is zo
goed als helemaal klaar," juichten ze.
„Als we eens begonnen met een
ouverture.waagde de voorzitter.
„Grandioos!" bulkten de zes....
„Reusachtig, maneen ouverture
das net wat we hebben moeten
in het beginzijn er nog sigaren?"
Na de ouverture kwam „scène
één".... oorspronkelijk bedoeld als
„voordoekscène," later veranderd in
een liedje met refrein, omgewerkt tot
een vrolijk dansnuminertje en tenslotte
bestemd als „tweede nummer na de
pauze"
....Zo groeide stukje hij beetje de
revue.... Er werd contact gezocht
met iemand die „echt alles van muziek
weet", met eefi expert op balletge-
hied, met geroutineerde tekst-schrijvers
en toen die allemaal verschrikkelijk
ernstig hun best gedaan hadden lag
er een indrukwekkende stapel vol
geschreven foliovellen.
Die stapel foliovellen is een keer
of vijftien door elkaar gehusseld, op
nieuw gerangschikt, nog eens gesor
teerd, uitgedund, aangevuld, opge
blazen. er is een lauwe kop thee
overheen gevloeid, er zijn zeventien
nerveuze brandgaatjes ingevallen....
enfin.de revue is klaar gekomen....
Neewacht evenklaar om
„geschreven te worden"klaar om
aan meneer Lou de Groot voor te
leggen.
Lou de Groot is de man die deze*
revue zal „brengen" zoals dat heet.
Lou de Groot zal de revue zoals
die nu klaar is gaan lezen.
Hij zal er aantekeningen bij maken,
opmerkingen over geven, verande
ringen voorstellen, zinnetjes verande
ren, woordjes schrappen, dingetjes uit
weg laten, andere dingetjes bij-prak-
kizerennouen dan beginnen
de repetities
„Mijnheer de Voorzitter", sprak ik
ontroerd„Mag ik u als eerste
gelukwensen met de schitterende wijze
waarop u zich tot heden van uw taak
hebt gekweten?"
„Geen toespraken," kreunde hij
„en geen bloemen...."
Ik ben zwijgend naar mijn schrijf-
machien gerend.
SEBASTIAAN