tC
0,
lleójeó
cióe
72
VAN EEN
WAAR HET WOESTIJNHEET IS
geborgen, waaraan een team van de
meest doorgewinterde glasblazers nog
wel eens een bijzonder model fles
deed ontbloeien.
Want de Schiedamse Glashutten
zijn in het geheel van de grote Neder
landse stam van Verenigde Glasfa
brieken de plaatsen, waar de flessen,
jampotjes, drogisterijflesjes, en die in
honderdtallen soorten, half- of vol
automatisch vervaardigd worden.
Over het proces van: hoe wordt
zand-zeep-soda tot glas, is reeds el
ders in dit blad uitvoerig geschreven.
Het laatste stadium van het glas in
vormloze toestand is de veredelings-
oven, waarin de dikke glasstroop tot
rust komt, belangrijk in temperatuur
daalt en homogeniseert.
Uit deze ovens vloeit het gesmolten
glas nu naar de flessenmachines. Een
arm dompelt de onherkenbare nazaat
van de blaaspijp hierin. Op datzelfde
ogenblik is de flessenmond al ge
vormd, een luchtbel van de juiste
grootte zit in de hals van wat fles
moet worden en wat er aan glasklomp
aan de arm druipt is precies zo groot,
als voor de te maken fles vereist is.
Met een energieke zwaai brengt de
arm de fel oranje licht uitstralende
glaskegel in de geopende mal. Deze
slaat dicht; onder hoge druk blaast
een luchtstroom in de halsopening,
de beide malhelften wijken van elkaar
en de fles is klaar, om door de koeloven
te gaan.
Behalve het feit, dat er aan de
glasfabricage in Schiedam geen blaas
pijp meer te pas komt, gaat ook het
smelten anders. In Leerdam zien we
nog de smeltpotten, welke met helle
wagens in en uit de vuurgloed ge
reden worden.
Bij de massafabricage zou het con-
tinuproces onderbroken worden, als
steeds de oven leeggemaakt moest
worden alvorens een nieuwe hoeveel
heid grondstoffen kon worden be
werkt. Vandaar, dat in Schiedam de
bassinovens gebruikt worden. Een heel
bijzondere wijze van inmaakpotten
maken, is in de glasfabrieken te zien.
Uit een machine valt een prop ge
smolten glas, die veel lijkt op een
grote gloeiende ulevel. Via een glij
baan komt deze prop in de vorm
machine, die er de glazen als het ware
uit ponst en blaast.
Als wij deze reportage goed wilden
schrijven, moesten wij u iets laten
voelen van de enorme hitte, welke
bij de machines heerst. De warmte
komt u niet van buiten tegemoet, maar
gij schijnt zelf een energiebron te zijn
rvT
0nze eigen glasfabrieken
HET heeft een hele tijd geduurd eer
onze oer-voorvaderen de blaaspijp
hadden uitgevonden. Want als
de archeologen goed gezocht hebben
tussen zandkorrels en oude rivier
beddingen, dan moet in Sidon, een
van de voornaamste steden van het
oude Phoenicië, voor het eerst de
blaaspijp gebruikt zijn. Dat was aan
het begin van onze jaartelling.
Zulke dingen waren in die jaren
minder snel ouderwets, dan het laatste
model Buick, waarnaar wij met be
geerlijke ogen kijken. Zodat tot in
1911 de Schiedamse glasblazers met
een duidelijk te herkennen familielid
van die oude Phoenicische blaaspijp
hun flessen, demyohns en jampotten
bliezen. Maar in 1911 kwam de Owens
zich presenteren. Schiedam was de
eerste plaats in Nederland, waar met
deze Amerikaanse machine geheel
automatisch flessen geblazen werden.
Alle mankracht, die er nog bij nodig
was, leverde de zwetende manipulant,
die in hetzelfde rhvthme als de ma
chine hijgde en siste de nog oranje-na-
gloeiende flessen op de transportband
naar de koeloven zette. In 1927 werden
voor goed de laatste blaaspijpen op-