92 (Vervolg van pag. 91 men onmiddellijk met de repertoire keuze te worstelen hebben gehad. „Maar er is toch niet zo'n repertoire verdeling te maken, dat iedere ver eniging zich een heel apart karakter gaat verschaffen, speciaal met het oog op het optreden tijdens de Vacantie- Week. Dat zou te zot zijn." „Mijn waarde, u maakt het erger dan ik het bedoel. Toch gaat uw ont steltenis wel de goede richting uit. Neem eens de sectie sport in het kader van de revue. De leider van de ballet ten heeft terecht niet gezegd: „Willen is kunnen". Nee, hij heeft de balletjes geschoeid op rhythmisclie gvmnastiek- leest. Volkomen juist. Hierdoor bracht hij in de practijk, wat wij als motto voor het sectie-werk zouden willen zien verheven: „Wat wij kunnen, dat bren gen wij zo volmaakt mogelijk". De eind-indruk, die gewekt werd, was dan ook niet, dat er een sectie ballet, maar terechtdat er een afdeling gymnastiek voor het voetlicht trad." „Als wij u goed begrijpen, wilt u in de secties eigenlijk een nog grotere verantwoordelijkheid leggen t.a.v. de aard van het gemeenschappelijk op treden?" „Dat is het: De sectie moet meer worden dan een organisatorisch ver band. Er moet een sterke mate van artistieke en doelbewuste leiding van uitgaan." „Wij hoorden u, meneer Waffimi- wervan, als ideaal burger, liever eerst praten over de voorzichtigheid, die moet voorkomen, dat het précaire bouwsel van onze secties te vroeg in eenstort." „Niet in Schiedam, mijn waarde, niet in Schiedam. Ik geef graag toe, dat voorzichtigheid geboden is. maar ik ben bang, dat men voorzichtigheid gaat noemen wat een gebrek aan élan zou kunnen zijn. Ik ben bang, dat men aan een heilig huisje de voorkeur zou geven hoven een Cultureel Centrum. Bij wijze van spreken, natuurlijk. „Wilt u ons nog uw inzichten over de toneelsectie geven?" „Graag, is het u niet opgevallen, dat de Revue veel meer op het gebied van de kleinkunst dan op dat van de ko medie lag?" „Wat wilt u daar mee zeggen?" „Dat er eigenlijk of een verkeerde sectie aan het werk was, of dat de sectie Toneel haar werkterrein zal moeten verbreden. Hoe vaak komt het niet voor, dat verenigingen luchtige avonden moeten verzorgen. Dan is het peil van de klein kunst zeer laag. Niet alleen wat het gesproken woord betreft, maar ook qua muziek. Zij proberen allemaal iemand of iets te imiteren. De sketches zijn van de „Bonte trein", de liedjes ■worden gezongen op zijn „Eddy Chris- tiani's" en de moppen zijn van Bandy." „Wij zien het verband met de Ge meenschap en de Vacantieweek niet. „Toch wel. Het moet een van de zijden van het werk van de secties zijn, dat zij de mensen wijzen op hun eigen kracht en op hun eigen karakter. Dank zij onderlinge samenwerking, deskundig advies en zelfs door onder linge wedstrijden binnen de sectie. De foto op de frontpagina kan worden gezien als een symbool, een symbool van de stij gende belangstelling voor het werk van de Seliiedamse Gemeensehap, de stijgende lijn van een groeiend gemeensehapsbesef. Nog lang is het hoogste punt niet bereikt. Maar zoals de ballon zijn weg zoekt naar hoger sferen, zo zorkt de Sehiedamsehe Gemeen sehap de weg 0111 het grote doel te bereiken. Wie hadden op de Broersvest het mees te succes als amateurs?" „De zilte spetters", antwoordden wij spontaan. „Precies, die zongen niemand na, maar waren gewoon zes meisjes, die met elkaar van muziek-maken houden. Muziek, die haar lag en die zij machtig waren. En lag de oorzaak hiervan niet voor een belangrijk deel bij de goede leiding, welke zij op school kregen? Leiding, die nu lang erna nog doorwerkt?" „Zo langzamerhand gaan uw secties studie-centra worden ter bepaling van de eigen aard van de aangesloten ver enigingen". „Overdrijving schaadt, mijn waarde. Ik wil de secties zien als krachtbronnen, die de aanwezige zichtbare krachten en ook de sluimerende talenten aan de dag weten te brengen, op de juiste wijze ontwikkelen en daarna verdelen." „Hoe denkt U dan over de gang van zaken in de Revue?" „Er zijn nogal wat tegenstrijdige lezingen over de verantwoordelijkheid hierbij in omloop. Ik wil daarop niet ingaan. Ik heb gehoord, dat er mensen zijn uit de secties, die zich niet de juiste mensen achtten om artistieke verant woordelijkheid in dezen te dragen. Als dit juist mocht zijn, dan wil ik dit toch wel als mijn mening vooropstellen: De man. die vanuit de sectie, opdracht geeft tot het spelen van een revue moet niet alleen tot een organisato rische maar nog meer tot een artistieke supervisie in staat zijn. Dat brengt zijn positie mee. Die super-visie moet zich niet tot een terloopse opzet als een revue beperken, maar moet in het sectie-werk levend zijn en van daaruit doordringen tot in manifestaties van de sectie, zoals nu de revue. Ik geef toe, dat men hiervoor eigenlijk wel een „super...visie" nodig heeft." „Liever geen woordspelingen..." „Dit is geen woordspeling. Er is voor de leiding van iedere sectie een visie nodig. Een uitzicht op een doel, dat men met zijn sectie artistiek, meer nog dan organisatorisch wil bereiken. Om dit doel te bereiken, moet men weten over welke krachten men be schikt. Ieder op zijn eigen plaats be zielen van deze visie en deze laten doorstromen, zodat de ideeën in alle geledingen van het gemeenschapsleven tot vruchtbare werkelijkheid worden." „Meneer Waffinüwervan, u is een idealist. Wat u wilt is op papier organi satorisch juist. Het is zelfs organisch ideaal, maar het houdt geen rekening met menselijke fouten, gevoeligheden en hebbelijkheden. Het is een boven menselijk plan. Het zou ideaal zijn als...." „Mijn tijd voor u, mijn waarde, is om. Als het werkelijk ideaal zou zijn. dan heeft u een visie om de artistieke en culturele structuur van uw, orga nisatorisch nu wel gevestigde Gemeen schap, te versterken. Ik zeg niet, dat het u zal lukken, maar is het niet waard om het te proberen?" Wij hebben geen „ja" en geen „nee" gezegd. Wij hebben niet anders gedaan dan meneer Walïiniiwervan een hand gegeven en hem bedankt namens de redactie van dit blad. die besloot alle opmerkingen voor rekening van deze vreemde idealist te laten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1951 | | pagina 12