Hij verwacht van de beschouwer, dat hij de stof kent. Vanuit die kennis wil hij verder gaan tot diepere wer kelijkheden; tot een visie op de per sonen door wie God's boodschap tot 133 te zoeken in de kunstzinnige zinne lijke welving van een lichaamslijn of het behaagziek vallen van de plooien van een kleed. Deze religieuze kunst is niet mens zoekend. Zij is God-zoekend en zij tracht dat te doen door zich te wor stelen tot een voor een mens diepst be reikbare realiteit in het Woord. Het Woord, zoals het uit de Bijbel kan komen tot hem, die voorbij aesthe- tica en welluidendheid weet te gaan tot de kern, hem persoonlijk plaat send voor het nemen van stelling. Het leven is worsteling. Niet om Re stof te vormen tot wat de zinnen gemakkelijk ontroert, maar om haar te doen getuigen van harde en aller minst strelende waarheden. Vandaar, dat men in de ramen geen zacht gebogen lijn van loodlijn of kleur zal aantreffen. Zelfs het vallen van de plooien der kleding is hoekig. Johannes, de boetgezant, is werkelijk de man, die zich met sprinkhanen voedde en het ruige kemelshaar droeg. Elisabeth is een zienares en Zacharias een geslagene. Richters, die in zijn schilderwerk blijk geeft van zeer eigenaardige lit teraire elementen; die het kleine ken merkende détail in een groot ruig op gezet geheel gestalte weet te geven in een verschijning van Christus na de verrijzenis geeft een omgevallen stoel zeer plastisch steun aan de to taal-indruk Richters heeft aan zijn enkele figuren in deze ramen hun gehele levensgeschiedenis meegegeven zonder dat hij een moment in een anecdotische voorstelling in een greep uit een moment van hun leven verviel. Het voorontwerp van alle ramen de mensen kwam voor het Woord Zelf vlees werd. „De ramen zijn er niet om zich- zelfs wille, maar als zij niets te zeggen hadden, behoefden zij er niet te zijn", zegt hij, als wij hem vragen wat hij de functie van gebrandschilderd glas in de kerk acht. „Zij mogen niet overheersen, maar toch moeten zij in staat zijn de toe schouwer iets mee te delen. Alles natuurlijk zo, dat zij in de omgeving passen". De kunstenaar is zelf overtuigd, dat hij dit in Schiedam bereikt heeft. Dat zijn decoratief gevoel hem hierbij niet in de steek heeft gelaten, blijkt wel uit het gebruik van rand-versie- ringen in even strenge vorm, die toch door het gebruik van de kleur alles verlevendigen. Het was geen gemakkelijke opgave deze ramen te concipiëren, omdat de vensters zo lang en smal zijn. Plaatst

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1951 | | pagina 13