en „goed" in de gemeenschap heeft geleid tot een parasi
taire ontwikkeling van de macht en de verantwoordelijk
heid daarvan. De natuurlijke harmonie en het gezonde
evenwicht van krachten is op noodlottige wijze doorbroken.
Het gevolg was even fataal als duidelijk. De gemeenschap,
die wij gezien hebben als veelzijdig, menig-functioneel en
paradoxaal van verantwoordelijkheden werd tot een schijn-
dood-toestand gedwongen.
Er werd een moord begaan zonder dat iemand het wilde
of er erg in had. Maar de gevolgen waren catastrophaal.
Kunnen de Schiedammers van welke groep, stand of
richting ook met trots en welgevallen laten zien wat
in het verleden tot stand gebracht werd door die verruk
kelijke samenwerking tussen schijnbaar tegengestelde
krachten? Kunnen wij bogen op een traditie op het gebied
van toneelleven, op het gebied van muziekbeoefening, op
het gebied van artistieke manifestaties? Kunnen alle
levenskringen van Schiedam bogen op het werk, dat nu
vaak ondanks tegenwerking van bepaalde zijde in
stand bleef?
Er zijn steden in ons land, waar schouwburgen staan.
Ook kleine steden. Jan met de Pet zag er „De twee wezen",
die meneer op de balconloge ook genoot. Dat kon alleen
omdat de een betaalde voor het genot van de ander.
Wat de Schiedamse Gemeenschap momenteel doet, is
het herstellen van een natuurlijk evenwicht.
Als in puilt a van de doelstelling in de statuten staat:
„Het wekken van belangstelling hij de gehele Schiedamse
bevolking voor de Schiedamse Gemeenschap, is dat niet
anders dan het tot leven roepen van een schijndode.
Immers, de Schiedamse Gemeenschap kan nooit dood zijn.
Zij bestaat sinds Aleid de dam in de Scliie legde en zij zal
blijven stuiptrekken op elk moment, dat ons leven aan
getast wordt. Maar dat is een bijna „dierlijke" trek van
zelfbehoud. Als men het heeft over de culturele verant
woordelijkheid van de Schiedamse Gemeenschap, dan is
dat op de eerste plaats het tot ontwikkeling brengen, het
sublimeren van deze natuurlijke, deze bijna dierlijk-
primaire hang van de mensen naar een binding met hun
omgeving. Dan is dat het snoeien en begieten, het bemesten
en koesteren van juist die functies en organen, die in de
schijndode de „dooie boel" maken.
Zij zal haar werk echter niet kunnen verrichten zonder
de wezenskenmerken van iedere gemeenschap duidelijk
naar voren te halen. Het is hier, dat zij tegenstellingen
schept. Niet uit eigen wil, maar omdat velen de schijndode
hadden afgeschreven en liever niet zagen herrijzen. Ook
hier geldt, dat de operatie op organen, die zichzelf over
woekerd hebben, pijnlijk is. Ook hier geldt, dat het herstel
of het injecteren van de verantwoordelijkheid en functie
van de gewone man een schildklier-operatie moet zijn voor
de man, die er mede schuldig aan is, dat de financiële of
de maatschappelijke macht alles ging overwoekeren. Dat
die Gemeenschap, dank zij de zorgen van de Schiedamse
Gemeenschap, tekenen van leven geeft, vraag dat maar
aan de tegenstanders. Dat zij belangstelling heeft gewekt,
is in nog belangrijker mate af te leiden uit het verzet der
weinigen dan uit het medeleven van velen.
Cultureel Centrum: de kleine mens onbetwiste heerser over de door hem opgeroepen
natuurkrachten ofhoe op de Koemarkt verkeersknopen ontward worden