129 gaat om de steun aan en de beoorde ling van de georganiseerde en onge organiseerde jeugd. Ongeorganiseerd een pre Dit laatste begrip „ongeorganiseer de jeugd" is immers een onjuiste karakterisering van een groep, die moeilijk te organiseren is. De moeilijk heid om ook deze jeugd te binden, zou sterk verminderen als aan de georganiseerde jeugd niet de middelen en de leiders ontbraken om ook deze jeugd datgene aan persoonlijke zorg te geven, waarom zij vraagt. De hoeveelheid moeilijk te organi seren jeugd wordt groter naarmate de ongelijke behandeling van de ge organiseerde jeugd voortduurt. Het eigenaardige geval doet zich voor, dat de kruidenier, de bakker, de slager, de winkelier en vele anderen spoedig warm te krijgen zijn voor het werk voor de moeilijk te organiseren jeugd, omdat zij hierin een einde van het belagen van hun ruiten en het vanda lisme zien. Dat de georganiseerde jeugd intussen zulke moeilijke tijden doormaakt, dat vele van de snelst deserterende leden de gelederen der moeilijk te organiseren jeugd gaan versterken, omdat men hen niet kan blijven boeien bij gebrek aan leiders en geld, schijnt velen te ontgaan. De geestelijke leiding van de K.J.B. meent, dat het onjuist is te menen, dat binnen de organisaties vormen bestaan, die de moeilijk te organiseren jeugd niet trekken; reden, waarom zij de ongeorganiseerde vorm zouden prefereren. Al vele jaren wordt gestart met een groep van 80% van alle 12- jarigen in een bepaalde parochie. Door gebrek aan middelen en leiders en dus de moeilijkheid om aan allen vol doende aandacht te besteden, verloopt de zaak. V andaar de vraag: Hoe kunnen we de Gemeenschap interesseren voor de Jeugdbeweging? Men komt er niet door plannen op te stellen, waarin men de medewerking van de jeugd vraagt, terwijl men zich in die jeugd teleurgesteld voelt als zij geen mede werking kan verlenen. Primair immers is een zeker egoïsme in eigen kring. De jeugd zelf spreekt niet Een van de karakteristieke punten in een sectie jeugd is, dat niet de jeugd zichzelf vertegenwoordigt, maar dat zij vertegenwoordigd is door haar leiders. Dit springt logischerwijs voort uit het feit, dat de jeugd van 12 tot een jaar of 18 tot directe vertegen woordiging niet in staat is. Erva ringen hiermee heeft men opgedaan in de Nederlandse Jeugd Gemeenschap, waarbij een der aangesloten organi saties als vertegenwoordigers zeer jon ge mensen zond, die door hun strijd lustigheid korte tijd een bedreiging voor de werkbaarheid van de over koepelende organisatie hebben ge vormd, omdat zij niet zozeer in staat waren te zoeken naar concrete ob jecten voor samenwerking, maar trachtten bekerings-arbeid te verrich ten en politieke strijdvragen op te roepen. De leiders zullen dus in de N.J.G. en eventueel in de S.G. in een geheel andere verhouding tot hun aanhang staan als alle andere secties. Hun verantwoordelijkheid raakt niet de zanger in de Schiedammer, niet de toneelspeler, niet de voetballer, niet de muzikant, maar de gehele jonge mens; in de verkenner, in het lid van de vrije club, in de gids. Zo ziet tenminste de Katli. Jeugd Beweging het. Er zal veel meer voor de jeugd ge daan moeten worden dan er voorals nog door de jeugd gedaan kan .worden. Men heeft nog met mensen in de groei te maken. De positie van de leider is intussen vh 'v OngeorganiseerdeJeugd en toch zoo braafjes j niet benijdenswaardig. Hij is persoon lijk geen direct vertegenwoordiger van de jeugd, maar evenmin wordt hij door zijn medemensen als helemaal voor vol aangezien. Immers zo gauw hij stem wordt voor de jeugd, bemoeit hij zich toch eigenlijk met dingen, waaraan een verstandig man zijn tijd niet geeft. Lopen in een korte broek, met een rare hoed op en spelletjes doen Toch is hij de enige, die de stem van de jeugd kan doen horen in een om geving, die ondanks alle mooie spreek woorden als „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst", zeer weinig open staat voor de werkelijke noden van de jeugd. Het einde van het gesprek was dan ook min of meer een uiting van het vurige verlangen om de stein van de Jeugd te doen doordringen in de Schiedamse Gemeenschap, eventueel via een sectie Jeugd. Maar deze in vloed zou er meer moeten zijn om bij alle werk te herinneren aan de plicht, welke de volwassenen tegenover de jeugd hebben, dan om door deze sectie belangrijke evenementen voor de jeugd voor eigen kring en voor volwassenen op touw te zetten. Hier van blijft men op practische en prin cipiële gronden huiverig.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1951 | | pagina 9