SECTIE TONEEL IS AL WEER KLAAR VOOR 'N NIEUWE START 159 kwestie, die binnen het kader van de vakbonden moet worden opgelost, en ook opgelost zal worden. De door ons gevraagde Jonge Strijders zagen niet in, hoe de S.G. hen aan goede leiders zou kunnen helpen en spraken verder weinig enthousiast over de Ned. Jeugd- Gemeenschap. „Daar zijn we bij aan gesloten", zeiden ze „en we hebben meegedaan met de N.J.G.-actie voor hongerend India, maar verder merken we er niets van. Ze mogen wel eens wat leven in die instelling brengen". A.J.C. en Nieuwe Koers.... twee jeugd-organisaties van socialistischen huize. Maar welk een kenmerkende verschillen tussen beide. De tegenstel ling „spel" en „ernst" zijn hier het sprekendst, al kennen wij stellig de paradoxen „ernstig spel" en „spelende ernst". Bij de Nieuwe Koers gaat het om de studie, bij de A.J.C. om het spel. Om dit te begrijpen moet ge de geschie denis kennen van de arbeidersbewe ging, die haar felste strijd voerde in een tijd, toen er voor de eenvoudige werker geen lichtstraaltje scheen te schijnen. Er werden werkdagen ge maakt van 16 uur, er werd gezwoegd voor een hongerloontje, er heersten de mensonterendste sociale toestanden, vooral in Schiedam. En kinderen uit de arbeidersgezinnen waren eigenlijk nim mer „kinderen" in de volle betekenis van het woord. De kortstondige vrij heid, die zij kenden, vonden zij in stin kende achterkamers en sombere bin nenplaatsen. De strijd voor de arbei dersjeugd werd schouder aan schouder met die van de ouderen gevoerd. En in de betrokken milieux kwam de A.J.C. als een licht de diepe duisternis binnen. In groepsverband leerden de kinde ren vriendschap en liefde, voor de mens en voor de natuur. Ze kwamen in con tact met andere kunst dan slechte reproducties van kladschilders. Ze leerden wat hygiëne en regelmaat was, vrijheid en gelijkwaardigheid. Ze kwamen, en het ging heel lang zaam, tot beter begrip omtrent muziek en dans. Zij vormden ensembles van fluiten en gitaren. Zij gingen volks dansen bestuderen en uitvoeren. Zij trokken er op uit, de vrije natuur in. Zij leerden wat verzen zijn en zij putten kracht uit de strijdzangen van het prille socialisme. De A.J.C. volksdanste, kampeerde en hield weekenden voornamelijk om de gemeenschapszin te bevorderen. Evenals de padvinderij heeft zij drie onderafdelingen: de „Zwaluwen", de „Trekvogels" en de „Rode Wachten", de laatste groep tot 23 jaar. Maar Er zijn van die gezinnen met veel kinderen, waarin de ene spruit een stil ventje is, dat zichzelf kan vermaken met een boek of een treintje en dat op latere leeftijd door zelfstudie op z'n jaargenoten vooruit loopt, terwijl een andere spruit een bekend ventje in de buurt is, altijd vol plannen en ideeën, altijd aan de weg timmerend en krach tens zijn natuur doorgaans bijster populair. Min of meer navenant is het in het gezin van Moeder Gemeenschap met haar stel opgroeiende en volwassen- wordende secties. De Sectie Toneel is dan het voor beeld van het ventje met de vele ideeën. Ideeën, waaruit tot op heden reeds een revue, een rederijkersstuk en een wagenspel zijn voortgekomen. En dus gingen we met belangstelling naar de jaarvergadering van de Toneel- sectiërs en we zagen in de bovenzaal van het Volksgebouw allereerst heer Hoeks ondoorgrondelijke voorzitters gelaat boven een blauwe Virginia mist bank. Hij blikte over een aanzienlijke schare, gelijk het in een kerngezonde sectie past. En zijn hamer stond op het punt rood-gloeiend aan te lopen vanwege de vlotte agendabehandeling, toen de voorstellen voor een nieuw Wagenspel en een nieuwe Revue zich aandienden. Toen brak de storm los. Een bekende storm overigens, zodat men er zonder averij doorheenzeilde. De een wilde namelijk een wagen spel in een andere maand van het jaar. Een tweede vond, dat niet altijd de zelfde spelers van dezelfde vereni gingen gekozen moesten worden. Een derde pleitte voor vrouw en kinderen, die door zijn meedoen aan het Spel niet van de feestvreugde op de Broers- vest hadden kunnen genieten. En weer een ander wees op de schade, die verenigingen leden, doordat hun beste spelers vlak voor de premières van het nieuwe seizoen bek-af waren van al het Gemeenschapswerk. Toen de storm ging liggen spreidde schipper Hoek zijn sussende armen en vroeg alleen of men in principe met nieuwe opvoeringen in oude trant accoord ging. En dat deed men. Daar ging het maar om. Daarmee was alles nog niet achte het verschil schuilt alleen in het dieper ingaan op de materie. Over de Nederlandse Jeugdgemeen schap hebben de A.J.C.'ers al even weinig goede woorden te zeggen als alle andere daarbij aangesloten jeugd- groeperingen„De N.J.G. is niet krach tig genoeg geweest om na de bevrijding het hoofd te bieden aan de weer op levende hokjesgeest". De Sectie Jeugd, indien op democra tische leest geschoeid, als plaatselijke vorm van de N.J.G. zou die kracht volgens de A.J.C. wèl op kunnen brengen. Op het gebrek aan jeugdleiders geven de leden het commentaar, dat vele jonge mannen door de dienst aan het A.J.C.-kaderwerk onttrokken worden en later geen zin hebben daarin terug te keren. Het vreemde feit doet zich daarom voor, dat 18-jarigen soms de scepter moeten zwaaien over leeftijds genoten en ouderen, zonder daar even wel krachtens kennis en ervaring wer kelijk leidend boven te staan. Dat de A.J.C. het ideaal van een levende gemeenschap, met het begrip en gevoel daarvoor, niet alleen in woorden nastreeft, bewijst wel het Zuiderzeespel, dat vorig jaar in het begin van de Meimaand door de Schiedamse A.J.C. op de Broersvest- feestplanken werd gezet en daverend applaus oogstte. De Arbeiders Jeugd-Centrale werd daarmee daadiverkelijk een der gekleurde lappen van de bonte Gemeenschapsdeken. Zij voelt dat zij, via de S.G., haar stem tot buiten de eigen kring kan laten door dringen. Zij beseft, dat in de S.G. een stuk levende kracht en macht zit, die mee kan werken tot de oplossing van de pro blemen tvaarmee zij, gelijk alle andere jeugdgroeperingen, te kampen heeft. De liefde komt nimmer van één kant: „Wanneer de S.G. ons weer nodig heeft voor het slagen van een initiatief, gelijk bij dat Zuiderzeespel, dan staan we direct klaar Te ondervinden dal de stem van de Gemeenschap ook in deze kring zo dui delijk is doorgedrongen, kan niet anders dan grote vreugde baren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 11