^Poótzegeibeuró Blazers leerden fijne kneepjes van blazen 160 Meneer Nieuivland, zelden zagen wij een Rotterdammer, die zo fanatiek Schie dams kan zijn". Deze historische ivoor den kwamen uit de mond van de heer Holl, voorzitter van de stichting met de zelfde naam als dit blad en hij sprak ze bij de aanvang van een muziekles in het Volksgebouiv. De onwetende lezer zal zich afvragen of het verband zoek is, maar zo is het niet. „Meneer" Gijsbert Nieuivland is als vermaard dirigent van de Mari nierskapel door sterke banden aan de Gemeenschap gebonden en na het succes, dat hij de vorige zomer met een selectie orkest van plaatselijke krachten behaalde, was de gedachte geboren om hem een cursus te laten geven aan alle burgers, die in hun vrije tijd blazen. Ze hoefden hun instrumenten niet mee te brengen. Welnu, die historische woorden be wezen eens te meer hun waarheid, want inderdaad hebben Nieuwland en drie zijner solisten er een buitengewoon boeiende, leerzame en geestige avond van gemaakt. Op heldere wijze zette de Kapitein dirigent het ontstaan van de drie te behandelen instrumenten (hobo, sax en klarinet) uiteen, dat was dan het boeiende gedeelte. Zeer muzikantesk speelden de drie solisten Kronkes lioho-suite, Coates' sax-rhapsodie en Webers duo-concer tante, een en ander met voortreffelijke piano-begeleiding op een instrument, dat bij de aanvang van de avond nog zo vals was als de poes van onze buren, maar tussen neus en lippen door ge stemd werd. Daaraan vooraf ging een uitvoerige detail-bespreking en zelfs de toch geroutineerde blazers onzer corp sen konden er heel wat van opsteken. Gelijk de opzet was. Het was uiteraard bijzonder prettig aan het slot van vrijwel alle toehoor ders-cursisten te vernemen, dat ze het een machtige avond en een prachtig initiatief gevonden hadden. „Op dit terrein kan de Gemeenschap geweldig veel nuttig werk doen", zei men onomwonden. En omdat de S.G. niet bepaald doof is voor dergelijke geluiden, komt er een Klarinettist ITolters en pianist-begeleider Dol musicerend tweede avond van dezelfde makelij. Dan zullen Nieuwland c.s. het doopceel van trompet, hoorn en trombone lich ten. Met muzikale illustratie natuurlijk. Dat een en ander niet ongemerkt voorbijging, bewees wel de aanwezig heid van Mr. M. J. M. van Kinderen, wethouder voor Culturele Zaken. (vervolg van vorige pagina) de rug, want bij het voorstel tot op richting van een Centrale Toneelgroep leek de muiterij opnieuw te beginnen. Men bleek hier huiverig voor te zijn en vooral van Katholieke zijde (Al- berdingk Thijm en Brederode) hief men een waarschuwende vinger op tegen centrale lichamen, die zeer wel eminente grondslagen van zuiver to neel-organisatorische en principiële aard bij de onderdelen omver zou kun nen lopen. Aldus eerder schade dan baat brengend. „Best", zei de schipper, „we zullen er nog eens over slapen". Bij de rondvraag bleken heel wat toneeldilettanten heel wat noten op hun zang te hebben vergeten. Men stak bijvoorbeeld nog de loftrompet van regisseurs Arend Hauer en Thom Ros. Men lichtte bijna Lou de Groots doop ceel, maar de schipper verhinderde dat. Erger vonden wij de van-groot-on begrip-getuigende opmerking dat, als Moeder Gemeenschap al het werk en al de overuren van haar Tonelisten zou willen vergoeden, ze nog wel een At tractie-Centrum op kon richten. Een opmerking, die beslist niet uit gemeen schapsgevoel geboren werd, omdat zij het kind los van en zelfs tegenover de moeder plaatste. Er werd druk gesjacherd op die eerste ruilbeurs van de Schiedamse Gemeenschap. Ruim honderdvijftig jongens en meisjes, ja vooral meisjes, waren er om hun overtollig bezit van eigenaar te doen veranderen. Duitsers werden uitgewisseld tegen Fransen alsof de Europese eenheid al een feit was en Russen tegen Amerikanen. Het was een echte ruilbeurs; de geld beurs kwam er niet aan te pas. Met hun dubbele zegels in schoolschriften, in keurige postzegelmapjes, in en velopjes en in sigarenblikjes waren ze gekomen. Sommigen hadden zelfs hun albums meegetorst. Wie zou er een ruil tot stand brengen om later Het bestuur werd bij acclamatie her kozen. Dat deed de schipper veel ple zier. „We zijn een goed team", zei hij. En Moeder Gemeenschap glimlachte de glimlach van een wijze moeder, die toch haar problemen heeft om ook het kind met de vele en vaak goede ideeën binnen haar eigen zorgen-kring te houden. tot de conclusie te komen dat de nieu we aanwinst al in het album zat? Dus even kijken.„Heb ik die al?.... „Nee!" Vooruit, ruilen dan maar!". Vele malen werd de heer A. 't Hoen geraadpleegd. Hij was de ziel van deze levendige handel en zijn deskundig oordeel bracht bij menige dubieuze ruil de lieden tot elkaar. Na het eerste succes van de eerste beurs zal er wel een tweede volgen met een causerie om de kinderen meer en beter te kunnen ver tellen over de betekenis en het plezier van het verzamelen. Een kleine ex positie, door de heer 't Hoen inge richt, gaf nu al een mooie kijk op de mogelijkheden. Dat er gekeken is, bewezen de vette glasplaten, door honderden kindervingers beduimeld. Nee, joh, die moet ik niet, die heb ik al, maar die Duitser, die ivil ik wel hebben en dan heb ik voor jou een Fransman. Zoiets kon worden gehoord op de eerste postzegelruilbeurs, georganiseerd door de Schiedamse Gemeenschap.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 12