Het lce*%aa Iff I iaa 1 werd veel te duur, 154 IN Manchester zijn zoveel filialen van Openbare Leeszalen en Bibliotheken, dat geen inwoner van die stad meer dan een halve mijl behoeft te lopen om zich van lectuur te voorzien. In zo'n stad is het dicht bij de waarheid, dat ieder zijn eigen lectuur zoekt, zijn eigen lectuur kent en zijn geestelijke belangen heel goed kan behartigen. De bewoners van Schiedam Oost bevinden zich sinds kort ook in een bijna overeenkomstige prinsheerlijke toestand. Op de hoek van de Lorentz- laan is een filiaal van de Gem. Open bare Leeszaal geopend, dat een klei nood van een cultureel centrum voor het Oosten van de stad is. Dat het er zo mooi uit zou gaan zien, had niemand verwacht. Het is veel duur der dan de bestekken hadden kunnen doen vermoeden. En die overschrij ding van de begroting is letterlijk op rekening van architect, aannemers en arbeiders geschoven. Met de post „enthousiasme" hebben zij dit nadeel in evenwicht gebracht. Hoe dat kon gebeuren? De uitvoer der van Aannemer Noodelijk, de heer J. v. Rooy, kan het vertellen: „Er zitten hier op het werk vaklieden, die nu al jaren achtereen niets anders doen dan het massawerk. Iedere wo ning is weer precies hetzelfde als de vorige. De sleur stelt geen eisen aan het echte vakmanschap. Toen men met dat plan voor het filiaal van de Leeszaal op de proppen kwam, zag iedereen direct: dat is nu eens iets, waarin ze zich helemaal konden uit leven. Nu konden ze eens tonen wat ze waard waren. Het was iets aparts en daarom zagen ze kans om er iets moois van te maken. Ze hebben er hun uiterste best voor gedaan en het is gelukt." „Wat wij nu al weer jaren geleden geleerd hadden, konden we eindelijk eens allemaal in practijk brengen, maar het heeft mij geld gekost," zegt de schildersbaas H. Westerveld. „Het heeft ons allemaal geld gekost," verbetert van Rooy hem. „Ik heb veertien dagen lang drie man met staalwol aan het schuren gehad op dat teakhout. Reken maar, dat je dan weet waar je geld blijft." „Je doet of je er spijt van hebt!" laak van de Schiedamse Gemeenschap is het scheppen van de goede voorwaarden voor een gemeenschappelijk leven en werken met elkaar als sterk verbonden mensen, ondanks velerlei zeer uiteenlopende belangen, velerlei zeer uiteenlopende wensen, en vooral ondanks velerlei zeer uiteenlopende talenten, vermogens en capaciteiten. In ons vorige artikel hebben wij duidelijk gemaakt, hoe wij nu eenmaal niet aan die onderlinge bindingen kunnen ont komen, omdat zij er van nature zijn; hoe wij die natuur lijke bindingen door samenwerking kunnen veredelen en ze van kluisters en zelfs van scheidslijnen kunnen maken tot de organen van een lichaam, die door taakverdeling en taakbegrip samen iets edels vormen. Dat is „culturele verheffing" op de eerste plaats. Tot deze „culturele ver heffing" dient ook en terloops een attractiecentrum, waar veel van 's mensen persoonlijke en gemeenschappe lijke schuttinkjes wegvallen in een algemeen en eerlijk plezier. Waar de bereidheid tot samenwerking door al deze middelen groeit, stijgt de mogelijkheid tot betere presta ties en vooral tot uitwisseling van ideeën. Het isolement is noch wetenschappelijk, noch psychologisch, noch philosophisch, noch natuurlijk-menselijk gezien een voor delige positie. Nauw met de uitwisseling van ideeën verbonden is het kweken van onderling begrip. De fout, die velen dreigen te maken is dit kweken van onderling begrip te willen zien als de „gelijkschakeling" van begrip. Niets is minder waar. Andermans standpunt begrijpen, is niet andermans standpunt aanvaarden. Dat is gebleken op het gebied van practische meningsverschillen, die hebben bestaan bij Vacantieweek, Revue, Wagenspel, etc. etc. Denkbeelden zijn aangenomen en denkbeelden zijn ver worpen. Bezwaren zijn als zodanig in hun volle omvang erkend en voor anderen heeft men gemeend niet op zij te moeten gaan. Het begrip voor het standpunt van de opposanten was er, maar niet altijd de aanvaarding van hun zienswijze. In de politiek worden deze kwesties opgelost door middel van de helft plus één. Dit systeem kent de Gemeenschap vrijwel niet. Gestreefd wordt naar redelijke overeenstem ming op basis van een open gedachtenwisseling. De helft plus éen is vrijwel onbekend. Vandaar, dat in politieke kringen niet altijd begrip heerst voor de positie en werkwijze van de gemeenschap. Leeft de politiek bij de gratie van het „compromis", de gemeenschap kent het woord nauwelijks. Het compromis is immers in wezen minder een basis tot samenwerking dan een voorkoming van botsingen en deze beide begrip pen liggen net zover vaneen als een waarachtige eenheid tussen man en vrouw in het huwelijk en een dulden van elkaar uit materiële, paedagogische of andere dan zuivere liefdesoverwegingen. Deze vergissing is begrijpelijk. Er zijn politieke groe peringen, welke slechts door het systeem van de helft plus één en bijgevolg door het compromis tot gelding konden komen. Maar zij dreigen hun politieke historie te gaan vereenzelvigen met alles wat zich tussen mensen en groeperingen kan voordoen. Zij hebben historisch menen te mogen vaststellen, dat „samenwerking" hetzelfde is als „compromis" en „onderling begrip": „de helft plus één". Vandaar de voortdurende pogingen om via beide in wezen zuiver politieke middelen invloed te krijgen in de gemeenschap. Maar men zal bij al deze pogingen op het wezen van de S.G. stuiten. Het bevorderen van onderling begrip en de bereidheid tot samenwerking gaan veel verder dan de „helft plus één" en het „compromis". Deze beide laatste zijn van zeer beperkte strekking en van nog beperkter duur. De poli tieke geschiedenis heeft het bewezen. Onderling begrip en bereidheid tot samenwerking, zoals de S.G. die ziet, moeten zijn vitaminen van levensduur en levensbe tekenis voor de Schiedammers.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 6