Treinen «lenfleren «looi*
«Ie kelder
'AM
•\V
178
Uhebt natuurlijk altijd gelachen
om moppen in geïllustreerde
weekbladen, waarin vaders te kij k
worden gezet, omdat zij zich met de
trein van hun zoon amuseren.
Eerlijk gezegd vonden wij dat soort
geschiedenissen ook heel vermakelijk,
maar wij hebben onlangs kennis ge
maakt met een van de Schiedamse
leden van de Rotterdamse Modelbouw
club, de heer P. J. J. Scholten, en zijn
spel met de trein van zijn zoon deed
de humor van de geijkte mopjes ver
bleken.
Wij kwamen met de heer Scholten
in aanraking door de oproep in ons
blad, gericht tot modelbouwers. Aan
stonds was hij bereid mee te werken
aan de eerste plannen voor het opzet
ten van een tentoonstelling over de
producten van de vrije-tijd-besteding.
Hoe hij zijn vrije tijd besteedde, zijn
wij toen eens gaan kijken, want wij
begrepen, dat ons duidelijk zou kunnen
worden wat die modelbouwerij nu
eigenlijk behelst.
In de grote kelder onder zijn huis
aan de Buys Ballotsingel leidde hij ons
binnen. Daar was het heiligdom van
hem en van zijn zevenjarige zoon
Peter, die hoe kan het anders?
de oorzaak werd van een intens be
leefde liefhebberij.
Eerst kwamen we in een betonnen
ruimte, waar een oude tafel stond met
een bankschroef en twee stoelen. Er
lagen vijltjes, schroevendraaiers, kwast
jes, stukjes blik, gordijnroetjes, soldeer
bouten en alles wat een welgevulde
jongenszak aan mysteriën te voor
schijn kan brengen.
Het was een aardige werkruimte,
maar toen wij al begonnen te wanhopen
aan de mogelijkheid om een aardig
(Slot van pag. 177)
gevarieerd is als het vliegend bezit.
Men vindt er de directeur van het
grootbedrijf, die van zijn tuin één groot
vogelparadijs maakt, naast de kan
toorbediende, de timmerman, en de
metselaar, die er vaak met de grootste
moeite een deel van hun huis voor
reserveerden. Allen hebben zij de liefde
tot de natuur gemeen, waarbij de laatst
genoemden dan zonder meer de ge
stelde vraag ontkennend beantwoor
den.
plaatje te maken, liep onze gastheer
naar een met golfkarton afgeschoten
deel van de kelder en leidde ons binnen
in een helverlicht kamertje. Wij waren
niet voorbereid op de aard van model
bouw, die de heer Scholten beoefende,
en onze verwondering was dus groot
hier geen verzameling modellen van
schepen, geen miniatuur stoommachi
nes, geen verrekijkers en geen figuur
zaagwonderen te aanschouwen, maar
een grote tafel van 3,80 bij 2,40, plaats
biedend aan een volledig emplacement
met spoorbanen over bruggen en wis
selcomplexen. In het station stonden
twee volledige treinstellen: een inter
nationale trein en een goederentrein.
Zoon Peter ging naar het hoekje, waar
de handles bediend werden en al spoe
dig was de dienstregeling op volle
gang. De treinen sjouwden langs de
oprit van de brug naar boven met de
taaie volharding en het betrouwbare
geluid van een Zwitserse tandradbaan
en aan de andere kant sjoekerden zij
weer zonder mankeren door de bocht,
klikklakten over de wissels en kwamen
feilloos tot stilstand bij het te ver
wachten kruisen van een ander trein
stel of langs de perrons.
Terwijl wij zo in beslag genomen
werden door dit wonderlijke spel, ver
telde de maker ervan, hoe hij tot dit
werk gekomen was.
Een jaar of vijf geleden had hij zijn
been gebroken en moest thuis blijven.
Lezend in het blad „Kijk" kwam plot
seling de idee bij hem op voor zijn zoon
een „jeep" te maken van een kaakjes-
blik. Hij had nog een oude schaar en
een soldeerbout en ging aan het werk.
an de „jeep" kwamen de verlangens
op een trein. In de winkel werden rails
gekocht en een motor voor de trein
en toen begon het modelbouwen. Al
heel gauw rezen de problemen. Studie
bleek nodig. Eerst in het weekblad,
dat zich speciaal wrendt tot „de man
in de man", zoals de ondertitel van
het maandblad „Handig bekeken"
zegt; later in groepsverband in de
modelbouwclub.
Zo groeide het eerste emplacement.
Aanvankelijk nog maar zo zonder meer
op de grond, later op een tafel. In drie
jaar tijd kwam het klaar. Helemaal
gebouwd op viaducten, met een groot
station en vier treinstellen, die tege
lijkertijd in beweging konden zijn zon
der elkaar te storen, dank zij een ver
nuftig uurwerk-relais. Van gewone kar
tonnen reepjes werd een spoorbrug
gebouwd, die draagt volgens hetzelfde
principe als een echte stalen brug.
Van gordijnroe werd de „Konings-
havenhefbrug" nagemaakt. Koper
plaat, triplex, mica en naarstig ver
zamelde bruikbare stukjes van elec-
trische apparaten maakten tezamen
een diesel-treinstel compleet. Het con
tact met anderen bracht de Schie
damse modelbouwer er echter toe zijn
eerste emplacement, nummer 0, op te
breken als zijnde te kolossaal en over
te stappen op de 0, dat het formaat
van de rails aangeeft. Nu begon het
maken van de baanvakken opnieuw.
Niet langer met kant en klaar gekochte
rails, maar met koperen strips, karton
en vilt. Om de halve centimeter moes
ten de bielzen gelegd worden en onder
het geheel moest dik vilt worden aan
gebracht om het geraas van de lopende
treinen te dempen. 20.000 uiterst
kleine spijkertjes werden geslagen. Een
nieuw stationsgebouw verrees en aan
de hand van in de winkel gekochte
modellen werden nieuwe wagens ge
maakt. Fabriekswissels, die prachtig
uitgebalanceerd zijn, zodat alles even
soepel verloopt, leverden het voorbeeld
voor eigengemaakte wissels. De kope
ren strips werden gebogen en gesol
deerd; de veren zodanig afgesteld, dat
zij een vlotte treinenloop konden ver
werken. Het maken van één zo'n wis
sel vergt ruim twee weken arbeid.
Langzamerhand groeit zo weer een
voorbeeldig stuk modelbouw en het
moet er ook nu weer van komen, dat
de treinenloop geheel automatisch zal
zijn.