DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP <EZ)e tegenóteiiingi tuóóen overheid en burgerij VEEL GOED WERK AL VERRICHT 173 3e Jaargang - Nummer 10 - Februari 1952 Administratie en Abonnementen: Algem. SecretariaatPlantsoen Gerrit VerboonstraatGiro No. 549934, Tel. 68043 Adv.: Kon. Ned. Boekdrukkerij H. A. M. ROELANTSLange Haven 141, SchiedamTel69300 Maandblad verschijnend onder auspiciën van de Stichting „De Schiedamse Gemeenschap JIV de laatste tientallen jaren zijn de Overheid en de Burgerij langzaam uit elkaar gegroeid. De treurnis hierover kan men jaarlijks beluisteren bij de behandeling van de gemeentebegroting. Immers, de herhaalde vraag om ge meentelijke zelfstandigheid is indirect een smeekbede om invloed van de burgerij middels haar vertegenwoordigers op het eigen bestuur. De kloof is onoverbruggelijker geworden in de bezettings tijd, toen Overheid en Burgerij een absolute tegenstelling waren. De Overheid was de vijand van de Burgerij en die burgerij meende zich min of meer zedelijk verplicht de maatregelen van de Overheid te saboteren. Na de oorlog heeft deze crisis in de goede verhoudingen geleid tot tal van maatregelen, die ten doel hadden de Overheid weer aanvaardbaar te maken. Praatjes op de brug zijn er het voorbeeld van geweest. De Schiedamse Gemeenschap heeft zich vanaf het begin tot taak gesteld: „Het vergemakkelijken van het contact tussen Overheid en Schiedam's bevolking". Toen de S.G. werd opgericht, heeft men aanstonds gevoeld, dat het belangrijk was de muur tussen Overheid en Burgerij neer te halen. Immers, geen stedelijke gemeenschap kan vol waardig werken als de belangen van Overheid en Burgerij niet organisch verweven zijn en als beiden niet innig met elkaar verbonden zijn door begrip, waardering en eenheid van doel. De Schiedamse Gemeenschap stelde in punt d van de statuten zichzelf een taak en als men zich nu afvraagt of deze taak volbracht is, dan kan men „ja" en „nee" antwoorden. „Ja", omdat de Schiedamse Gemeenschap de ogen van de Overheid geopend heeft voor het Schiedamse leven, zoals het zich vooral in cultureel opzicht afspeelde. De ogen van de Overheid zijn vroeger geopend voor de belangen van de sport door een S.B.L.O.; voor de sociale belangen door de vak- en standsorganisaties, waarvan de vertegen woordigers in de Raad niet ontbreken. Nu is de aandacht van de Overheid gevestigd op het zeer rijke, het ogenschijnlijk ingewikkelde, maar het on tegenzeggelijk levende werk, dat verenigingen op velerlei gebied in Schiedam doen. De steun is door de Schiedamse Gemeenschap verkregen, waar dit mogelijk was, en de goede samenwerking, welke in de S.G. tot stand kwam tussen leden van het College van B. en W. en vertegen woordigers van het rijk-geschakeerde gemeenschapsleven, belooft veel voor de toekomst. Als het grootste deel van het College zich geplaatst heeft achter het werk van de Vacantiewcek, dan is dat toch ook, omdat ingezien werd, hoe rijke vruchten de baten hiervan voor de verenigingen afzonderlijk en tezamen zouden opleveren. En dan is nog niet vermeld de hulp, die door het beschikbaar stellen van ruimte werd ondervonden. Waar men nog geen onomwonden „ja" kan plaatsen, is achter de vraag, of de Overheid de taak van het contact tussen haar en de burgerij door middel van de publiciteit voldoende heeft begrepen. Men zou hier een pertinent „nee" wagen te zetten, als men bedenkt, dat dit blad, dat met dit nummer zijn derde jaargang voltooit, dit jaar voor de gemeente een onbetaalde good-will-missie heeft ondernomen. Immers, subsidie werd voor de uitgave ervan dit jaar niet meer genoten. Maar men zou de zaken van de Gemeenschap te eng zien, zo men dit blad als enig orgaan tot die publiciteit zou beschouwen. De organen van de Schiedamse Gemeen schaphet is van den beginne af zo aangevoeld zijn de plaatselijke dagbladen. Zij vervullen hun zeer bijzondere functie in het leven van de stad. Zij stimuleren en propa geren Schiedam; zij wekken belangstelling voor het eigen leven en zij dragen de lasten daarvan. Wie dan ook zegt, dat de Overheid zich de taak van de publiciteit vrijwel niet heeft aangetrokken, is er niet mee om te zeggen, dat dit blad hiervan weinig zou ervaren. Hij moet zich afvragen of de andere, de dagelijkse gemeen schapsorganen, hun taak hebben kunnen vervullen door het contact tussen Overheid en Burgerij te vergemak kelijken. Zou dit niet het geval zijn, dan menen wij te mogen zeggen, dat hier alsnog een taak voor de Gemeen schap ligt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 5