^zbro. iSmitó onderhoudt zijn violen-cjezin 175 nier kan ik het bolwerken. Maar de hobby is nummer één. Al dacht ik een paar jaar geleden, dat ik er mee zou moeten uitscheiden." „Waarom?" „Wel, dat was in de hongerwinter. Ik had geen kolen meer en geen hout of petroleum. Het voorkamertje werd dus ijskoud en m'n tropische vissen stierven de een na de ander. Dat heeft me duizenden guldens schade opge leverd. Maar 11a de bevrijding ben ik de zaak natuurlijk toch weer gaan op bouwen. Hoe meer, hoe liever Coen Roodenberg doet meer dan visjes-kweken. Hij is verantwoordelijk voor de verspreiding van een deel der oplaag van een onzer grote dagbladen. Dat kost veel tijd. En daarom zien we hem voorlopig nog niet van de Vlaar- dingerdijk verdwijnen met medeneming van z'n bakken, z'n pipets, z'n thermo meters, z'n zuurstofpijpjes, z'n snoe ren, z'n kacheltjes en z'n gapende watervrienden, de glasbaars, de rosa- cius, de zilver-tetra's, enz. Maar anders zou het grootste huis voor hem nog niet groot genoeg zijn. Hoe meer visjes onder zijn hoede, hoe liever. Gelukkig de man, die, als Rooden berg, zo'n onmeetbare vreugde kan vinden naast en na z'n dagelijkse taak. Gelukkig een stad, die in zo'n op gewekte vrije-tijd-besteder een propa gandist van de eerste orde heeft, hoe klein de kring van aquariumhouders dan wellicht ook wezen moge! BIJ Drs. Ch. H. L. Smits aan de Louise de Colignystraat staan drie violen op de piano. Twee normale en een „drie-kwart", daar leert zijn zoontje de verschillende posities op. In een hoek van de huiskamer zagen we nog een stuk of vier kisten, zonder twijfel met waardevolle vulling. En op de sofa lieten verdere instrumenten al heel weinig plaats tot zitten over. Drs. Smits is in zijn vrije tijd althans violist, violenbouwer, violen- kenner en vioolgenieter. Is het wonder, dat ons gesprek op dit nobele snaren instrument belandde? Er zijn duizenden vredige vader landers, die postzegels verzamelen. Het aantal collecties van jenever- proefflesjes breidt zich ook sterk uit. De Vereniging van Modelbouwers telt een ontzagwekkend aantal leden. En wij zouden niet graag de kost geven aan de spaarders van lucifersomhul sels. Maar hoe iemand er toe komt om in z'n vrije tijd violen te gaan bouwen, was ons niet duidelijk. En we vroegen het dus aan onze gastheer. „Wel," zei deze, „in 1929 had ik vioolles van Adolf Poth, concertmees ter van het Residentie-orkest. En hij maakte me enthousiast voor het bou wen. Hij gaf me hout en aanwijzingen en ik toog aan de slag. Na zes weken was m'n eersteling gereed. Ik was er trots op en Poth vond het geen slechte prestatie voor de eerste keer. Maar iemand, die zei waar het op stond, liet me weinig illusies." „Later heeft u natuurlijk veel beter werk geleverd." Maar daar zwijgt de bescheiden ama teur over, al haalt hij uit de andere kamer een viool, die zowel qua vorm

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 7