176 oprichtten, welke sedertdien al diverse congressen heeft gehouden. Ook Schiedam heeft van 's heren Smits organisatietalenten mogen pro fiteren, want menigeen zal zich nog de expositie van Nederlandse vioolbouw kunst in het Stedelijk Museum her inneren. Daarover en over vele andere zaken in hetzelfde verband hebben wij met Drs. Smits gesproken. Over Stradiva rius, die zelf met een bijl het bos introk om de bomen met de mooiste klank om te hakken. KINDERKAMER IN HET ZIEKENHUIS. In hel gemeente-ziekenhuis is een kinderkamer gekomeneen kamer zó vol licht en zó goed voorzien met speel goed, dat de kinderen, die er mogen spelen, er nauwelijks weer vandaan als afwerking buitengewoon fraai is, een prachtig vlammend achterblad heeft, vlekkeloos ingelegd is en, volgens de maker, een zeer goede toon voort brengt. Een stukje werk om de hoed diep voor af te nemen. V< ij hadden helaas geen hoed bij ons. Yiolenbouw kost ontzaglijk veel tijd en geduld, slechts op te brengen door iemand met een grote liefde voor het instrument. De grote Stradivarius werkte tot z'n 92ste jaar en produceer de circa 2000 instrumenten, al zijn ze lang niet allemaal van hetzelfde kali ber. Yeel hangt af van de houtsoort. Die moet kurkdroog en hard zijn en daarom gebruikt men altijd denne- of sparre- stammen, om er de blokken uit te zagen. Voor het bovenblad althans. Hoe de heren Stradivarius, Guarnerius, Amati, Klotz en Smits de voor de klank zo belangrijke welving verkrij gen is een technische zaak, waar we in dit verband niet te diep op in kun nen gaan. Het zij slechts gezegd, dat er eindeloos schaaf- en meetwerk aan vastzit en dat het bij amateur-bouwers niet zelden voorkomt, dat zo'n fragiel blad na talloze uren werk in tweeën zullen willen gaan. Trouwens, dat „thuis zijnbeperkt zich niet tot die kinderkamer, maar tot heel de nieuwe kinderafdeling van het ziekenhuis aan de Nassaulaan, waar men er voortaan prat op kan gaan, een van de meest moderne inrichtingen op het gebied van de kinderverpleging te bezitten. knapt. Men moet niet vergeten, dat op een houtlaagje van luttele millimeters een spanning van vele dozijnen kilo's komt te staan, als de snaren aange draaid worden! Het onderblad, van ahornhout, dat zo prachtig vlammend kan zijn, de hals, de krul, de stapel, de zangbalk en alle andere fijne onderdelen, de heer Smits vervaardigde het alles met eigen handen. Het resultaat is, dat zijn violen, het zijn er niet zo veel, de toets van een zeer deskundige critiek volledig kun nen doorstaan. De heer Smits deed in z'n vrije tijd meer dan alleen maar spelen en bou wen, en we doelen hier nu niet op de algebrasommen, die hij voor z'n doch ter moet maken. In 1949 organiseerde hij in Den Haag een internationale wedstrijd voor le vende violcnbouwers, onder auspiciën van het Haagse Gemeente-Museum. Alle verwachtingen werden overtrof fen. Er kwamen meer dan vijfhonderd inzendingen uit 19 landen. En de be roepsbouwers kregen zo goed contact met elkaar, dat zij prompt een Inter nationale Vereniging van Vioolbouwers Over het „geheim" van het lakken. Over oude violen, waarvan de hals met een grote roestige zelfgesmede spijker aan de kast bevestigd bleek te zijn. Over Muckels standaardwerk „Die Kunst des Geigenbaues" en de safe bij Muller in Amsterdam, waarin voor een half millioen aan kostbare violen stond. Over de twee violen van Janine Andrade, die deze maand bij de brand in Cairo een prooi der vlammen wer den. „Ik ga, als ik eens in het buitenland kom, altijd bij beroemde bouwers kijken," zei Drs. Smits. „Je steekt er zo ontzaglijk veel van op. En bij een concert maak ik altijd een praatje met de solist, waarbij ik dan tevens een oogje op het instrument werp." Kijk, dat tekent de verwoede liefhebber. „Bouwt u nog regelmatig?" „Nee, ik kom er vrijwel niet meer toe. Het neemt zo geweldig veel tijd in beslag. Over een mijner werkstuk ken deed ik welgeteld 300 uur!" We geloven het onvoorwaardelijk, het in strument draagt alle kentekenen van geduldige vingers en artistiek streven naar volmaaktheid. En dan besluit Drs. Smits het gesprek met een op merking, die voor ons de grootste waarde betekende. „Het doet er niet toe, of je mooie en minder mooie violen bouwt. Hoofd zaak is, dat je er een grote mate van bescheidenheid door opdoet, dat je een geweldig respect krijgt voor hen, die het vak wèl tot in de perfectie beheer sen. Dat je gaat beseffen tot welk een hoge graad van kunstenaarschap de oude meesters gerezen waren. En dat je iets creëert, met eigen handen en op eigen wijze, dat waarde heeft en houdt, een waarde, die dan voornamelijk voor jezelf van belang is." Benijdenswaardig, deze Drs. Smits en z'n collega-bouwers. Want is er groter voldoening dan over het zelf gewrochte?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 8