DITDATen nog' wat BESTUURSRAAD -J 22 de in Mei 1940 na het grote bom bardement van Rotterdam naar onze stad uitgeweken inwoners van de buurstad, behoren ook de reigers, die zoveel jaren hun kolonie huisvestten in de oude diergaarde. Het oorlogsgeweld heeft ze eerst van hun nesten en toen ook nog van hun rust beroofd. Voordat ze de weg naar de Schiedamse Plantage insloegen, waren ze nog korte tijd te vinden in de bomen aan de Westcr- singel. Elk voorjaar mogen wij ze nu begroeten en ieder najaar een ten af scheid toewuiven wanneer ze op reis gaan naar het zonnige Zuiden van Frankrijk. Hoewel vereerd met de uitverkiezing tot wellicht de enige reigerkolonie in de stedelijke bebouwing in Nederland, onder vinden velen van ons er zo nu en dan het ongemak van, wanneer een wandeling wordt gemaakt door de weer groenende Plantage, waar de reigers ijverig aan het witten zijn. Geef ons dan liever de zorgen om een in bouwvallige staat verkerende stadhuisgevel, die terecht met de nodige zorg zal worden omgeven opdat ook het nageslacht van deze monumentale bouwstijl uit vroegere (Schiedamse) dagen zal kunnen genieten. Achter die gevel hield de gemeenteraad zich in Februari ook bezig met Schiedam's aandeel in de Van Riebeeck herdenking in Zuid-Afrika. „Laten wij een delegatie zenden," meende een van de leden, maar een blik op de financiële toestand van dc gemeente Schiedam was voldoende om dit een (vrome) wens te doen blijven. TAE klanken van het carillon zijn ook aan de Schie hoorbaar voor allen, die zich dicht genoeg in de nabijheid van de Grote Kerk bevinden. Wij weten maar al te goed hoe door en door Hollands dit geluid is en geen wonder dus dat we het denkbeeld toejuichen om het grootste carillon dat de klokkengieters van Hei- ligerlee en Aarle-Rixtcl tot nu toe ver vaardigden, als geschenk van het Neder landse volk aan Amerika aan te bieden. Wanneer Koningin Juliana de klokken alvast symbolisch zal overdragen aan pre-ident Truman, zit daar ook in ver disconteerd de ffift, die wij allen hier in Schiedam in de collectebussen lieten glijden. Bij elkaar was dat zo'n f 2300. TN deze overgangstijd tussen winter en voorjaar zijn we voorzien van alle soor ten weer, die Moeder Natuur uit haar voorraad kan opdiepen. We zaten midden in de witte (be sneeuwde) wereld en soms konden we deuren en ramen openen en de huis vrouwen in ons midden de kans geven op een daverende start van de onafwend bare schoonmaak. Wat er maar eenmaal was, dat was het slaan van de eerste paal voor de eerste montagewoningen in de polder Nieuwland. Zo'n achthonderd gaat het gemeentebestuur daar neerzet ten. Die paal was de eerste van vele, die met elkaar 128 woningen voor wegzakkon in onze drassige bodem gaan behoeden. Ook in de Lange Singelstraat kwam men aan slaan toe, ook alweer voor een paal en alweer voor woningen, ditmaal zes in getal, plus winkel en magazijn. Wat het uiteindelijk resultaat van zo'n eerste paal kan zijn, dat bemerkten we op de laatste dag van Februari in *de Oranjestraat, waar we er zomaar een heel nieuwe win kelcentrum bij kregen. Negen nieuwe middenstandszaken en bijna veertig wo ningen werden hier toegevoegd aan de bebouwing. Geen wonder dat burgemees ter Peek er met mevr. Peek was om alles in één keer te openen met het doorknip pen van een hoe kon het anders - oranje lint. De bouwers stonden er vol tevredenheid bij te kijken. Met een niet minder voldaan gezicht hebben wij dat dempen van weer enkele open riolen, die ons als een onwelkome erfenis uit vroeger dagen waren overgebleven, aan staan kijken, 't Was moeilijk te berekenen hoeveel meters bagger wel precies uit deze onwelriekende grachtjes moesten wor den geput voor de ondergrond van een brede weg door de oude stad kon worden gelegd. "\7"OOR de Schiedammers in het Wes- ten van de stad werd Februari alleen al een donkere maand door een grote storing in de stroomvoorziening. Aanvankelijk meende ik met ondergrondse leden van een herop gericht Zakkendragersgilde te ma ken te hebben, ivant op die duistere Maandagavond togen meer dan twintig zwijgende figuren door de Boterstraat. Maar toen ik hen volgde, zag ik hoe ze op nummer 8 door een van welstand blozende Weduive open gedaan werden, die wegens haar eeuwige drie sterretjes wel nooit aan de negen kruisjes toe zal komen, temeer niet, daar zij zich deze avond ook op sigaren toegelegd had. Even als de gasten Iroutvens, ivanl in minder dan geen tijd telde ik zeven walmende weduwes. Vind je dat niet zunde man", wilde ik nog vragen, maar toen daalde de voorzittershamer met een Hollse klap op het groene kleed en daarvan schrokken en zwegen zelfs de perspersonen aan het voe teneind van de dis. Weldra ivist ik mij aan de top van de SG-pyramide, ofwel in de Bestuursraad van de naam van dit blad. Ik heb wel eens horen vertellen dat goede raad duur is, maar dan was er hier voor eén kapitaal bijeen. Een twintigtal vroede SG-vaderen, aangevuld met twee minstens even vroede moederen, doorploegde Schie dams plannenrijk met zoveel vuur, dat ik mij niet meer verwonderde over de brand bij de iceduice, waar over de kranten laatst schreven. Nu en dan stuitte de ploeg op een steentje in de akker. Vit de toneelHoek kwam bijvoorbeeld heel even wat gesputter. Met virstelijke wijsheid, een Oranje eigen, werd namens de Zingende Gemeenschap te berde gebracht dat, aangezien de SG-raad niet naar de Landsbergen kan gaan, zij maar ivachten moet tot deze naar haar komt om te be slissen over een muzikale „Stede lijke" erfenis. De voorzitter vermocht niet door te dringen in het Leendèrtsgebergte, ondanks zijn vakkennis van het S. B. Lager Onderwijs en de jonge Daniël waagde zich in de leeuwen kuil met een groots project voor een expositie „Goed Wonen"wal voor al bleek toen de kleine De Groot geen water in zijn Alewijn tvilde doen Maar Van Kinderen had men meer plezier dan last, er waren geen razende Roelants; de Wolff vond geen geitjes en sloop stil weg; Bertels bleek geen opgewonden middenstandje; Van Houten be ïnvloedde niemand met chocolade; voor de v.m. Oranjevereniging hoefde niet al te lang geKarnpt te worden en de vroutc van De Boer schonk zo huiselijk thee, dat men pas veel later sterretjes zag. En toen de lange wijzer alweer een fikse moot uit de kaas van Dins dag had gesneden, kon de grijze Heyboer beslist tevreden op de in gezaaide voren van de plannenak- ker neerblikken. Toen viel de soepel draaiende SG-machine weer in de bestuurs- radertjes uiteen, tot Den Hoed weer rondgaat om opnieuw te zamelen. TIJL K

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 22