DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP
Vernieuwde banden
Ten geleide
4e Jaargang - Maart 1952 - Van RiebeeckntMmer
Administratie en Abonnementen: Algem. Secretariaat, Plantsoen Gerrit Verboonstraat, Giro No. 549934, Tel. 68043 - Adv.: Kon. Ned.
Boekdrukkerij IJ. A. M. ROELANTS, Lange Haven 141Schiedam, Tel. 69300
Maandblad verschijnend onder auspiciën van de Stichting „De Schiedamse Gemeenschap"
Toen Jan van Riebeeck op 7 April 1652 bij de Tafel
baai de voet aan wal zette, was hij zeker niet de eerste
Schiedammer, die het land daar betrad, en evenmin is
hij de laatste geweest, die zijn krachten aan de ontwik
keling van dat gebied heeft gewijd.
Wat hem evenwel van alle anderen onderscheidt is dit,
dat hij de plannen tot vestiging van een tussen-station
op de weg van Holland naar Indië tot verwezenlijking
bracht. Waar zijn voorgangers de wenselijkheid hiervan
constateerden en zijn opvolgers voortbouwden op reeds
aanwezige grondslagen, daar heeft hij de wil omgezet in
een daad en onder de moeilijkste omstandigheden een
nieuwe gemeenschap opgebouwd. In enkele jaren tijd
heeft hij een imponerende schepping tot stand gebracht,
die de eeuwen zou trotseren, daardoor misschien onbewust
de grondslag leggend voor een nieuwe staat, welke nog
steeds met ere genoemd wordt in de rij der volkeren.
Zo is zijn naam kunnen uitgroeien tot een symbool voor
de baud tussen Nederland en Zuid-Afrika, en wij mogen er
trots op zijn, dat aan onze zijde deze band haar aankno
pingspunt heeft gevonden in Schiedam. Hoewel Culem-
borger van geboorte, is het in onze gemeente geweest,
waar Jan van Riebeeck is gevormd tot de man van groot
doorzettingsvermogen en met een wijde blik.
Het zijn deze beste der menselijke eigenschappen, wel
ke van ons land zijn overgebracht naar Zuid-Afrika, waar
zij zijn blijven voortleven, de rijkste vruchten voortbren
gend. De tijd is sindsdien voortgegaan; de ontwikkeling
van beide landen is langs een andere lijn gelopen. Maar
wanneer men zich bezint hoe dit alles tot stand is gekomen,
dan moet men tot de overtuiging komen, dat hetgeen ons
bindt meer is dan hetgeen ons scheidt. Moge dan deze
herdenking er toe bijdragen, dat het besef van de eenheid
van het menselijk geslacht groeit, in Zuid-Afrika, in Neder
land, en vandaar wordt uitgedragen over alle landen en
continenten.
De Burgemeester van Schiedam,
J. W. PEEK
Herdenkingen plegen met stromen drukwerk gepaard
te gaan. Wat moet Schiedam nu juist met een Jan van
Riebeecknummer doen? Maakt de Schiedamse Gemeen
schap zich niet te druk over dingen, die haar niet raken?
Wij geloven het niet. Als de gezinsgemeenschap de kleuter
vormt tot het ogenblik, dat hij de straatdeur opentrekt
en de wereld voorbij de eigen haard gaat verkennen; dan
is het de stedelijke gemeenschap, die de knaap, de jonge
man en de man opvoedt. Niet alleen door de aanwezig
heid van school, kerk, vriendenkring en stadgenoten,
maar door leven en werken, door vreugde en verdriet, dat
zeker in het Schiedam van het begin van de 17e eeuw
zeer gezamenlijk beleefd moet zijn.
Schiedam heeft aan zichzelf en aan Jan van Riebeeck
goed te maken, dat de tc lang veronachtzaamde plaats, die
de stad in zijn leven innam, juist begrepen cn gewaardeerd
g^at worden.
Schiedam is het aan Zuid-Afrika Verplicht om het
portret van de grote stichter van de Kaapkolonie te vcr-
vollcdigcn door de achtergrond van zijn opvoeding en
vorming te geven. Een achtergrond, die in het Schiedam
door de ecuwen, naar op velerlei wijze beschreven in
dit nummer, tot op de huidige dag voelbaar bewaard
is gebleven.
Wij kennen van Riebecck's portret door D. Craey.
Het geeft ons de mens van Riebeeck. Als dit nummer
aanvult aan omgeving wat men op dit portret mist, dan
is zijn uitgave niet alleen gebillijkt, maar noodzakelijk.
Dan is de verzending van een groot aantal exemplaren
naar Zuid-Afrika niet alleen een mooie geste, maar een
daad van vriendschap cn zelfs van liefde voor wat er aan
Schiedamse oerkracht op machtige wijze nu nog voortleeft.