43 tienen zitten, staat 't al blauw van de rook. „Onze woning," zei de plannen- maakster hoofdschuddend, „is een expositie over de beste wijze, waarop men z'n huis kan inrichten. Een expo sitie, waarin de burgerij gewezen wordt op het verschil tussen smaakvol en smakeloos, op kleuren die wèl en de kleuren die niét met elkaar samengaan, over licht en donker meubilair en wel ke gordijnstoffen daarbij passen, over mode en stijl, over ruimte en vla. „Hou op," riep men in koor, „na tuurlijk moet zo'n instructieve ten toonstelling er komen. En die mag ge rust een paar weken blijven." „Afgesproken," zei de voorzitter, „maar waar?" En daar was maar één antwoord op Het Stedelijk Museum. „Accoord," knikte de conservator en zat meteen tot over z'n oren in de zorg, gelukkig gezelschap gehouden door behulpzame dames en een com pleet comité. „Laat eens zien," zei incn toen, „we hebben nu revue, wagenspel, jeugd, spart, expositie..we zijn er eigenlijk nog lang niet." „Over verlichting der stad wordt gepraat," deed de administrateur op gewekt kond, „excursies zijn er bij de vleet, financiën komen we net nog niet tekort en de kermis op de Broersvest is berstensvol geboekt." „Dan resten nog de avondvoor stellingen," zong de pers in koor. „Voor het eerst in de Plantage," meldde de voorzitter en anderhalve blik richtte zich op de Tuinlaan en de reigers. „De oude muziektent is wrak en gaat tegen de grond," ging hij verder, en op die plaats komt een fraaie schulp te staan". „Voor allerlei evenementen te ge- gebruiken?" En de vredige knik van de voorzit ter compenseerde volledig het geheim, waarvan hij net de sluier gelicht had. „Da's groot nieuws," zong de pers weer en startte een nijver gehanepoot in kleine boekjes. „Hoor eens," zei een vooraanstaand plannenmaker, „nu hebben we al een heel uitvoerig programma, maar onze mouwen smeken nog steeds om leeg geschud te worden, 't Krioelt er ge woonweg van de suggesties en ideeën. „Laat horen," beval de voorzitter. Waarop zich over de SG-tafel een Niagara van vorstelijke, kostelijke uit en onuitvoerbare projecten uitstortte, dat de heren Barnum, Bailey, Mikkenie of Strassburger er wild-jaloers op ge worden zouden zijn. Om hun dat leed te besparen zijn de ideeën binnenskamers gebleven en zal de goegemeente nog een dik kwartaal geduld moeten uitoefenen om het resul taat van alle brillante gedachten te aanschouwen of horen. Toen stonden de plannenmakers traag op. „Mijn mouw is nog maar half leeg," klaagde een hunner. „Bewaar die andere helft dan maar voor 1953," bromde de voorzitter goedkeurend, „dan krijgen we de eerste Lustrum-V acantieweek." „Is het niet verstandiger om eerst déze Feestweek helemaal af te werken? En, lieve lezers, daar is men momen teel druk mee bezig. IK heb zo'n stout vermoeden, dat men reeds lange tijd op de hoogte was van de actie, die de padvinders onder het schone motto "'n Heitje voor 'n kar- tveitjeop touiv gezet hebben, want toen de heer A.M. Sundermann als eerste de zeem over de S.G.-étalage haalde, kwam het vuil er bij complete rivieren afstromen. Het mag gezegd worden, dat de Assistent District Commissaris een beste hand van zemen had, al iverd hij natuurlijk sterk geïnspireerd door de menigte kersverse en belegen ivelpen, variërend van giebelende pubers tot breed glunderende huisvaders en -moeders. Nuttiger tvare het misschien nog geweest, indien alle Lordjes Baden Poivell zich met vereende krachten aan het ontu itten van het tegenovergelegen reigerwoud hadden gezet, maar dat schijnt vechten tegen de gierkaai te zijn. In ditzelfde woud worden evenwel de avondvoorstellingen van de Vacantie- week opgedist, ik zou wel eens willen iveten of er dan Gemeenschapsparaplus worden uitgereikt. Maar misschien brengen de komende verkiezingen zó'n ommezwaai tot stand, dat aan het reiger-koloniale bewind een einde wordt gemaakt. De ronde tafel, die daarbij natuurlijk nodig is, zal stellig aan Plein Eendragt te verkrijgen zijn. Ik stond trouwens paf, toen ik hoorde, dat een beivoner van voornoemd plein het ei had gevonden, dat kloek-KRO onder de Muziektent gelegd had, zonder er op te gaan zitten broeden. De wagen van de N.R.U. mocht dan voor zijn deur staan, maar dat had evengoed een misleiding kunnen zijn. Ei ei, zelfs de burgemeester had eieren voor z'n geld gekozen en hij over handigde de vinder een chocolade-ei, waarvan een struisvogel een minderwaar digheidscomplex zou krijgen. Mij werd niet duidelijk of dit ei uit de bekende Baronie-fabriek te Alphen a. d. Rijn afkomstig was. Om weer op of onder die muziektent terug te komen, de overlijdensacte van het wrakke bouwsel is reeds opgemaakt en als de laatste levensgeesten geiveken zijn, komt daar een schulp te staan. Breed, hoog, diep en met een acoustiekje om van te smullen. Voor de meer muzikale smulpapen onder ons uiteraard. „De artisten kruipen in hun schulp", dat wordt zo de leuze tegen acht uur in de laatste Augustusavonden. Of behalve de reigers de bomen het leuk zullen vinden, dat hun rust ge stoord wordt, blijft een rare vraag, ze zullen de iepziekte teel in hebben, maar wie gaat er nu ook met bomen bomen?! Ook de bakfietsers zullen dit jaar weer hun kringetje draaien om het woud, maar de organisatie is wel zodanig, dat dit evenement niet samenvalt met de muzikale prestaties, een knap brokje uitbalanceren, dat moet ge toe geven. Waarom de jongens, die zich voor hun baas al iedere dag in de transpi ratie rijden, op een vrije avond nog een heleboel trappen na tvillen geven begrijp ik niet, maar misschien staan er Vlaardingse Gemeenschapsmensen langs de kant om hun een prof-contract aan te bieden Ge ziet het, er valt over dat mootje Schiedam een boekwerk te schrijven. Dat laat ik echter aan Mr. F. Bordewijk over, die heeft er elke dag kijk op. „Bekalkte iepen", lijkt me een aardige titel. TUL. l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 11