1
Op de Begroting 1952 vinden wij
als een der eerste posten op die van
het gasbedrijf: Steenkolen: uit 1 ton
360 in3 gas. Na het koolgasproces blij
ven hiervan 700 kilo cokes over. Ver
gelijk hiermee de benodigde cokes-
hoeveelheden voor de watergasinstal
latie. Tot voor kort maakte men 1000
m3 watcrgas uit 900 kilo eokes. Nu
maakt men, dank zij de nieuwe instal
latie, waarin alle stappen van het
productieproces veel nauwkeuriger ge
volgd en geregeld kunnen worden,
bedrijfseeonomisch een enorm voor
deel, 1000 m3 watergas uit 550 kilo
cokes.
Naarmate de gebruikte hoeveelheid
watergas groeit, wordt de behoefte aan
gas met hogere calorische waarde om
er bij te mengen groter.
ductie van koolgas, dat is dus gas,
verkregen uit de verwerking van steen
kool, dan zou de fabriek zeker twee
keer zo groot moeten zijn geworden,
waarbij de vraag was gerezen, of het
terrein tussen Dwarsstraat en Hoofd
straat groot genoeg zou zijn geweest.
Een tweede watergasinstallatie wordt
in de komende maanden naast de
andere gebouwd, zodat deze winter
geen angst behoeft te bestaan voor het
uitvallen van de gasproductie. Voor
1955 is dan ook geraamd, dat de helft
van het afgeleverde gas uit watergas
zal bestaan. Bedrijfseconomisch is dit
van grote betekenis.
Het was een van die schijnbaar toe
vallige, maar in wezen vaak ondervon
den, gunstige ontwikkelingen, die in
Nederland als onderdeel van de indus
trialisatie-politiek een kraakinstallatie
deed verrijzen. Dit machtige complex
van de B.P.M. hield naast de vele
bruikbare producten, welke bij het
kraakproces vrijkwamen, een aantal
voor haar vrijwel waardeloze gassen
over, het kraakgas. Dit nu bevat juist
die bestanddelen, die watergas met
hun warmteverwckkende eigenschap
pen zodanig kunnen verrijken, dat het
de calorische waarde van zuiver kool-
gas evenaart en zelfs overtreft.
Wat met propaan, dat ook een
nevenproduct is van het olieraffinage-
proces, via vervoerde cylinders ge
beurde, gaat nu verwezenlijkt worden
door een groot buizennet, dat verschil
lende Zuid-Hollandse steden met de
kraakinstallatie van Pernis zal ver
binden.
In 1955 zal dit buizennet, een 40
KM. lange hoge druk leiding, kraak
gas ook naar Schiedam brengen, waar
het vermengd zal worden met het
hier geproduceerde watergas, koolgas
en bijgemengd propaan.
Dank zij al deze uitbreidingen is de
productie in de loop van enkele jaren
met 75 pCt vergroot.
Als men weet, dat 35 pCt van de
productie in 1950 naar de industriële
grootverbruikers ging, terwijl dat een
cijfer was uit een stijgende lijn, dan
wordt het duidelijk, hoe goed de be
trokkenen vooruitgezien hebben.
De Verenigde Glasfabrieken, die
vroeger gas in eigen gasgeneratoren
maakten en voor de oorlog geen gas
afnamen, gebruiken nu voorname
lijk voor hun koelovens ook gemeente
lijk gas.
Een van de andere grote slokop s is
de Excelsior-buizenfabriek, die een van
de sterkst expanderende fabrieken van
Schiedam is.
Wij hebben dan nog geen rekening
gehouden met de grote bevolkings
aanwas en de sterk verhoogde afname
ten gevolge van het gebruik van gas
kachels. Er is een dag in de afgelopen
winter geweest, dat er 59.000 m3 gas
op één dag werd afgenomen.
Als deze winter de tweede watergas
installatie klaar is, heeft de gasfabriek
een enorme reserve om verder voort
schrijdende industrialisatie onbevreesd
tegemoet te treden. Daarbij zijn de
voordelen van de nieuwbouw nog niet
allen opgesomd, want waar een kool-
gasfabriek een aanlooptijd heeft van
6 weken om van de koude toestand
zonder gevaar voor springende ovens
op de vereiste zeer hoge temperatuur
gebracht te worden, daar zet men nu,
na het passeren van het experimentele
stadium, de watergasinstallatie binnen
7 minuten in werking. Pieken en slap-
tes worden gelijktijdig economisch be
handeld zonder opslagruimte van enor
me grootte nodig te maken.
Deze buizen monden, gelijk men zien kan, in een apparaat uit, dat even ingewikkeld
als belangrijk is. Deze installatie is namelijk ingeschakeld bij de productie van het gas,
dat in de toekomst immers met watergas en propaangas vermengd zal worden.