Een fotograaf peinst over de schoonheid van Schiedam 68 „Kijk", zei van der Hoeven", het leek zo'n gewoon hek, daar naast het Kantongereeht. Maar het detail, de lamp tegen de avondlucht, was een won der van sierlijkheid, een mar kant silhouet. Dat is Schie- damse schoonheid!" 7~)E schoonheid van Schiedam," zegt Jan van der Hoeven, „is iets waarover je lang zou kunnen praten." Hij zet z'n camera naast zich neer en stopt een pijp met de zorgvuldigheid, die Werumeus Buning goedkeurend zou doen knikken. Tussen de eerste paar blauwe rookwolkjes door vervolgt hij: „Feitelijk kan men er niet over praten, ivant schoonheid moet men zien en beleven, proeven desnoods. Hoogstens valt vast te stellen, dat Schiedam veel schoons biedt en er zou een definitie gevonden kunnen worden van het „waaróm" dier schoonheid „Ga je gang, Jan." Behoudende cameraman „Laat ik dan opmerken, dat Schie dam veel meer schoons te bieden heeft dan Rotterdam, relatief gesproken natuurlijk en gezien vanuit het standpunt van de fotograaf." „Omdat Schiedam ouder is?" „Ja. Misschien ben ik ouderwets aangelegd of behoudend. Dat is niet zo vreemd, want als cameraman leg je alles vast, behoud je het beeld, dat je getroffen heeft en dat je wellicht nimmer op dezelfde wijze zou terug zien." Twee rookwolkjes en twee voor hoofdrimpels. En dan, na enig na denken: „De nieuwe architectuur is in de eerste plaats zakelijk. De ge bouwen van de laatste jaren vertonen een lijnenspel, dat ik „proza" zou willen noemen. „Poëzie" zijn de puien en geveltjes, de gebarsten muurtjes en verzakte woningen, de nauwe slop pen en grillig saamgevoegde huizen fronten, waaraan Schiedam zo rijk is. Het zijn dus vooral die plekjes, waar nog iets van het verleden hangt, ook al is de glorie van dat verleden verdwenen. En misschien zijn ze wel zo aantrekkelijk voor de moderne mens, omdat ze „anders" zijn dan het gang bare, omdat men er zelf niet meer zou willen of kunnen wonen. Ik althans niet." Pittoresk „Maar Jan, je hebt toch zelf tal loze foto's gemaakt van nieuwgebouw de panden, die zwart op wit een mach tige compositie vormden van vlak ken en lijnen en vaak volledig op gingen in het omgevende." „Inderdaad. Maar vergeet niet, dat ik dan meestal onder een bepaalde hoek moest fotograferen, dat ik één speciaal onderdeel van zo'n pand uit liet komen en dat het actuele van zo'n nog nimmer gefotografeerd gebouw een grote oorzaak van de bewondering voor die opname was. Bij de oude stadsgedeelten hoef ik geen extra maatregelen te treffen. Daar spreken de pandjes voor zich zelf. Ze zijn niet planmatig neergezet, maar in de loop van eeuwen met achter- en voorgrond vergroeid. Vaak ook zijn zulke opnamen geslaagd om het pittoreske van het onderwerp, niet de schoonheid-pur-sang. En ik spreek nu dus helemaal niet over belichting of wolkengroepen of wat dan ook. In Rotterdam moet ik voor de krant legio actuele foto's maken. De nieuwe gebouwen rijzen er als paddestoelen uit de grond. Stuk voor stuk zijn er fraaie scheppingen bij. Maar ze staan los van elkaar, terwijl oude stadsdelen als in Schiedam of Delfshaven één harmonisch geheel vormen en prac- tisch ieder punt een eigen charme heeft. Daar ga ik dan ook het liefst er op uit." Intiem „Heb je ook wel eens bedacht, dat Schiedam een zekere intimiteit heeft bewaard, terwijl Rotterdam in de eerste plaats efficiënt werd en moest worden?" „Zonder twijfel is dat zo. Je moet vooral ook niet denken, dat er alleen maar schoonheid achter het stadhuis te vinden is. Schiedam heeft legio aantrekkelijke plekjes. Maar die zijn dan niet typisch Schiedams meer, men vindt ze zo in vrijwel elke stad." Onbeivuste voorliefde „Heb je aan je opmerkingen nog iets toe te voegen, Jan?" „Jawel, dit nog. Ik geloof dat je over schoonheid niet te veel moet philosopheren, het is niets verstan delijks. Ik heb jullie nu wel zo'n beetje gezegd, hoe ik er over denk, maar feitelijk weet ik zelf niet waarom ik graag naar Schiedam trek. Het is een onbewuste voorliefde." „Zijn de onbewuste handelingen vaak niet belangrijker dan de be wuste?" „En of," zegt Van der Hoeven. Als persfotograaf van een groot dagblad heeft Jan van der Hoeven z'n handen vol aan het maken van foto's van actuele gebeurtenissen. Een enkele keer echter vindt hij tijd om er in Schiedam met de camera op uit te trekken en zonder uitzondering zijn de fraaist denkbare foto's het resultaat van z'n artistiek gevoel en foto-tech nische bekwaamheid. Dat heeft de lezer al aan heel wat voorpagina platen van de Schiedainse Gemeen schap kunnen zien. We hebben Van der Hoeven gevraagd naar de reden van z'n voorliefde voor Schiedam en wat een gesprek over ons stedelijk schoon moest worden, werd een philosophic over oud en nieuw, over de zakelijkheid van de Torenflat en het pittoreske van Achter de Teer- stoof, het strakke lijnenspel van de Oranjegalerij en de onvervalste ver weerde geveltjes van Raam en Ver brande Erven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 12