DE SCHIEDAMSE
GEMEENSCHAP
92ie( meer de ótraat op
61
ORGAAN VAN DE STICHTING „DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP", 4e JAARGANG No. 4, JULI 1952
N een der vele grote kamers van het St. Joris Doeleclubhuis
aan het Overschieseplein hebben uiij met Karei Scholten
Sr. zitten praten. In Utrecht kent iedereen hem, want
jarenlang vervulde hij legio functies in jeugdwerk, bij vak
bonden en voor de gemeente. Om ze alle op te noemen, moet
hij een dringend beroep op z'ti geheugen doen.
Een jaar of drie geleden kwam Scholten naar Schiedam,
om hier de leiding van de ongeorganiseerde jeugd op zich
te nemen.
„Dat lukt nooit," was de mening van velen. „Je komt er
hier nooit in," zeiden andere pessimisten. Maar Scholten
streek eens door z'n grijzende krullebol en dacht aan de
heter vuren, waarvoor hij gestaan had.
Wat er in drie jaar aan dat Overschieseplein in dat ver
vallen oude huis is gebeurd weet gans Schiedam en is door
ons in dit blad uitvoerig beschreven.
En nu kwamen wij praten over een nieutv groot plan:
jeugdrecreatie op grote schaal, beginnend met de vrije zomer
avonden.
Moeders met handen in haar
Jeugdrecreatie is een enorm probleem, vooral in de
grote steden. Wanneer de vacanties lang duren, weten
de moeders met name de minder draagkrachtige moe
ders op het laatst niet meer wat ze met hun kroost
moeten uitvoeren, terwijl het hen ook niet bevredigt,
als Jantje en Pietje hele dagen doelloos op straat zwerven
en kattekwaad uithalen.
„De Schiedamse Gemeenschap" heeft in dit opzicht
al veel goed werk gedaan, door in de Vacantieweek ieder
jaar een serie jeugdvoorstellingen te geven van uitzonder
lijke kwaliteit en tegen zeer lage prijzen.
„Prachtig initiatief," zegt Scholten, „maar daar zijn
we er niet mee. De Jeugdorganisaties kunnen veel meer
doen. Ze zouden middagen en ochtenden kunnen ver
zorgen. De schooljeugd zou zelf programma's kunnen op
voeren. Onderwijzers zouden in vacantietijd prachtig met
hun leerlingen kunnen samenwerken, hetgeen beiden ten
goede zou komen.
Een vierdaagse in de vrije tijd is niet onmogelijk, even
min als het ontdekken van eigen stad en omgeving door
bepaalde tochten of spelen. Dat zijn zo enkele suggesties".
Zomeravonden
„En de zomeravonden?"
„Dat is punt 2 en daarover zou ik het hier willen hebben.
Kijk eens, ons Clubhuis heeft al een paar jaar bescheiden
pogingen gewaagd om spelavonden met poppenkast
voorstellingen op touw te zetten. De animo was over
stelpend groot. Dat heeft mij er toe bewogen om een plan
op groter schaal te ontwerpen dat, zoals je weet, nu reeds
in uitvoering is."
„De medewerking van verenigingen?"
„Precies. Jeugdorganisaties, gymnastiekclubs, muziek-
ensembles en sportverenigingen kunnen ontzaglijk goed
werk doen, wanneer ze een paar maal in de week een avond
verzorgen. De programma's moeten dan soortgelijk zijn
aan die, welke tijdens de wintermaanden in zalen en jeugd
huizen worden opgevoerd en ze kunnen daar ook voor
bereid worden. Ik maak dan onderscheid in passieve
en actieve recreatie."
„Waarom onderscheid?"
„Nou, de jeugd van 6 tot 12 is nu eenmaal actiever dan
de rest. Die kleintjes doen graag spelletjes en beleven
een poppenkastvertoning intensief mee. Oudere kinderen
kijken liever rustig naar een gevarieerd programma."
„Vergis je niet," zegt Scholten Sr., „dat uitstippelen van die
jeugdavonden kost heel wat piekeren en papier.èn tijd!"