J? DE PLANTAGE Hoe komt Schiedam aan %jjn straatnamen .t - 87 Toen onze vroede vaderen op 10 November 1766 besloten, ter voldoening aan het verlangen van de Schiedamse Burgerij het „Nieuwwerck" te laten beplanten, zullen zij weinig hebben vermoed, dat dit park bijna twee honderd jaar later, prijkende in volle schoonheid, het centrum zou worden van de Vacantie- feesten 1952; dat daar een modem concert-podium tussen het hoog geboomte zou oprijzen als middelpunt van wat de Schie damse Gemeenschap aan culturele manifestaties ter gelegenheid van die feesten gaat bieden onder de titel: Plantage Parade. Besloten binnen de vesten en de stadspoorten lag in oude tijden onze stad Schiedam. Wel woonden er op het Hoofd de vissers, maar expansie van de stad naar het zuiden kwam eerst in de zestiende en in het begin van de zeventiende eeuw. Er kwam een betere verbindingsweg tussen „de stad" en „Het Hoofd", door een gebied, dat het „Nieuwwerck" was genaamd, welk ge bied was gelegen tussen wat nu Tuinlaan en Lange Nieuwstraat heet. Bebouwd werd dit gebied niet, al vestigden zich aan de randen wel enkele bedrijven. Vooral in de achttiende eeuw moet het „Nieuwwerck" een stadsgedeelte zijn geweest, waar men prettig kon wandelen en waar deftige Schiedammers vertier vonden in hun tuinhuisjes. Als gevolg van het genoemd besluit konden de heren burge- meesteren aan de Vroedschap op 2 Maart 1767 berichten, dat zij het land van „Nieuwwerck" hadden doen omspitten, dat bomen waren gerooid en dat de tijd gunstig was om „ten genoegen vant algemeen en tot cieraad van dat gedeelte deeser stad met ene aangename en vermakelijke Plantagie" te verrijken. Nog in hetzelfde jaar kwam de aanleg tot stand door samen werking van de stadsarchitect Van Bol'Es en een zekere heer Rond 1910 zag de Plantage er zo uit De Plantage in Rococostijl 6 Ut SSÏ v' rn Dit is een mooi plekje in de Plantage van nu Horsman en dadelijk werden strenge straffen bepaald voor dege nen, die in de nieuwe Plantagie houtgewas, groen of bloemen zouden vernielen. Aangelegd in Rococostijl, was het Gemeentebestuur in de jaren rond 1825 van oordeel, dat deze stijl geheel uit de tijd was. Bovendien dreigden de bomen in waarde te verminderen. Aan de Haarlemse architect Zocher werd opdracht gegeven, in 1826, een „nieuwe Plantagie" te ontwerpen, „zo voor wandeling als voor plantsoen" en hij ontwierp, wat in die tijd heette een „Engelse tuin". En wederom kwamen er scherpe bepalingen voor hen, die er hun vernielend werk zouden willen doen. Wat nu van de Plantage te zien is, is nog in hoofdzaak de schep ping van Zocher, al hebben in de loop van de jaren de Schiedamse tuinarchitecten de plantsoenen wel aangepast aan de wisselende eisen van de tuinarchitectuur. Nu liggen er plannen om de ge hele Plantage opnieuw te moderniseren, plannen, ontworpen door de Schiedamse stadstuin-architect, de heer J. Schipper. Onge twijfeld zullen het plannen zijn, die stroken met de tegenwoor dige opvattingen omtrent een groenstrook als de Plantage in de stad is, een groenstrook, die als een verademing ligt tussen de bebouwing, als een long, die zorgt voor wat frisse lucht in een stad vol stof, als een wolk van welriekende geuren temidden van de onaangename stadsluchtjes, als een oase van schoonheid voor ieder, die oog heeft voor al het moois, dat de natuur daar biedt. Op 2 Maart 1767 kreeg de Plantage haar naam en hoe wij ook snuffelden, wij hebben niet kunnen ontdekken, waarom de burgemeesteren die naam kozen. Naar onze smaak hebben zij zich laten leiden door de Franse benaming voor aanplanting of beplanting en wie „Koenen" er op naslaat, zal in die mening worden gesterkt. Bovendien staat in dat verklarend woorden boek nog te lezen, dat met Plantage ook wordt aangeduid een plantsoen of een openbaar wandelpark en dat Plantage wel wordt gekozen als straatnaam, zoals (en wij citeren letterlijk) de Rot terdamse Plantage. Koenen moet beslist niet hebben geweten, dat vlak bij Rotterdam, in Schiedam, ook een Plantage bestaat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 11