r l1 IU1UI IIP» f 1 i 1 T Wij weten allen, dat het eengezins huis met een kleine eigen tuin de meest ideale woonvorm is, vooral voor het groeiende gezin. 93 Deze wijk zal echter niet uitsluitend gevormd worden door woningen. Langs de hoofdstraten komen buurt- winkels, wijkwinkels en kleine be drijfjes, terwijl aan de randen in het groen de scholen, kerken en. andere openbare gebouwen een plaats zullen vinden. Aan de westzijde zal een buurt parkje in de recreatiebehoefte van de jeugd voorzien. Naar vérhouding zullen in deze woonwijk veel meer openbare gebou wen en voorzieningen worden opge richt dan strikt noodzakelijk is voor de 30 a 40.000 toekomstige bewoners. Het grote tekort aan scholen enz. in de bestaande stad zal hier eveneens langzamerhand moeten worden opge vangen. Hoe staat het nu met de woning op zich zelf? Grondgebrek, vooral in de onmid dellijke nabijheid der grote centra, dwingt ons echter op grote schaal 3- of 4-étagewoningen toe te passen, terwijl voor het eengezinshuis weinig of geen plaats meer overblijft. Binnen de gemeente Schiedam zal men trachten de behoefte aan een- gezinshuizen in het gebied Kethel op te vangen. In de zojuist ontsloten Nieuwland- polder zullen vrijwel uitsluitend étage woningen worden gebouwd. Hierin schuilt natuurlijk een groot gevaar, want door de verregaande overheidsbemoeiingen en economische v beperkingen die worden opgelegd, dreigt de woningbouw te verstarren in enkele op dit moment economisch uitvoerbare standaardtypen. Ten tijde van woningnood met een- vraag, die nog steeds het 3 a 4-voudige van het aanbod bedraagt, wordt na tuurlijk alles „geslikt". Een gemeentebestuur en ieder, die bij de woningbouw is betrokken, moet echter verder zien. Voorop moet staan de vraag: Wat is nu en in de toekomst op grond van bevolkings- en gezinssamenstelling wer kelijk nodig1 Er moeten n.l. goede woningen komen voor de grote gezin nen (liefst eengezinshuizen). Er moe ten echter ook passende woningen komen voor het kleine en kinderloze gezin en de groeiende behoefte aan ouden van dagenwoningen mag niet uit het oog worden verloren. Naast de overheidsbemoeiingen is er nog een ander, meer maatschappelijk verschijnsel, wat op onze woningbouw nivellerend en verstarrend dreigt te werken. In de overheidsbouw is n.l. practisch geen verschil meer tussen midden standswoningen en arbeiderswoningen. Ten dele is dit een gevolg van de belastingpolitiek, maar ook b.v. dwingt het gebrek aan huishoudelijke hulp de middenstanders zo beknopt mogelijk te wonen. De woningbouw staat dusdanig in het centrum van ieders belangstelling, dat het de scherpe opmerker niet kan zijn ontgaan, dat de volkswoning bouw na de 2e wereldoorlog weer een belangrijke stap voorwaarts is gegaan. De woningen zelf zijn in vele op zichten ruimer van opzet, en aan de straten en tussenruimten wordt veel meer aandacht besteed. In Oud Ma- thenesse b.v. kan men dit verschil, deze vooruitgang in de ontwikkeling, zeer duidelijk zien, wanneer men in Rotterdam de Franse-, Finse-, Por- tugesestraat enz. vergelijkt met de nieuwe wijk ten noorden daarvan langs de spoorlijn. Natuurlijk is er ook op dit laatste werk nog veel critiek, maar er is wei nig fantasie voor nodig om te beden ken, hoeveel beter en gerieflijker alles nog zou kunnen zijn, wanneer de jaar lijkse mijitaire lasten van enkele miljarden zouden kunnen vervallen. In het eerste gedeelte van de Nieuw- landpolder, waarvan nu aan de firma Muijs de Winter er 450 zijn opgedra gen, is getracht om binnen de mogelijk heden van dit ogenblik iets van de hierboven uitgestippelde gedachten van woningdifferentiatie en vooral van de vorming van buurt- en wijkleven, dus gemeenschapslevente verwe zenlijken. Er zijn nu 4 woningtypen in uit voering, resp. geschikt voor 3, 4, 5 en 6 gezinsleden. Uiteraard zit in de 4-kamerwoningen nog wel zoveel reserve, dat daarin met wat goede wil 7 of 8 personen kunnen worden gehuisvest. Een 9-tal dagwinkels en garages is in een vergevorderd stadium van voorbereiding. In het 2e gedeelte van het plan, dus rechts van de afrit, zullen naast de étagewoningen ook nog enkele ouden van dagenwoningen, alsmede een 16-tal grotere woningen een plaats vinden. Deze grotere woningen zullen dan geschikt zijn voor dokter, dominee, leraar of mensen, die uit hoofde van hun maatschappelijke positie enkele extra kamers nodig hebben. Als begin van het wijkcentrum JL M A A HIJ I»K VOOIS PL, A AT Het gebeurt niet vaak dat Schiedam z'n havens illumineert. Het is dan ook een kostbare geschiedenis, die duizenden gul dens vraagt. Een plaatje uit 1948, dat ama teur A. F. Wiegel tijdens de viering van het 50-jarig regerings-jubileum van Koningin Wilhelmina maakte voor de fotowedstrijd van de Schiedamse Gemeenschap, haalden wij uit het archief om op de voorpagina van dit vooral op de Vacantieweek 1952 af gestemde nummer van ons blad te laten zien hoe het ook nu van 21 t.e.m. 30 Au gustus weer zal zijn. zijn verder een 20-tal wijkwinkels en wijkbedrijfjes ontworpen. Wanneer het initiatief van het hui dige Schiedamse gemeentebestuur vol ledig wordt gehonoreerd, zal hier aan de voet van de Ylaardingerdijk, te zamen met andere plannen die in voorbereiding zijn, binnen 2 jaar een woonwijk staan van meer dan 1000 woningen, met alle voor een dergelijke wijk noodzakelijke voorzieningen. De ontwikkeling van zulk een nieuw stads deel kan in deze tijd niet meer aan het toeval worden overgelaten. De moderne onderzoekmethodes om trent de sociale structuur van de be volking en alle behoeften, geven aan de ontwerpers het materiaal voor hun werk. Stedebouwkundigen en archi tecten moeten dit gebruiken. Doen zij dit niet, dan is over 100 jaar een der gelijke wijk weer even chaotisch en onbruikbaar als de huidige binnenstad. De gemeentelijke overheid mag ech ter tuinders verjagen, straten aan leggen, huizen, winkels, kerken en scholen bouwen zoveel zij wil en kan. Als alles klaar is zal dit nieuwe stadsdeel een dood apparaat zijn, als niet de bewoners er het echte leven inbrengen. Daar bedoel ik mee het sociale en culturele, het werkelijk gemeenschapsvormende element.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 17