ONS CONCERTLEVEN MAAKT EEN MOEILIJKE TIJD DOOR 120 Tl ET toneel- en concertleven in *- -1 Schiedam is met de overige mani festaties op het culturele vlak in z'n ontwikkeling sterk beïnvloed door: 1. De gemakkelijke wijze waarop men vanuit deze stad deel kan hebben aan hetgeen Rotterdam in dit opzicht heeft te bieden; 2. Het gebrek vooral aan zaalruimtc waar men in staat is aan de eisen, die in onze tijd hier aan gesteld mogen worden, te vol doen. Toen kort na de oprichting van de Schiedamse Gemeenschap po gingen in het werk werden gesteld om zo spoedig mogelijk te komen tot de bouw van een eigen Cultureel Centrum, zal velen in de stad de vervulling van de wensen op dit punt als basis voor de uitbouw van wat bij elkaar ge voegd het culturele leven van Schie dam uitmaakt, nog niet zo duidelijk voor ogen hebben gestaan en kon het gebeuren dat men met (voorlopig) succes de uitvoering van de prachtige plannen in de weg stond. Het is vooral Toonkunst geweest, dat het ontbreken van een dergelijk Centrum aan den lijve heeft gevoeld en het zelfs in één van z'n belangrijkste taken het ontwikkelen van een plaatselijk muziekleven ten zeerste heeft gehandicapt. Toen de grootste Toonkunst-afde ling van Nederland in het na-oorlogse Schiedam weer tot activiteit geraakte, heeft men het aangedurfd om naast de zorg om een eigen muziekschool en het vormen van een eigen orkest, be staande uit amateur-musici, ook het plaatselijke concertleven tot leven te wekken. Contact werd gezocht mét de bekendste orkesten, waarvan ten slotte het Utrechts Stedelijk Orkest, toen nog ondqj- leiding van Willem van Otterloo, het meest geneigd bleek op de voorstellen in te gaan. Het was in zekere zin een gelukkige samenloop van omstandigheden, want niet alleen dat de Schiedamse concertbezoeker, die betrekkelijk dicht bij huis toch al het Rotterdams Philharmonisch Or kest van Eduard Flipse vond, nu ook eens een ander vooraanstaand orkest kon beluisteren, maar ook kregen de Toonkunst-concerten in de Juliana- kerk aan de B.K.-Laan een bijzondere betekenis voor heel het Rotterdams- Schiedams-Vlaardingse gebied. Hulp van het gemeentebestuur deed de lijn der verwachting niet abrupt' afbreken toen in de aanvang menig concert nog een tekort opleverde. Gestaag kon vooruitgang in het be zoekersaantal worden geconstateerd. Tot de grote klap kwam, een klap die al het moeizame werk van jaren voor het grootste deel weer teniet zou doen en waarop het ontbreken van een goede concertzaal zo'n belangrijke in vloed zou hebben.... Het was de kerkeraad van de Geref. Kerk, die het verbod uitvaardigde, waardoor ook de concerten van Toon kunst in de Julianakerk onmogelijk Itij de voorplaat Wanneer ergens het succes van de va- cantieweck duidelijk werd, dan was het wel bij de Wagenspelen in de Gorzen, het Oos ten en Westen en niet te vergeten in Tuin dorp Kethel. Duizenden Schiedammers konden dieht bij huis genieten van de kluch ten waarin menselijke deugden en ondeug den op zo vermakelijke wijze met elkaar in strijd geraken. Zoals tijdens een nabe schouwing van het feest duidelijk werd, zal het Wagenspel ook bij de volgende Va- cantiefeesten in Schiedam zeker niet ont breken. zotjden worden. Voor Tiet seizoen 1951-1952 moest naar een nieuw onder dak worden uitgekeken. Het werd vrij spoedig gevonden, minder omdat er zoveel keus was dan wel omdat er geen andere mogelijkheid scheen over te blijven dan de Grote Kerk, waar de acoustiek echter zo'n bezwaar bleek dat het Residentie-Orkest, nu met Willem van Otterloo aan het hoofd, voor de eer bedankte en het U.S.O. er met weinig plezier kwam spelen. Ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat de gang naar Schiedam waagde en er een enkel seizoen con certeerde, keerde op zijn schreden naar de Koninginnekerk terug, het verder latend bij een enkele uitvoering van Bach's Mattlieus-Passion, die ook in het volgend voorjaar hier niet zal ontbreken. Omdat het aantal bezoekers duide lijk de verslechtering tot uitdrukking bracht en veel leden zelfs bedankten, is het bestuur van Toonkunst opnieuw op zoek gegaan. Dank zij bemiddeling van het dagelijks bestuur van de Schiedamse Gemeenschap heeft men voor het komende seizoen beslag kun nen leggen op een Woensdag- en Donderdagavond in het Passage-thea ter, dat ook voor het toneel als voor lopig centrum fungeert. Op de eerste dag van October was Alex van Ame- rongen er solist met het U.S.O. dat gelukkig nog wel de Schiedamse zaak trouw bleef. Drie avonden zijn er voor het komende seizoen t ook nog vastge legd in Musis Sacrum, waar het kleinere toneel onmogelijk het volledige sym- phonie-orkest kan bevatten. De kern van het U.S.O. zal hier vooral werken brengen, die een kleinere bezetting vereisen, muzikaal bezien van een uit stekend gehalte zijn, maar over het algemeen vrij zeldzaam tot uitvoering kunnen komen. Voor het concert publiek dat Toonkunst trouw bleef, betekent het een buitenkansje bij alle tegenslag die men al heeft mofcten in casseren. Blijft voor het komende seizoen nog steeds een noodoplossing de enige kans om het stedelijke concertleven voor de ondergang te sparen, daarnaast mag o.i. niet uit het oog worden ver loren de grote kans ook Toonkunst in de open lucht gegeven, om even tueel gebruik te maken van het po dium. Waarom niet enkele concerten van het U.S.O. of het Residentie- Orkest te laten geven in de Plantage? Natuurlijk blijft het weer hier een factor van belang, maar wellicht is het mogelijk het risico te beperken. Niemand, die Toonkunst niet een goede vaart zal toewensen, vooral waar een streven naar behoud van het ver worvene valt te herkennen. Men heeft daar echter niet genoeg aan. Het aan tal bezoekers aan de concerten immers is bepalend voor de financiële uit komst van het werk, dat daarmee tenslotte staat of valt. Bij Toonkunst beseft men het ten volle. Schiedam bewees trouwens z'n goede wil al bij het eerste concert in de Passage, dat zo'n kleine negenhonderd bezoekers trok.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 16