^Oiómarkt
,11y
-il *lï~J
f-r, 'y1,
S! *!i
HOE KOMT SCHIEDAM AAN ZIJN STRAATNAMEN?
Hyi:
138
JT EN gedichtje vaa Cor Don riep
bij ons herinneringen op uit een
vervlogen tijd, een tijd van een vijf
en twintig, dertig jaar geleden, toen
Schiedam een echte Vismarkt rijk
was. Dat was in een tijd, toen er nog
regelmatig verse vis, als schol, tarbot,
schelvis en kabeljouw, werd aange
voerd. Als er dan zo'n vissersschuit
ligplaats had gekozen in de Lange
Haven, bij de Appelmarktbrug, ging
de stadsomroeper wij herinneren
ons nog de heer Kersen, die werd op
gevolgd door de heer Blok door
de stad om aan de bevolking mee te
delen
„Vis aan de markt, schol, verse
kabeljauw. Afslag om...." En dan
volgde het uur, waarop de verkoop
zou beginnen.
Nu riep de stadsomroeper dat niet
zo maar. Neen, hij roffelde niet eerst
op een trom. Dat was ouderwets. Hij
had een koperen, prachtig gepoetst
klankbord bij zich, waarop hij met een
hamertje met ivoren knop sloeg.
Dan kwamen de burgers van Schie
dam naar dat mooie, rustieke plekje
aan de Lange Haven, naar de Vis
markt, waar de weinig fraaie vishal
(architectonisch bezien dan) schuil
ging (gelukkig) onder het lover van de
prachtige kastanjebomen, die daar
stonden. Die vishal was omgeven door
een hek. Burgers, die (voor een gering
bedrag) lid waren van de markt, moch
ten binnen dat hek komen, als er af
slag was. Zij konden gaan zitten op
banken, aan de omrastering bevestigd,
of namen genoegen met een staan
plaats. Buiten, tegen het hek, ver
drongen zich de „buitenleden", de
burgers, die het niet nodig vonden, lid
van de markt te zijn, omdat het toch
geen voordelen bood. Behalve dan,
dat je als lid genoteerd stond op een
lijst, die, achter glas, tegen een boom
hing en dat je binnen het hek mocht
komen.
Tegen de tijd, dat de afslag moest
beginnen, hadden de visvrouwen Nijs
en De Dunne de stenen vloer van de
R M l
Een rustiek plekje uit vroeger jaren
de Vismarkt.
Er is schol aan de markt!
De J'ismarkt in volle gloriemet af
slager Blok en de visvrouwen Nijs en
De Dunne.
Het gedicht is uit Cor Don's Buiten
gaatsGedichtjes van de zee3e bundel.
UitgaveN. V. Dorsman en Odé, Vlaar-
dingen.
markt schoongespoeld en de vis ge
stort in nagenoeg gelijke hoopjes.
Op het vastgestelde uur begon de
afslag. Met een lange stok wees de
afslager het hoopje vis aan, dat aan
consultatiebureaux voor moeilijk op
voedbare kinderen, jeugdorganisaties,
de clubhuizen voor de ongeorganiseer
de jeugd en alle mogelijke andere in
stellingen, die het kind kunnen hel
pen."
Mr. Dr. F. L. J. van Haaren
Medeiverking en vertrouiven
Nog een heel belangrijke vraag
moesten wij stellen: „De Kinderpolitie
werkt natuurlijk hoofdzakelijk pre
ventief, dus voorkómend. Maar ge
beurt bét ook wel, dat er van preven
tief werk eigenlijk geen sprake meer
kan zijn omdat het reeds te laat is?"
„Helaas wel," betreurde mej. Slob.
„Ook dan zal natuurlijk worden ge
tracht ervan te maken, wat ervan te
maken is en voor het kind het best
mogelijke te bereiken."
De medewerking, die de Kinder
politie nodig heeft voor het vervullen
van haar liefdevolle taak, kan zij
alleen krijgen als de gemeenschap
doordrongen is van het belang van
haar werk en vertrouwen in haar stelt.
„Kunt u ons vertellen, juffrouw
Slob, hoe de houding van Schiedam
is tegenover uw werk?"
„Ik ben blij dat u deze vraag stelt.
Hoewel er en dit is te begrijpen
toch vaak bij veel mensen nog een
zekere schroom bestaat, wanneer zij
menen, zich in verbinding te moeten
stellen met de Kinderpolitic, of wan
neer zij daarmee in contact komen,
kan ik toch wel zeggen en daar zijn
wij blij om dat de Kinderpolitie
een deel is geworden van de Schie-
damse samenleving.
Er komen hier ouders, die in hun
jonge jaren om de een of andere reden
met de Kinderpolitie in aanraking
zijn geweest, die dankbaar zijn voor de
helpende hand, die wij hun toen hebben
kunnen toesteken. Zij kregen daardoor
zo'n vertrouwen, dat zij nu over hun
kinderen met ons komen praten."
Inderdaad. Dit enkele voorbeeld
legt er wel een duidelijke getuigenis
van af, dat de Kinderpolitie een
plaats heeft verworven in het Schie-
damse leven van alle dag.
Wij hopen met de ambtenaren van
de Kinderpolitie, dat velen zo dat
nodig mocht zijn de weg zullen
vinden naar het Hoofdbureau van
Politie, waar de beschermvrouwe van
uw kind het Schiedamse kind
haar plaats heeft gevonden.
PIET ROMIJN