165 Ze zijn in dit blad afgedrukt opdat U ze bekijken zoudt. Welnu: Vindt U ze mooi? Vindt U erin terug wat Ria Janse gezien, ge dacht of gefantaseerd moet hebben vóór ze aan deze litho begon? Voelt U min of meer de ont roering die zij ondergaan heeft? Ja? Pieker dan niet verderdeze litho's zijn „kunst". Is het dan werkelijk zó kinderlijk- eenvoudig? Ja, zó kinderlijk eenvoudig is het. U gelooft het niet? U denkt: „Als dat waar is zou iedereen een kunstenaar zijn".Ho, ho. vergist U zich niet. Mag ik het eens helemaal uitleggen? Voor een kunstwerk is het op de eerste plaats nodig dat de kunstenaar iets ziet, iets fantaseert, iets onder gaat dat hem ontroert. Iets, waardoor hij „gepakt" wordt. Als II of ik een koe in de wei zien is dat een koe. Als een kunstenaar diezelfde koe ziet, krijgt hij een gevoel van landelijke rust, van tevreden goedheid, van malse overvloed.HÜ gaat die koe schil deren. met wat kromme wilge bomen erbij of een stukje poldersloot, een brok blauwe zomerlucht, met wat boterbloemen of een paar duttende eendjes. Ziet U dan later zijn schil derij dan ondergaat U datzelfde rustgevoel van tevredenheid of van malse overvloed dat de schilder heeft gezien. Wel, dan zijn we er. Het komt er dus alleen op aan of de schilder in staat is de gevoelens die hem overvallen „op gelijkwaardige wijze" vast te leggen. Hij moet zijn vak verstaan. Hij moet sfeer kunnen scheppen. Hij moet een taal spreken die ieder verstaat. Waarom ik U dit alles heb uiteen gezet? Omdat veel brave lieden een heel verkeerd denkbeeld van kunste naars hebben. Omdat zij aan pluche broeken, lange haren, kwijnende blik ken en flodderdassen denken.Een kunstenaar is een mens zoals U en ik. Een mens die honger en slaap heeft, trek in een sigaret zo nu en dan, die de dingen alleen maar fijner aanvoelt, directer ziet. die meer open staat voor het mooie om ons heen. Als hij schildert of componeert of schrijft of litho's maakt doet hij dat voor U. Opdat U mee zoudt kunnen genieten van zijn ontroeringen. Laten wij proberen onze kunstenaars te begrijpen. Dan zullen wij hen ook gaan waardéren.en een beetje dankbaar zijn voor al hun moeiten. SEBASTIAAN Stoel der herinnering

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1952 | | pagina 17