Schiedammer 199 „V»i- - - - wv if --jK-&ÏV». WiL' -yy^^fSsHgMB -S: /c --> -y'jkin- Z.^1*iO uit zulke gezinnen zagen vader nooit, dan wanneer ze 's middags het eten gingen brengen aan de branderij, en op Zondag, wanneer vader bijna de gehele dag rustte, om op te knappen van de zware werkweek. Voor zogenaamde vrije bedrijven (kuiperijen, timmermansvak e.a.) be stond weinig gelegenheid, daar het tim merbedrijf en d? kuiperij meestal in geschakeld waren in de grotere onder nemingen der branderijen. Ongetwijfeld was in die tijd de lief dadigheid groot, maar een beter soci aal begrip zou hebben moeten doen inzien, dat, wat toen „liefdadigheid" genoemd werd, eigenlijk onthouden loon was, waarop de werkman recht had. Wanneer degene, die deze droevige tijden heeft gekend, nu zijn tocht vol mijmeringen voortzet door zijn gelief de vaderstad, verheugt hij zich te recht dat deze wonde plekken uit de „goede oude tijd" verdwenen zijn. Hij is een lofzanger vafi het nieuwe Schie dam geworden. De zuinigheid, waarvan reeds de historieschrijver Petrus Opmeer ge waagt, heeft in Schiedam de wijsheid wel eens bedrogen, tot nadeel voor een bloeiende ontwikkeling der stad, niet alleen in de late middeleeuwen, maar Het begin van de Rollerdamsedijk in 1903, met het stoonitrammetje en lage huisjes op de plaats waar nu de Hema-flat staat. ook nog tegen het einde der 19e eeuw. Dat men in de negentiger jaren een spotliedje zong op de vooruitziende en vooruitstrevende Schiedamse burge meester Piet van Dijk van Mathenesse ligt iedere oud-Schiedammer nog vers in het geheugen. Hij had reeds be merkt, dat de stad niet van haar jene ver-industrie alleen zou kunnen blij ven bestaan en daarom aangedrongen op andere industrialisatie en de haven ontwikkeling. 't Mocht niet baten; hij heeft spot voor dank geoogst; en zon der de tragische diepte van het liedje te kennen, zongen wij het lustig mee op onze gang naar school en huis. In de herinnering van een oud-Schie dammer leven voort de Zondagmid dagwandelingen door de Diefhoek- laantjes (benoorden de Warande) naar het Hoofd, waar men de statige Har- wichboten zag passeren, naar de Hoek- planken, om langs de Rotterdamse dijk terug te keren, waar men bij een krom ming van de dijk somtijds het hijgende stoomtrammetje uit de rails zag schie ten, dwars de sloot in. Heel het ge moedelijke, stomende geval belandde dan eindelijk toch weer aan de Koe markt als begin- en eindpunt. Wilden we eens echt van de buiten lucht genieten, dan kuierden we langs de Vlaardingerdijk de Polder in,rustten in „De Halve Maan" met zijn blaas pijp, om langs de Damlaan weer het berookte Schiedam binnen te gaan. Velen uit Schiedam zijn vrij onbe kend met de gewoonten van het Gilde, dat nog heel lang in het bekende Zak kendragershuisje zijn zetel had. Wilde men lid van het zakkendra gers-college worden, dan onderging men een se mbolische d op, en ontving men als zakkendrager een nieuwe naam, „De Ekster", „De Kraai" e.a. En toen een der nieuw aangeworven leden eens fel bezwaar maakte tegen het aanvaarden van een zakkendra- gersnaam werd hij voortaan door heel Schiedam niet anders genoemd dan „De Ongedoopte". Hoe zijn eigenlijke familienaam was, heb ik nooit geweten. De meeste dezer herinneringen leven bij een Schiedammer weer op, vooral wanneer hij van hét station zijn weg vervolgt langs de Schie, de Boterstraat naar de Marktlangs deze weg is Schie dam nog het oude Schiedam gebleven. Maar toch.... bever zijn hem de mooie nieuwe wijken Oostelijk en Wes telijk van de stad met haar frisse nieuwbouw, beter geoutilleerde wo ningcomplexen, bredere stratenaanleg en variërende plantsoenen; wanneer men daartegenover stelt de aanblik van het oudere gedeelte: Raam, Ver brande Erven, Achter de Teerstoof enz., dan treurt de bijna zeventig ja rige bezoeker niet meer omdat er zo veel uit de oude tijd verdween, maar is hij een jongere generatie dankbaar die dat van het vroegere Schiedam wist te maken. En hij is blij, te weten, dat er nog méér plannen bestaan, die zijn vaderstad zullen maken tot „a yoy for ever". P. Const. Reijgersberg. en dan wandelden we door de Dief hoek.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 11