lie VeenlantstrtiiU
kerken en bijbellezingen en het ex
ploiteren van gebouwen voor eigen ge
bruik en ten dienste van verenigingen,
welke zich op Christelijk phüantro-
pische en/of culturele arbeid toeleggen
dan wel zich bijzonder op nationaal
terrein bewegen dan wel ten doel heb
ben Oranjeliefde aan te kweken en het
nationaal bewustzijn te stimuleren.
Door de grotere activiteit van het
kerkelijk- en verenigingsleven heeft
„De Belangen" zich de laatste jaren
in hoofdzaak beperkt tot het exploi
teren van gebouwen, met name van
het zalencomplex Irene.
Aanvankelijk bezat de vereniging
een gebouw aan de Korte Haven 17.
Dit eerste Irene werd tijdens de eerste
wereldoorlog bezet door de Polen. Het
pand werd verkocht aan het Russische
consulaat en Irene werd ondergebracht
in de bovenlokaliteiten van het oude
Bevolkingsbureau aan de Schoolstraat
totdat het inmiddels aangekochte pand
Grote Markt 12 werd ingericht. Naast
dit Irene had de vereniging tevens in
exploitatie het inmiddels aangekochte
Verenigingslokaal aan de Broersvest,
dat in 1931 werd verkocht en gesloopt
ten behoeve van de bouw van de Pas
sage, betreurd door velen, die aan dit
oude pand hun hart hadden verpand.
Irene aan de Grote Markt werd te
klein. De verenigingen, die er een gere
geld gebruik van maakten, groeiden,
het aantal verenigingen nam toe en
ondanks restauraties en uitbreidingen
kon niet worden voldaan aan het aan
tal aanvragen om zalen en zaaltjes. Er
werd uitgezien naar een groter gebouw
en dit werd gevonden aan de Nieuwe
Haven, waar het grote herenhuis te
genover de Kippenbrug werd aange
kocht en verbouwd. Irene aan de Grote
Markt kon worden verlaten. Achter het
herenhuis Nw. Haven bevond zich een
grote tuin. Daar bouwde naar een ont
werp van wijlen architect A. Stahlie
de firma J. Mak en Zoon een fraaie
zaal, plaats biedend aan 420 personen.
Vooral de laatste jaren is aan deze zaal
veel aandacht besteed. Voldaan werd
aan de eisen van deze tijd. Het toneel
werd gemoderniseerd; er werd een
nieuwe filmcabine gebouwd en Irene
werd een centrum van het Chr. cul
turele leven. Al heeft de Ned. Herv.
kerk vele werkzaamheden, voorheen
door „De Belangen" verricht, tot zich
getrokken, toch heeft de vereniging
haar bestaansrecht behouden, al is het
alleen maar, omdat zij Irene exploi
teert. Maar daarnaast vergeet zij ook
niet het dienen en bevorderen van de
belangen der Ned. Herv. kerk.
HOE KOMT SCHIEDAM AAN ZIJN STRAATNAMEN?
Om niet altijd bij het beantwoorden
van de vraag, hoe Schiedam komt aan
zijn straatnamen, te moeten duiken in
vergeelde en bestofte archiefstukken,
dacht het ons goed, ditmaal eens te
snuffelen naar de afkomst van de naam
die gegeven is aan een straat, welke in
1910 werd aangelegd ten tijde, dat de
stad zich in westelijke richting, (over
de Nieuwe Haven) begon uit te brei
den. Wij bedoelen de Veenlantstraat.
Wij leefden in de overtuiging, dat een
straat van vrij recente datum (een tijd
van een goede veertig jaar geleden kan
men niet als „oud" bestempelen) toch
wel genaamd zou zijn naar een perso
nage die niet zo heel lang moest zijn
overleden.
Hoe kwamen wij bedrogen uit.
Wij begonnen al te twijfelen aan
onze intuïtie, toen wij het portret van
de heer P. Veenlant zagen, een portret
hierbij afgebeeld en een fotocopy van
een olieverfschilderij, dat het Gemeen
tebestuur een twintig jaar geleden
heeft kunnen kopen, maar er het geld
niet voor wilde uitgeven. Dat gaf toen
nogal wat deining. Enfin, dat schilde
rij werd verkocht naar Amerika, waar
het thans prijkt in een museum te San
Francisco. Schiedam bezit slechts en
kele foto's van dat originele portret,
foto's, die zuinig worden bewaard in
het Gemeente Museum en in het Ge
meente-archief.
De afbeelding duidde erop, dat mijn
heer Veenlant moest hebben geleefd zo
tegen't eind van de vijftiende eeuw. Dus
moesten wij toch weer in oude boeken,
archiefstukken, duiken. En toen bleek,
dat de Gemeenteraad van Schiedam
in 1910 had besloten, aan een nieuw
aan te leggen straat, evenwijdig lopend
met de Warande en iets meer naar het
Westen geprojecteerd, de naam Veen
lantstraat te geven omdat in de jaren
rond 1480 de heer Pieter Veenlant
Jacobszoon vele malen burgemeester
van Schiedam was geweest (de burge
meester werd in die tijd slechts voor
een jaar gekozen uit het dagelijks be
stuur der gemeente) en in 1489 als
gastheer was opgetreden vandeRooms-
Koning Maximiliaan, die toen ons
land, en ook Schiedam, bezocht en die
in Februari van genoemd jaar aan de
stad Amsterdam vergunning verleen
de, zijn kroon boven het wapen te voe
ren. Het desbetreffende decreet werd
in Schiedam getekend.
Bovendien genoot burgemeester
Veenlant bekendheid als een man, die
met milde gaven het College van de
H. Geest-armen bedacht, een college,
dat zich destijds bezig hield met de
bedeling van de armen. De man kon
dat best doen. Hij zat er warmpjes bij.
Dit blijkt uit een proces, dat is gevoerd
tussen twee kloosterorden. Een doch
ter van burgemeester Veenlant, Trein
tje, ging in het St. Ursula-klooster en
kreeg van haar vader als „bruidschat"
(immers, zij werd, door zich in een
klooster terug te trekken, bruid van
Christus) een aantal landerijen mee,ge
legen onder Kethel. De pacht kwam
ten goede aan het St. Ursula-klooster.
Toen nu Treintje over ging naar een
andere orde, nl. naar het St. Anna con
vent, meende het St. Anna Klooster
recht te hebben op de pacht van de
landerijen, die Treintje als bruidschat
had meegebracht. Het St. Ursulakloos-
ter deed zo maar geen afstand van die
pacht, ging procederen en won ten
langen leste het proces.
Zouden er onder de tegenwoordige
bewoners van Schiedam, buiten enke
le ingewijden, veel mensen zijn, die
weten, dat de Veenlantstraat is ge
naamd naar iemand, die, tegen het
eind. van de vijftiende eeuw, vele ma
len burgemeester van onze stad is ge
weest?
Wij menen het te moeten betwijfe
len. Wij willen eerlijk bekennen, dat
deze ontdekking voor ons volkomen
nieuw was.
Pieter Veenlant