DITDAT en nog teat 221 TjTTANNEER WE ergens van ver kunnen zijn, dan is het wel dat F< verzekerd Februari 1953 een blijvende vermelding in de ge schiedenisboekjes zal gaan innemen. Zon der dat we het zelf eigenlijk goed beseften, hebben we onze eeuwige vriend en vijand, het water, historie zien maken toen het de zelfverzekerde dijken van het Zuid- Hollandse, Zeeuwse en Brabantse land doorbrak en mens en dier in volle rust verraste. Wij, in Schiedam hebben het noodlot bij de Schielandse Hoge Zeedijk zien keren toen het tij z'n hoogste punt passeerde. Nauwelijks konden wij in die bange nacht van wachten en vrezen be vroeden wat daar Zuidelijk van ons plaats greep. Teveel moest daarvoor het oog worden gehouden op dat kleine stukje verdronken land buitendijks, aan het Hoofd, langs de Havendijk en op de werven, waar het gevaar voor mensenlevens niet denk beeldig was. Metershoog klom het water op tegen de woningen en werkplaatsen en overstroomde ze met een kracht die weinig op z'n plaats liet. Toen op die Zondagmid dag, de eerste Februari, ook het blijvende gevaar voor een dijkdoorbraak bij het S. V.V.-terrein was bezworen, kon eerst worden gelet op hetgeen de storm met de vloed had aangericht, 't Was niet weinig. Een voorzichtige raming van enkele hon derdduizenden aan materiële en bedrijfs- onkosten leek de plank niet ver mis te slaan. JONDEN WIJ ONS die dag na de rampzalige nacht nog bezighouden met wat hier plaatsgreep en werd voor komen, uur na uur werd het duidelijker welk een catastrophe het eilandengebied had getroffen. Met terzijde stellen van de eigen klachten traden reeds Zondagmor gen de eerste vrijwilligers aan, die niet aarzelden, maar onmiddellijk over de ri vier trokken om daar in het Zuiden de ge troffen gebieden de helpende hand te bie den. Hoeveel Schiedammers zullen het zijn geweest, niemand die het ooit zal kunnen zeggen. Hun stroom was op Maandag morgen al zo groot, dat inderhaast in elkaar getimmerde organisaties de vorming van ploegen ter hand namen, auto-colonnes formeerden en wegzonden en schepen in zetten. Over het hoe en waar bekommerde men zich minder, hoofdzaak was dat hulp op weg ging. Rode Kruis en Politie hadden de handen vol om al die spontane hulp in enigszins geordende en gerichte banen te leiden. Degenen die het zagen, konden er, alle somberheid ten spijt, hun hart aan ophalen. Oude Schiedammers kunnen zich nog her inneren dat aan het Hoofd het wachthuisje was te vinden. Het was hierin dat de z.g. watersnoodklok zich bevond. De klok deed dienst als het water omhoog kwam en ge vaar voor de naaste omgeving begon op te leveren. 't Is al lang geleden dat de klok aan het Hoofd voor het 't laatst z'n waarschuwende stem deed horen. In hel museum aan de Hoogstraat laat een ietwat baldadige bezoeker zo nu en dan de hamer nog eens vallen op de bronzen kelk, die als randschrift draagt: „In voorspoed milt te zijn is een zegen. 1757". metrie tot prachtige vulling verwerkt. Verflaag op verflaag hadden wel de guirlanden tot worsten gemaakt en het zwaantje tot een niet meer te her kennen vogel, maar deze verflagen hadden toch het hout zodanig geconser veerd, dat na verwijdering daarvan met moderne chemische bijtmiddelen een buitengewoon gaaf stuk knap snij werkvoor de dag kwam. Zo fijn gesneden in het harde eikenhout, dat niet alleen de fijnste nerf van blad en stengel duidelijk zichtbaar is, doch ook elk veertje van de vogel. Opnieuw geschil derd in de oorspronkelijke kleuren blijkt andermaal hoe hoog het ambacht in die dagen stond. Onze stad rest nog maar weinig dat getuigenis aflegt van het eens zo bloei ende branderijbedrijf. Bedenkt men daarbij hoe nauwelijks vijftig jaar geleden bijna alle molens nog intact waren, honderden branderij geveltjes uit verschillende perioden nog ongeschonden waren, dan moeten wij uiterst zuinig wezen met hetgeen ons nog rest en wordt een met zorg en liefde gerestaureerde branderijgevel uit een lang vervlogen periode een monument, dat op waardige wijze ge tuigt van het leven en werken van ons voorgeslacht. Arch. COEN KRAMERS Th.Zn. Tj*R WAS MEER dan die directe hulp al- J leen. Honderden togen op pad om kleding en wat al niet meer in te zamelen. Via de cellen van het politiebureau is die onaf gebroken stroom goederen naar het oude St. Jacobsgasthuis aan de Hoogstraat gegaan om vandaar later weer de Beurs te bereiken, waar deskundige banden het in ontvangst namen, verzamelden en nog later weer uitreikten aan de meer dan dui zend geëvacueerden die wij vier dagen na de ramp voor het eerst begroetten in ge bouw „Irene", waar het evacuatiecentrum een plaats had gevonden. Wie vergeet ooit de binnenkomst van de eilandbewoners, die 's morgens nog op de zolders en daken van hun woningen redding hadden gevon den voor het verrassende water, door ter hulp gevaren boten waren opgenomen en in één ruk door de stad bereikten waar ze als verdoolden zouden worden verzorgd? Schiedam toonde zich niet minder gastvrij dan de rest van Nederland. Vele honderden aanbiedingen voor huisvesting moesten worden afgewezen omdat allang in de be hoeften was voorzien. Eigenlijk was het de niet te onderdrukken spontaniteit in deze sector van de hulpverlening, die onze stad na aanvankelijke reservering in verband met de dreigende doorbraak van de zee bij 's Gravenzande toch nog als evacuatie- gebied in werking stelde. Het zal achteraf niemand hebben gespeten. LIET ENTHOUSIASME bij de hulp- verlening brak op alle mogelijke fronten door. Wc signaleerden het bij de uitzending van arbeidskrachten, de inza meling van goederen, de beschikbaarstel ling van woonruimte voor evacué's en vooral ook in de gulheid waarmee het Rampenfonds vanuit Schiedam werd be dacht. Honderdduizenden guldens stroom den van hier naar Den Haag. 't Zou ook hier alweer bijzonder moeilijk zijn een precies getal te noemen. Met de bijdrage van de bedrijven zal het bedrag omstreeks het half millioen schommelen! Wat daar voor vrijwel nimmer mogelijk was geble ken, gebeurde nu: Hermes-D.V.S. en S.V.V. besloten tot het spelen van een liefdadigheidswedstrijd, die we in de naaste toekomst nog tegoed houden. Het ge meentebestuur liet over bet besluit om de gemeente Goudswaard in de Zuid-Weste lijke hoek van de Hoeksewaard te adop teren, geen gras (in het water) groeien. Nog geen week na de ramp trokken B. en W er met de bestuursleden van het Rode Kruis en de pers per boot naar toe. De eerst noodzakelijke materiële hulp „U vraagt maar wat u nodig hebt, wij zorgen dat het er komt," zei burgemeester Peek tot zijn collega ging de negende Febru ari in die richting. Op het gebied van voed- seltransport, geneeskundige voorziening e.d. had het Rode Kruis daarvoor al z'n sporen verdiend. Uit dit contact werd trouwens de adoptie geboren. TS HET BEGRIJPELIJK dat we op deze plaats „vol" zijn van dit dramatische ge beuren, waarbij anderhalf duizend Neder landers het leven verloren en tienduizenden op drift geraakten, toch moeten we nog even

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 13