235 Bouivproblemen Het is hier allerminst de plaats om een uitvoerige teehnische beschou wing te geven, maar van die bouw werkzaamheden mag toch wel iets verteld worden. De grond bij de Mar conistraat bleek namelijk dusdanig slecht te zijn, dat niet zonder meer gegraven kon worden. Zo kregen de omwonenden omstreeks Maart 1949 tot hun grote verbazing te zien, hoe een kringvormige dainwand werd ge slagen, waar bovenop men een zwaar- betonnen galerij plaatste. Pas toen dat gebeurd was, kon men zonder ge vaar voor instorting gaan graven. De keldervloer kwam 61 meter onder het straatniveau te liggen en werd gesteund door 130 loodzware heipalen over een oppervlakte van 1300 vierkante meter. De vloer zelf werd liefst een halve meter dik. Eerst toen dat allemaal gereed was, kon de betonnen galerij weer gesloopt worden en werd de uit beveiliging geslagen damwand met ontzaglijke kracht uit de grond gesjord. Het was pas de vijfde maal, dat een dergelijke werkwijze in Nederland was toegepast, maar dat zou later niet het enige nieuwtje van dit kolossale object blij ken te zijn. Stadsravage Dat de halve binnenstad nog ette lijke maanden vol bouwers en gravers was begrijpt iedereen, die zich enigs zins verdiept in het gecompliceerde afvoerstelsel van zuigers en huizen cn pijpen. Maar de burgers, die tijdens die periode hun ergernis uitten over het ontwrichte verkeer, mogen nu dank baar zijn voor de vooruitziende blik van hen, die voor de bouw van het ge maal verantwoordelijk zijn geweest. Niet alleen, omdat inmiddels de stinkende onhygiënische open riolen in de oude stad zijn gedempt, maar ook omdat de enorme kapitalen, die de gemeente jaarlijks moest uitgeven voor reparatie van verzakte rioolbuizen, nu van de begroting zijn verdwenen en dat geld dus automatisch andere ob jecten ten goede komt. Mat nu het gebouw zelf betreft het volgende. Het is zes meter hoog, van de grond af gerekend, tien meter diep en 30 meter lang. De reusachtige pompen in de kelderruimten zijn in staat qpn watermassa te verwerken van niet minder dan 13.200.000 liter per uur. Dat is dan het record, dat nog door geen enkel gemaal in Nederland is verbeterd en waarschijnlijk zal er ook elders in Europa geen gemaal te vinden zijn, dat op een dergelijke dras tische wijze de stadsriolering tot een peuleschil maakt. Modern Hyper-modern zijn ook de machines zelf, drie in getal, die in de kelder er voor zorgen, dat geen grote stukken vuil in het rioolwater blijven zitten. Op een bijzonder ingenieuze wijze wordt ieder stuk vuil boven een be paalde grootte net zo lang „bewerkt", tot het in kleine stukjes uiteen is ge vallen. Deze methode werd kort voor de oorlog voor het eerst in Engeland toegepast en in Amerika, waarna Zweden in 1948 het goede voorbeeld volgde. Maar sterker tot de verbeelding spreekt wellicht het feit, dat dit hele wonderlijke stelsel van buizen en machines draait en zuivert en zuigt cn perst, zonder dat er een mens naar om hoeft te kijken! Vanzelfsprekend Zo slaat en werkt het gemaal tussen Marconistraat en Swammerdamsingel dag en nacht en de bevolking vindt het na nauwelijks een jaar al weer vanzelf sprekend, dat dit moedergemaal met haar kindergemaaltjes in Kethel en Nieutvland voor de afvoer van al het huisvuil zorg draagt. Hoe weinig vanzelfsprekend een en ander echter is wordt het best bewezen door de bezoeken, die talloze deskundigen uit talloze streken van land en continent aan scheppers en schepping brengen, om stuk voor stuk tot de oprechte overtui ging te komen, dat hier in Schiedam op het gebied der stadshygiëne iets heel groots is verricht l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 7