257
Laat de oude kaart op
pagina 256 een plattegrond
zien van de Plantage in haar
oorspronkelijke staathier
naast treft men het beeld aan,
zoals het ons bekender voor
komt, ook al is de omgeving
dan ook sterk veranderd.
Links op de achtergrond is
nog juist het tegenwoordige
Stedelijk Gymnasium met
het bekende torentje te zien.
De landelijkheid van de
Tuinlaan toonde de tekenaar
duidelijk aan. Van trottoirs
had men nog geen weet, de
groenstrook icerd nog niet
afgescheiden door een sloot
en men kon er ruiters te
paard, bespannen voertuigen
en zelfs loslopende paarden
tegenkomen.
vieren. Dcor de Hoogstraat gaan leden van de vroedschap
in de richting van dc Markt. Daar gekomen, zien wc burge
meester Morgan de trappen van het stadhuis betreden,
weldra gevolgd door zijn ambtgenoten, de burgcmeesteren
van der Heim en Schouhamer.
De Vroedschap vergadert. Klokke vier opent burge
meester Morgan de vergadering. Het verheugt hem, de
Vroedschap voltallig aanwezig te zien, vooral omdat im
mers het voorstel tot aanleg van een „aangename en ver
makelijke Plantagie" aan de orde zal worden gesteld.
Burgemeester Morgan wijdt in den brede uit over de
goede stad Schiedam, over haar nijvere bevolking, doch
ook en met nadruk spreekt hij over het spaarzame groen,
dat het „gemeene volk" ter verpozing ter beschikking
staat. Sprekers gedachten gaan uit naar de fraaie be
plantingen in den Haag, aan Lange Voorhout en Vijver
berg. Welk een „plaisante" aanleg en hoe geniet de burgerij
daarv an. Is een dergelijke aanleg in Schiedam niet mogelijk?
Mogen wij achterblijven? Dient ook het aanzien van onze
stad niet te worden verfraaid?
De Burgemeester houdt een warm pleidooi, hetgeen tot
gevolg heeft dat op die gedenkwaardige 10e November de
Vroedschap besluit over te gaan tot de aanleg van de
Plantage.
In de Resolutie van de Vroedschap van de 10e Novem
ber 1766 lezen we:
„De Heeren Burgemeesleren hebben ter vergadering voor-
gedraagen, dat zij ter voldoening van de algemeene inclinatie
ende verlangen welke al zeedert langen tijd bespeurt is ge
weest, dat het Nieuiverk mogte tvorden beplant, het welk te
gelijk tot meer aanzien deeser stad zoude verstrekken, ten dien
eynde met kundige luyden hadden gesprooken, en ordres
gestelt tot het Formeeren van een Plan en affteekening, twelk
zoo drae in gereedheid zal zijn gebragt aande Leeden ter
Examinatie zal worden geexhibeert: dat off schoon dit werk
in dit saisoen niet zal konnen worden geefectueert, Echter
om hetzelve te bespoedigen en om dat gedeelte der stad hoe eer
hoe beeter met een aangenaame en vermakelijke Plantagie
te verderen gemeent hadden, de Leeden in bedenking te moeten
geeven, off niet behoorde te tvorden goedgevonden het Land
aldaar bij Provisie te doen omspitten, ende boomen langs de
Tuynlaeti uit te roeyen en te verkoopen: dat zij verder van
gedagten waaren, dat het niet ondienstig zoude zijn, dat langs
de Tuynlaen een gang Pad wierde gelegt, en een gepuynde
Rijweg daar nevens.
Waarop gedelibereert zijnde, hebben de Leeden eenparig
zig met het voors. geproponeerde geconformeert; en zijn voors.
Heeren Burgemeesleren verzocht en gequalificeert de voors.
grond te doen omspitten, ende Boomen uyl te roeyen en te
verkoopen, om wijders int voorjaar volgens het plan daarvan
ter vergadering te exhibeeren het Nieuwerk in voegen voors.
te doen beplanten, en verder zoodanige Ordres te stellen, en
schikking te maaken als haar Ed. Gr. Achtb. Heeren hyer
ter executie van de voorgenomineerde Plans en ter consentie
deeser vergadering het Corinabelst zullen oordeelen.''''
De Vroedschap machtigde Heeren Burgcmeesteren dus
de nodige stappen te doen om tot de.aanleg van de Plan
tage te geraken.
Op de 2e Maart 1767 komt de Vroedschap bijeen om
de plannen, die ten aanzien van de Plantage zijn ont
worpen, te beoordelen.
De Resolutie van 2 Maart 1767 vermeldt het volgende:
„De Heeren Burgemeesleren hebben ter Vergadering voor
gedragen, dat sy ingevolgen en ter voldoening van de Resolutie
deeser vergadering van den 10 November des gepasseerden
jaars het Land van het Nieuwerk hadden doen omspitten, de
Boomen langs den Tuynlaan laten uyt Roeyen en Verkopen,
soo dat (het saisoen thans daar sijnde) het voors. Nieuwerk
als nu ten genoegen vant algemeen, en tot Cieraad van dat
gedeelte deeser Stad met eene aangename en vermakelijke
Plantagie zoude kunnen werden voorzien, dan dat zij Heeren
Burgemeesteren alvorens daar toe eenige nadere ordere te
stellen, ingevolge bovengemelde Resolutie, de Eer hadden