Yacuntie op „fie lieer"
Een hwestie van brengen en halen
292
Kamphuis „De Beer", waar een deel van de Schiedamse minderbedeelde jeugd
deze Augustusmaand zal vertoeven, was een jaar geleden niets meer dan een som
ber, vervallen en vervuild veldlazaret, daterend uit de dagen van de Duitse be
zetting. Wel ivaren sedert de bevrijding weer tienduizenden natuurliefhebbers
naar dit unieke reservaat op Rozenburg getrokken, maar het soldatenhospitaal zou
zeven jaar onbewoond en vervuilend staan, vóór de Schiedamse Gemeenschap en
de Stichting Vacantieverblijven Lagere Schooljeugd er hun oog op lieten vallen.
Gelukkig zag men de grote mogelijkheden van dit grote gebouw, daar midden
tussen de bomen en de vogels, en na korte tijd was ook geld bijeengebracht voor de
restauratie, om vervolgens tot de kamphuisinrichting over te gaan. Gelukkig, want
nu kunnen jaarlijks jongens en meisjes dank zij dit initiatief volop genieten van
land en lucht, rust en vrijheid.
Inderdaad, „De Beer" is een streek
van rust en vrijheid. Wie van
Hoek van Holland met het veer-
bootje (eens per uur) is overgevaren en
de lange steiger is afgelopen, vindt
zichzelf opeens in een smal laantje
tussen de bomen. Slaat men rechtsaf,
dan belandt men in verboden gebied
langs de zee, maar wie rechtdoor loopt
en de goede straatweg bewandelt ziet
al binnen een kwartier het rode dak
van het kampbuis boven het groen
uitsteken.
Via een oprijlaan komt men bij de
keuken, die meestal belegerd wordt
door een dozijn kwieke eendjes. En
in de keuken zelf staat de heer H.
Diederik, de welgemutste Rotterdam
mer, die hier de schepter zwaait. Terwijl
hij 80 kilo aardappelen van de schil
ontdoet want zeventig hongerige
kinderen hebben fikse magen ver
telt hij van de vorderingen, die de
laatste maanden zijn gemaakt.
In Mei van dit jaar begon men im
mers pas met de grote schoonmaak in
het verwaarloosde pand. Vier mensen
waren veertien dagen in de weer om
althans het ergste vuil te verwijderen
en toen kon de metamorfose tot
kamphuis pas werkelijk beginnen.
Timmerlieden en metselaars kwamen
bij de vleet om muren en plafonds en
kozijnen op te knappen. Loodgieters
installeerden een enorme watertank,
plus negen toiletten en wasplaatsen
voor jongens en meisjes. In de grote
zalen kwamen tafels en stoelen, in de
kleinere werden bedden geplaatst,
KAMDHU15
DE BEER