r MEEMWAARS VAN EN TOCH 324 Uit het >,Mus" vertaald door Sebastiaan „Kind, ik weet geuoon niet wat ik hoor nou ik niks meer hoor", zei mijn vriendin Kwiekje Bef. Het is weer „aan" tussen ons sinds we samen poffer kruimels gepikt hebben Kwiekje woont boven een winkel op de Vest. Vlak onder het dak waar zij gemeubileerde pannen bewoont, heeft het Hoofd-van-Jut gestaan. en slaap dat ik tekort gekomen benIk zie nog alles groen." Nou ja, je moet er wat voor over hebben. We hebben anders wèl genoten tijdens de vacantie-week. Overal zijn we tussen en onder geweest: de gebakkraam, de nougat-lent, de ponnie-baanAlleen die neger-tentoonstelling in het museum, dat was echt griezeligVoor ik pitten ga laat ik Jan altijd eerst onder het nestje kijken of er soms geen maskers liggen. Ik ben as de dood geworden in het donker. Jan wou met alle geweld die tent binnen waar aan de buitenkant alle maal half-blote juffrouwen geschilderd waren. „Ik wil dat mens in het aqua rium zien" zei hij.... „Alléén maar om te weten of er ook goudvissen in die kom zwemmen," beweerde hij later. „Je houdt je fetsoen" sjilpte ik.... „Zo iets doe je niet as gehuwde mus!" Enfinhij hééft het gezien na tuurlijk. Maar toen ik hem naderhand vroeg: „En hoe uas het nou eigenlijk?' snauwde hij Verrek" .en nou weet ik het nog niet. Alles bij elkaar was het elf dagen lang „een fijne feestweek". Ik ben met frisse moed aan „de kleine uithaal" begonnen. Zo noemde mijn moeder vroeger altijd de September-schoonmaak Lekker de pluisjes luchten, de veertjes naar de stomerij en wat verse blaadjes op de vloer ging raken, tot ver over de grenzen, als de stad, waar Lidwina heeft geleefd. En wat het Frankeland betreft, deze kerk begon zich te ontwikkelen tot een speciale Lidwina-kerk. Nog in het jaar 1890 bouwde men een kapel om Lid- wina's relieken te bewaren. En als in 1926 Rotterdamse pelgrims weer voor het eerst sinds eeuwen in processie naar Schiedam komen de duizend pelgrims kwamen te voet vanaf de Hoge Bomen dan is daarmee weer een nieuw hoofdstuk begonnen; de kapel wordt het middelpunt van bede vaarten. Een zeer belangrijk jaar was 1931. Toen verleende Rome het zeld zame voorrecht om de titel der kerk te veranderen. Heette zij tot dan toe de kerk van O.L^Vrouw Visitatie, voortaan mocht zij zich noemen de kerk van Sint Lidwina. Zo zien we schrede voor schrede de ontwikkeling van het Frankeland tot Lidwina-heilig- dom tot stand komen, een ontwikke ling, die nog in volle gang is. Op de 10de April 1950 de Tweede Paasdag, arriveerde het nieuwe zilveren reliek schrijn, een kunstwerk van Charles Vos. Het stelt Lidwina voor, maar alle smart is afwezig; triomferend lacht zij over haar doorstane ellenden: voor haar is dit alles tot onvergankelijk ge luk geworden. En het eeuwfeestjaar 1953? Ook dit feest stond in het teken van Lidwina, zoals de duizenden, die in de week van 5 Juli de kerk bezoch ten, gemerkt zullen hebben. Zij hebben de ontwerpen van de tien ramen ge zien, en zich misschien verdiept in de geschiedenis van onze Schiedamse inystica, die, ofschoon zij nooit haar stad verlaten heeft, in betekenis is uit gerezen boven haar stad en haar land. En misschien hebben sommige der bezoekers ook stilgestaan bij de ge denktafel links aan de muur bij de sacristie, en de man herdacht, die tot dit alles de eerste stoot gegeven heeft. Laten we nog even tot hem terugkeren door de vertaling van de Latijnse inscriptie Ter eeuwige gedachtenis aan de zeer-geëerde en beminde Heer Paulus Jacobus van Leeuwen, Priester, die, in ijver voor Gods glorie ontstoken, gedurende acht en twintig jaren zich met volle toewijding gaf en al zijn zor gen wijdde aan het heil en het eeuwig welzijn van deze parochie van Maria Visitatie; hiervan was hij de eerste herder en bestuurder; op 2 Februari 1853 nam hij de zorg voor dit heilig dom op zich in deze openbare Vleeshal. H. P. H. GEURTS. „Zij die geloven, haasten niet". Naar deze oude wijze regel zal ook de Schiedamse Gemeenschap zich heb ben te richten, waar het de plannen betreft voor het Cultureel Centrum. Het is niet het eerste object in Schie dam, voor de verwezenlijking waar van gevochten moet worden tegen dom vooroordeel en apathie. Vier en twintig jaar geleden over wogen enkele stadgenoten plannen om iil Schiedam te komen tot een overdekte zweminrichting. Toen de plannen behoorlijk uitgewerkt waren, werd met de actie begonnen. Toen waren er óók Schiedammers, en onder hen autoriteiten, die geen geloof in de mogelijkheid van uit voering van het plan hadden. Zoiets kon immers toch niet in Schiedam!!! De plannen waren volgens deze zwartkijkers absoluut tot mislukking gedoemd. En de organisatoren konden niet anders dan grote fantasten zijn.... Maar zie, na vijf jaar propaganda en onvervaard doorzetten kon met de bouw van een overdekt bad worden begonnen. Nu al bijna negentien jaar vinden we het Sportfondsenbad aan de B.K.-Laan. Dus toch.... Met dit voorbeeld voor ogen mogen wij niet twijfelen aan de daad- en wilskracht van de vooruitstrevende bestuurders van de Schiedamse Ge meenschap om ook hun plannen voor een Cultureel Centrum tot verwezen lijking te brengen. J. B. WIJCHERS Wij zijn verheugd, dat onze oproep om in ieder nummer van ons blad iets vanuit de stedelijke gemeenschap te kunnen weergeven, waaruit blijkt dat het ideaal van de S.G.een eigen Schie damse schouwburg, onder de bevolking van onze stad nog steeds levendig is, zo spoedig weerklank heeft gevonden. Wie volgt het (goede) voorbeeld van de heer Wijchers en steekt ons in het November-nummer weer het hart onder de riem? - Redactie S.G.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 16