dc Svhoolsivaat (éso2-éoo7)
369
Na de Schoolstraat aan de Lange Haven
titie, met uitzondering van twee stroken grond, waarvan de
gemeente Schiedam het eigendom wenste in verband met de
ligging van een school naast het Huis van Bewaring.
In 1904 komt de Kantonrechter met het plan om het Kan
tongerecht naar een ander pand te verplaatsen. Het oude
bezwaar van de ligging in een uithoek van de stad wordt
weer naar voren gebracht, het plein voor het gebouw is wel
opgehoogd maar niet bestraat, bij regenval stroomt het water
van de straat in het gebouw en tenslotte de grote grief: er is
veel te weinig kantoorruimte. De Ambtenaar O.M. heeft zijn
intrek genomen in de vroegere getuigcnkamer en moet daar
nog met de ruimte woekeren. Er blijft voor het publiek niet
anders over dan te wachten in de gang en op de trap. Nog
meer voorzieningen waren getroffen, maar alles bij elkaar kon
men het ongerief er niet mee wegnemen.
Aanvankelijk was men over het voorstel van de Kanton
rechter niet erg enthousiast. Er werd nog geprobeerd een
gedeelte van het Huis van Bewaring in te richten als getuigen-
kamer en zelfs kwam de idee naar voren om de vroegere ge
vangenis af te breken en op de fundamenten hiervan een nieuwe
zittingszaal op te bouwen. Bij onderzoek bleek op deze wijze
echter geen deugdelijke constructie te verkrijgen.
Omgezien moest worden naar nieuwe huisvesting. Deze
kwam er door ruiling van het gebouw aan de Schoolstraat
tegen het pand Lange Haven 65. Nadat hiervoor op 15 De
cember 1906 het contract was getekend, werd in October 1907
met de inrichtingswerkzaamheden een aanvang gemaakt. Na
slechts een diensttijd van vijfenveertig jaar had het Kanton
gerecht aan de Schoolstraat voor goed afgedaan.
A. VREMEIJER
(Vervolg van pag. 364.)
De betonfundering rust op 68 palen, elk met 70 ton draag
vermogen en een lengte van 21 meter. De vloeren zijn van
gewapend beton, waarop een isolatievloer. In de klasselokalen
is deze nog eens voorzien van speciale tegels.
Het platte dak is afgedekt met een isolerende deklaag ter
dikte van vijf centimeter, waarover in twee lagen een bitu-
meuze dakbedekking met ingebrande grintlaag is aangebracht.
Alle lokalen en gangen hebben vrijdragende steenplafonds
ter isolatie van het geluid.
De plattegrond van de school is zodanig geprojecteerd,
dat de ligging van ingang, trappenhuis en gangen ten op
zichte van de lokalen een vlot komen en gaan van de rumoe
rige schare garandeert en „verkeersopstoppingen", de dage
lijkse ergernis van de onderwijzers, worden voorkomen. Er is
voor gewaakt dat in elk van de acht lokalen de lichtinval
overal gelijk en in ieder geval zo gunstig mogelijk is.
Wie het uiterlijk van de school wel wat rijker had willen
zien, moge bedenken dat bij de scholenbouw volgens bepaalde
landelijke voorschriften moet worden gewerkt. Dit betekent
dat met middelen en ruimte moet worden gewoekerd, zodat
voor enige opsmuk weinig of niets overblijft, wil men ten
minste het interieur tot zijn recht laten komen. En geen be
zoeker aan de school, die zal ontkennen dat men in dit laatste
geslaagd is.
Voorlopig hebben de kinderen in de G.L.O.-school achter de
tuee flats in Nieuwland nog een onbelemmerd uitzicht op de
polder, maar in de verte kunnen zij de nieuwe stad met de
dag zien groeien. Het enorme aantal scholieren, dat tegenwoordig
in de lokalen moet worden samengepakt, maakt de ruimte niet
al te groot, maar aan licht en lucht komen de leerlingen niets
te kort. Hoewel bestemd voor het openbaar onderwijs, zijn
voorlopig in de school ook een aantal klassen van het Prot.
Christ, onderwijs ondergebracht.