Toen fietsen no ff een sport nas
373
Soms gebeurt het dat wij, bij het rommelen in onze bureaula of het opruimen van
een doos met paperassen, plotseling een oude foto in handen krijgen, zo'n ouderwetse
kiek op dik carton geplakt. En hoe druk en gejaagd ons leven ook moge zijn, we vinden
toch altijd nog wel een paar minuten om zo'n document eens goed te bekijken....
Wij duiken onder in herinneringen aan die „goeie ouwe tijd".
Dat was dus onze fietsclub „Swift". Met jongensachtige bravour hadden wij een
optocht aangekondigd met versierde voertuigen. Later lazen wij in de plaatselijke
pers dat spijtige zinnetje: „Het bleken echter slechts enkele knapen geweest te zijn
op versierde fietsen...."
Die „enkele knapen" van 1908 zijn nu „mannen", gezeten burgers, met een buikje,
grijze haren of het begin van kaalhoofdigheid. Twee van hen hebben zitting in het
dagelijks bestuur van de Schiedamse Gemeenschap, een is gezagvoerder op de grote
vaart en een ander is bekend geworden door zijn deskundigheid inzake veilig
verkeer. Die gebolhoede mijnheer links moet onze Franse leraar de heer J. Bitter ge
weest zijn. Hij was het die de leerlingen van H.B.S. en gymnasium de liefde bijbracht
voor toneel. Die leerlingen stichtten op 11 November 1911 de toneelgroep U.D.,
ons allen bekend.
„Enkele knapen", schreef de teleurgestelde man van de krant.... „Knapen van
knapen", zeggen wij vandaag. Jongens met initiatief, met organisatie-talenten.
Swift is reeds lang ter ziele, maar U.D. en Schiedamse Gemeenschap zijn er dank zij
deze „knapen".
Waaruit men concluderen kan dat liet voor de plaatselijke pers soms heel moei
lijk is om alle toevallige gebeurtenissen op hun juiste waarde te schatten....
Maar kom, we bergen onze foto weer op. Wie weet hoe interessant de man hem
zal vinden die hem over vijftig jaar opnieuw uit een oude rommelkast naar voren haalt.
Van links naar rechts op de voorgrond: Jacques Hoek, Job Duyvendak, A. de Groot
(voorz.), H. A. M. Roelants (secr.), Jan den Baars, Piet Bubberman, W. A. Hoek,
Jan Berck, Cor Schaap en palfrenier. Links achteraan: Leraar J. Bitter en A. J.J.
de Groot. In de brik (van J. M. v. d. Schalkvan links naar rechts: Bé v. d. Schalk,
Nel Roelants, Tine Ris, Annie Bender, Toos de Groot (nog juist te zien), Molly
v. d. Schalk en Ina Cool. Op de bok koetsier Nico v. Enige.
Augustus met een expositie en een verlicht park de aandacht
zou vragen.
De bureaustaf werd uitgebreid en er werd een tocht ge
maakt naar het vogeleiland De Beer, waar mede dank zij
de S.G. een oud veldlazaret tot vacantiehuis was omgebouwd.
Een nieuw gesprek met christelijke groeperingen onzer be
volking op 20 Juli mag niet onvermeld blijven en op de avond
van de 31ste opende mr. M. J. M. van Kinderen, de wethouder
van Culturele Zaken, de expositie „Negerkunst" in het Mu
seum.
Augustus toonde zich direct Vacantiemaand met de opening
van het verlichte en versierde Julianapark door wethouder
H. Sabel en de uitzending van de eerste groepen kinderen naar
De Beer, dat alles op de eerste dag.
De Vacantieweek (van 20 tot 29 Augustus) trof wel erg
slecht weer, maar slaagde wederom en kreeg zelfs een ver-
lengstukje op 31 Augustus, toen men voor het laatst ter kermis
toog en in Nieuwland de vonken van het vuurwerk hoog en
ver opspatten.
September en October brachten weinig nieuws. Het Vacantie-
comité kaartte nog eens na over de feestelijkheden en het
was met diepe droefheid, dat ook namens de S.G. een bloem
stuk gelegd werd op de baar van Willem Hagers, de zo plotse
ling uit z'n drukke leven weggerukte journalist en trouwe
medewerker.
November gaf wat meer leven in de brouwerij. In het Stede
lijk Museum werd op de 6e een expositie geopend van meer
danjhonderd foto's, die amateurs van de diverse Vacantieweek-
evenementen hadden gemaakt en twee dagen later bood het
S.G.-kantoor een dak boven het hoofd van het gemeente
bestuur, dat aan de overkant van de straat een krans uit
Wandsworth bij het oorlogsmonument had gelegd.
Op 18 November bezocht de Koningin Schiedam, dat wil
zeggen, Zij werd aan de grens verwelkomd en reed door de
stad. Maar van een onvergetelijke feestdag kon niets komen,
want het was een werkbezoek aan Wilton-Fijenoord en de
vele plannen van een vroegtijdig verscheiden comité blijven
voorlopig in de kast
December, de maand waarin wij dit beknopte jaaroverzicht
te boek stellen, heeft naast Sinterklaas ook de droeve tijding
gebracht, dat de Kroon inzake de Schouwburgplannen voor
de Plantage afwijzend heeft beschikt.
Droef, zij het in mindere mate, was het afscheid dat de S.G.
van de Gerrit Verboonstraat moest nemen, toen het gebouw
in een nacht, naar een hoekje van de Plantage werd verrold,
waar het ook wel aardig staat, maar niet meer zo bijster gun
stig aan de drukste verkeersweg.
Twaalf maanden zijn weer voorbijgevlogen en in die tijd heeft
de vijfjarige S.G. méér gedaan dan hierboven vermeld kon worden.
Er was weer een zomeravond-jeugdrecreatie en men verdeelde de
Donderdagavonden in de Passage op zo eerlijk mogelijke wijze.
Er was dit orgaan, dat tienmaal tot in de puntjes verzorgd een
schakel vormde tussen hoofd en lichaam van deze instelling. Het
probleem van de jeugd werd in studie genomen en plannen voor
een doelmatig agenda-bureau werden op stapel gezet. Het
amateurtoneel kreeg beroepsregisseurs en subsidie werd verstrekt
aan andere culturele instellingen. Bij tal van gelegenheden werd
de band tussen S.G. en burgerij nauwer aangehaald en nu,
op weg naar het zesde jaar, nu kan de toekomst misschien niet on
bezorgd, maar wèl vol vertrouwen tegemoet gezien worden. Dit
aan het eind van 1953 te kunnen zeggen, moge als een groot
winstpunt worden bezien.
