Vorstelijk bezoek in 17
mmwwMmjmm
Koning Willem II in
Schiedam (1846)
OP 2 September 1757, toen de 75.000ste Schiedammer nog 206 jaar op zich zou
laten wachten, er van de werf Wilton-Fijenoord nog niets te bespeuren viel en de
grote admiraal Michiel de Ruyter z'n roem nog niet zo had zien waarderen dat er
een naamgeving aan een imposante kruiser op kon volgen, heeft onze stad toch ook reeds
de eer van een vorstelijk bezoek mogen genieten. Slechts twee uren verbleven de Prins-
Erfstadhouder Willem V, zijn moeder en zuster in Schiedam, maar er gebeurde voldoende
om er een uitvoerig verslag van in ons gemeente-archief achter te laten. Het geeft op soms
pikante wijze de sfeer van de Regententijd weer, terwijl we eruit kunnen lezen dat op het
gebied van de representatie Schiedam ook in die tijd „zeer tot onze spijtniet
veel te bieden had.
/"IP Vrydag den 2den September 1757,
syn alhier, omtrend des middags
ten twaalf uren, aangecomen zijn Hoog
heid de Heere Prins, Erfstadhouder,
haare Koninglijke Hoogheid de Vrouwe
Gouvernante, en Mevrouw de Princes
Carolina, met een aenzienlijk gevolg van
een groot gedeelte van Hoogstderzelver
Hofgezin.
Hooggemelde haare Hoogheden, waren
by haar aankomst gereden in een koets
tesamen, gevolgt door vier andere waer-
inne zaten de Freule van Wassenaer en
Mevrouw Soumaise, Staatsie-Dames van
Haare Koninklijke Hoogheid; De Heeren
Baron van Burmania, opper-Hofmeester;
Baron van Grovestein, Opperstalmees
ter, Bigot, Opperschenker, Baron van
Heyde en de Baron Voigt-van Eespe
camerheeren, van Welkintz Edelman, en
Lastcraz capitein van de Cent Suisses,
alsmede de Preceptor van Hooggemelde
Synne Hoogheid Joncourt.
't Vorstelijk gezelschap met dat gevolg
de Overschiesche Poort ingecomen zynde,
voegde zich voor de koets van Hoogge
melde Haare Hoogheden, van de voorn.
Poort af, tot aent Raedhuis als Majoor
van de Stad, Cornelis Kuyk, om den
train te leiden.
T\E Burgery op orde van Heeren
Burgemeesteren in de wapenen
verscheenen, was van buyten de gemelde
Poort af, omtrent 't Proveniershuys ge-
rangiert aen twee zyden langs de huysen,
in de Boterstraat tot aen 't Raedhuys,
rondom 't welke op de markt dezelve in
een cirkel geposteerd was, zijnde eenige
van de voornaamste en aenzienlijkste
borgeren, geplaatst by den opgang vant
voorn. Raedhuys.
Hooggemelde Haare Hoogheeden ge-
comen aent Raedhuys, werden aldaer op
de straat aan de trappen opgewagt en
gerecipieert, door de Heeren van Walwyk,
Vinck, en LeRoy, onderburgemeesteren
met en beneven den Secretaris Gordon,
zijnde bij gemelde Heeren gevoegd, een
van den Boden der Stad; De trappen
vant Stadhuys opgetreden zijnde, wer
den Hoogstdeselven boven by den In
gang gerecipieerd door de Heeren van
der Steyn, Regeerend- en Penning Oud-
burgemeesteren, zijnde Ingelijke by de
zelve Heeren een bode geplaatst; by
den opgang van den Vierschaer door de
Heeren van Basel Regerend- en Doom
Oudburgemeesteren, en aen den Ingang
van den kamer van Heeren Burgemees
teren Voogd, Bailluw en Schout, den
Heer President Burgerm. en Secretaris
Doom, zijnde aldaer mede een bode ge
plaatst; en stonden aan de eerste opgang
van de trappen vant Raedhuys de Die-
naers van de Justitie, aen beide zynde een,
elke met een Hellebaerd in de hand zyde
uyt de voorgevel van 't Raedhuys uyt-
gestoken een groote Princevlag.
TTET Vorstelijk geselschap een weynig
in burgemeesterenkamer vertoeft
hebbende, begaf zich eerst naer buyten
't Raedhuys opt bovensten bordes, en
van daer in de kamer van Heeren Wees-
meesteren, om de burgerye te zien defi-
leeren, 't welk in zeer goede ordre ge
schieden, betuigende 't hooggemelde ge
selschap daer over zeer voldaen te zijn,
alsmede over de Propre en Welgeschikte
Manschap.
Na 't besigtigen van de burgery be
gaven Hooggemelde Haare Hoogheeden
sig in de kamer van de vroedschap.
Daeraen een Tafel van 17 a 18 Personen
(waeraen de drie Armstoelen dienende
in de vergadering van de Vroedschap
van de regerende Heeren Burgemeesteren,
en voor hooggemelde Haare Hoogheeden
geschikt gesteld waaren) een Déjeuné van
allerhande gebak, Pasteyen en Fruyten
met al 't geene verder daertoebehoort,
V
Het eerste Koninklijke bezoek ontving
Schiedam op 31 Juli 1846, toen Simon
Rijnbende burgemeester van Schiedam teas.
Het was in de dagen dat Waterloo en
Quatre-Bras nog vers in het geheugen lagen.
Vandaar dan ook de vermelding van deze
namen op de grote ereboog, die voor het
stadhuis op de Grote Markt tras opgesteld.
Hoewel de bebouwing rond het stadhuis
sedert 1846 nogal eens wijzigingen heeft
ondergaan, herkent men ook nu nog heel
wat gevels. Rechts vooraan een deel van
het oude gebouw, dat tegenwoordig met
een heel wat minder fraai uiterlijk ge
deeld wordt door het Bureau Onderwijs en
een politiepost. Destijds fungeerde het als
wachthuis van de politie. Deze prent, aan
wezig in het gemeente-archief aan het Oude
Kerkhof, werd vervaardigd door de Schie
dammer N. Barnouw Czn.