Simon itijnhenfle HO «/circt* 378 Simon Rijnbendegeboren 28 Maart 1777Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leemt', lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland en burgemeester van Schiedamstaat aan het begin van de geschiedenis van de nu 160-jarige Schiedamse distilleerderij Simon Rijnbende N. V. Aanleiding om de nage dachtenis van deze ongetwijfeld energieke Schiedammer met een herdenkingsfeest te eren zou er reeds eerder zijn geweest bij het 125- en 150-jarig bestaanmaar tweemaal wist de oorlog zulks te verhinderen. Vandaar thans deze jubileumviering van een bedrijf dat alle 160 jaren doorbracht op dezelfde Schiedamse plek nl. aan de Noordvest. Tijdens een receptie en een feestavond voor het voltallige personeel is de vreugde over deze mijlpaal van de ver over de grenzen bekend geworden distilleerderij niet onder stoelen of banken gestoken. Zestien jaar was Simon Rijnbende, toen hij op 8 October 1793 een aandeel nam in de molen „De Noord", die ook nu nog aan de Noordvest is te vinden, en in het bezit kwam van een branderij, pakhuis, koetshuis en drie woonhuisjes aan het Groeneweegje. De minderjarigheid van de koper eiste de bemiddeling van derden. Het was Gozewijn Jan Lonq die de jonge Simon terzijde stond bij zijn transacties met Johannes Jacobus Froon. Uit een armelui's gezin was Simon Rijnbende zeker niet afkomstig, want met deze koop was een bedrag van één en twintig duizend gulden gemoeid, hetgeen in die dagen toch wel wat meer wilde zeggen dan tegenwoordig. De gunstige ligging, in het Schiedamse branderscentrum, in de nabijheid van vaarwater, moest toen ook al betaald worden. In het Schiedamse Jaarboekje van 1854 heeft onze stad genoot A. Maas een uitvoerige beschrijving gegeven van de Simon Rijnbende 17771853 v;k~\ - - "ft. man, die in het begin van de negentiende eeuw ongetwijfeld een grote stuwkracht in de stad was. In de aanhef van zijn artikel zegt de schrijver: „Wanneer meer dan gewone kracht van lighaam en geest gepaard aan rusteloóze werkzaamheid, aan beschaafde en innemende vormen, regtschapenheid, be langeloosheid en eerlijkheid aanspraak geven op achting en erkentenis, doen zij het in de ruimste mate, als hij, die zulke hoedanigheden bezat, ze gedurende een buitengewoon lang tijdvak grootendeels ten algemccnen nutte aanwendde, en zijn leven, in den vollen zin des woords, een openbaar leven was." Van overgrootvader Jan Rijnbende kunnen wij u niet meer vertellen dan dat hij omstreeks 1690 werd geboren. Diens zoon Simon was kapitein ter koopvaardij, een beroep dat ook kleinzoon Jan zou kiezen. Jan Rijnbende, vader van de jonge Simon zijn moeder was Antje Wuyster zag in 1779 in het gezicht van de Engelse Oorlog zijn schip vastgelegd in een Spaanse haven. Met de bemanning keerde hij over land naar de Republiek terug, om hier gecharterd te worden voor de vloot, die tegen de Engelsen deze zeelui maar al te best kon gebruiken. In 1783 tijdelijk ontslagen, keerde hij twee jaar later alweer bij de marine terug als bevelhebber op een schip van de Ad miraliteit op de Maas. Hier verschijnt voor het eerst zoon Simon in het verhaal. Reeds op negenjarige leeftijd werd deze aangesteld als cadet op het schip van zijn vader met wie hij daarna ook buiten landse reizen zou ondernemen. Aan boord van het fregat „De Oranjezaal" maakten vader en zoon een tocht naar Oost- Indië, waar het daar gestalionncerde vlooteskadcr van levens middelen en ammunitie moest worden voorzien. Na een kruis tocht tegen zeerovers bij Malakka en wisseling van schip keerden vader en zoon op 11 Juli 1789 in het vaderland terug. De zestienjarige Simon Rijnbende heeft de zee reeds voorgoed vaarwel gezegd als hij in 1793 de transacties doet, waardoor Schiedam aan een nieuw brandersbedrijf wordt geholpen. Achter hem staat zijn aanstaande schoonvader, Hermanus van Bol'es, met wie hij een handelshuis opricht. 't Was aan de vooravond van een roerige tijd, waar Simon Rijnbende zich blijkbaar nogal met beleid doorheen heeft ge werkt. Onder de Bataafse Republiek en het koningschap van Lodewijk Napoleon bekleedde Rijnbendc de functie van commandant der schutterij en werd hij geroepen op een voor aanstaande plaats bij de justitie. Na de inlijving bij Frankrijk behoorde hij tot degenen die door de Keizer als lid van de gemeenteraad werden aangewezen. Dat Rijnbendc ondanks al deze activiteiten toch ook na de omwenteling in 1813 een aanvaardbaar man bleef, blijkt wel uit de continuering van zijn openbare functies, waarvan die van plaatsvervangend vrederechter wel de belangrijkste was. In 1815 zou Simon Rijnbende als zodanig Bastiaan Cool opvolgen. In 1844, bij zijn benoeming als burgemeester, nam hij als Kantonrechter afscheid. Van de verdere activiteiten zijn te noemen: regent van het Blaauwhuis, kerkmeester van de Grote Kerk, lid en vice- president van de Kamer van Koophandel, regent van het St. Jacobf gasthuis, commandant van het corps vrijwillige rustbewaarders (1830-1839) en lid van de Provinciale Staten. Op 67-jarige leeftijd werd Simon Rijnbende geroepen tot het hoogste ambt in de stad. Zijn benoeming tot burgemeester was het sein tot feestvieren. Niet alleen zaten de aan zienlijkste inwoners aan bij een luisterrijke maaltijd, maar ook in de godshuizen, armenscholen en liefdadige instellingen heeft men kunnen smullen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1953 | | pagina 30