De Sehiedum Gemeenschap ruchtbaar overleef 401 ORGAAN VAN DE STICHTING „DE SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP' 5e JAARGANG No. 9, JANUARI 1954 De plannen voor het oprichten van een plaatselijke gemeenschap deden het ge meentebestuur van een stad in het cen trum van het land kortgeleden besluiten uit drie steden, waar het gemeenschaps- werk al enkele jaren in practijk wordt gebracht, vertegenwoordigers uit te nodi gen voor een bijeenkomst, waarin men iets zou kunnen laten horen over zijn ervaringen. Deze samenkomst heeft dezer dagen plaats gevonden. Drie mensen, ten nauwste bij het gemeenschapswerk in hun stad betrokken, vertegenwoordigende de rooms-katholieke, protestant-christelijke en buitenkerkelijke groepering, bespraken de arbeid ieder vanuit eigen standpunt. Het opmerkelijkste van deze bijeen komst was wel, dat men moest consta teren, dat bij eenzelfde uitgangspunt het realiseren van een werkelijke ge meenschap, waarin verschillen van in zicht geen beletsel voor samenwerking vormen er in de practijk toch niet altijd gelijke wegen worden bewandeld en dat er ook vaak uiteenlopende reacties loskomen. In dit geval waren het de ervaringen van Zaandam, Amersfoort en Schiedam, die aan elkaar getoetst werden, maar ook in groter verband zou men tot de con clusie zijn gekomen, dat iedere gemeen schap weer een ander gezicht laat zien. Tevens blijkt, dat de gemeenschapsidee vanuit de onderscheidene bevolkingsgroe pen soms verrassend verschillend bena derd wordt, zodat het voorkomt, dat heel het gereformeerde volksdeel in Schiedam zich van het begin af afzijdig heeft ge houden, terwijl men in Zaandam heel enthousiast meewerkt. Kortgeleden riep het Centraal Werk comité Vacantie afgevaardigden van de in ons land werkzame vacantiecomité's naar Utrecht. Veel onderwerpen kwamen aan de orde, waarvan o.i. als voornaamste mocht worden genoemd de idee om een steviger contactpunt te scheppen, waar door het mogelijk zou worden een basis te vinden van waaruit de samenwerking van de vacantie-comité's op het gebied van het practische werk kan plaats vinden. In aansluiting op de in Utrecht ge voerde besprekingen zal in de loop van Februari nogmaals een bijeenkomst plaats vinden, waarin wijde perspectieven kun nen worden geopend. Waar de gemeen schappen een grote gevarieerdheid laten zien, toont het werk van de vacantie comité's over het algemeen een grote gelijkvormigheid. Men heeft er te doen met veel passieve en betrekkelijk weinig en dan nog hoofdzakelijk op het ge bied van de jeugd liggende actieve recreatie. Tot dusver moet geconstateerd worden, dat op het gebied van de vacantie- ontspanning de mogelijkheden meestal gezocht worden in de sector van de eigen plaatselijke gemeenschap, het beroeps amusement, het beroepstoneel e.d., een gebied dat niet al te groot is en waardoor men aan herhalingen niet ontkomt. Het gevolg is, dat de programma's van de meeste vacantiecomité's dan ook een vast stramien laten zien, dat is afgestemd op de successen van de voorgaande jaren. Vooral bij de passieve recreatie voor de jeugd, waar de mogelijkheden wel het geringst zijn, valt dit op. Er moet natuurlijk afgewacht worden in hoeverre straks in Utrecht practische resultaten zullen worden geboekt. Het lijkt ons een zaak van eigenbelang, dat men deze kans op overleg niet voorbij laat gaan op grond van het feit, dat men zich alleen tot de plaatselijke gemeen schap richt. Het is deze gemeenschap immers, die straks de vruchten zal pluk ken van een nauw contact tussen alle instanties, die zich op het gebied van de plaatselijke vacantie-ontspanning be wegen. Welke mogelijkheden liggen er hier niet op het gebied van de uitwis seling van locale culturele uitingen! Wie heeft niet steeds weer in eigen kring aanschouwd hoe uit dc samenwerking van velen soms verrassende initiatieven geboren kunnen worden? Mocht Utrecht in dit opzicht een teleurstelling worden, dan zou het zeker nog aanbeveling verdienen om althans te pogen dc Gemeenschappen voor het gestelde doel: meer samenwerking op landelijk niveau, te winnen. Het kan toch al van belang zijn, dat men zich eens gaat bezinnen op wat de plaatselijke Gemeenschappen gezamenlijk aangaat, hoe men op deze punten tot een nauwere samenwerking kan komen en in welke richting het werk bewust dient te worden ontwikkeld. Waar de Gemeenschappen naar binnen verdraagzaamheid en overleg stimuleren, teneinde de nodige bindingen tot stand te brengen, daar dient naar buiten geen andere maatstaf te worden aangelegd waar het erom gaat contact op te nemen met gelijke organisaties elders. De soms sterk afwijkende facetten, die het Gemeen schapswerk in de verschillende plaatsen laat zien, sluiten een overkoepeling bij voorbaat uit, maar laten overleg zeker toe.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 5