HET GROEN IN ONZE STAD
HOE HET uiia.napa.rh
DE LENTE BEGROET
kWf
vyvf*.
De belangrijkste werkstof voor de tuin
architect is het plantenmatcriaal waarmee
hij tuin, park en plantsoen stoffeert. Met
dit levende materiaal, dat zich van jaar
tot jaar ontwikkelt totdat de volle was
dom is bereikt, tracht hij aan iedere
groenaanlcg een zo aantrekkelijk mogelijk
aspect te verlenen.
Bij de compositie, de samenstelling van
beplantingen, streeft de tuinarchitect er
naar om een schoon en harmonisch geheel
te scheppen, een compositie, die de be
schouwer gedurende het gehele jaar kan
bekoren. De natuur zelf komt de tuin
architect hierbij te hulp.
In het vroege voorjaar verheugt ons
het ontluiken van de gewassen. De natuur
ontwaakt uit haar winterslaap; bomen
en heesters ontdoen zich van hun winter-
kleed. De knoppen werpen de beschermen
de dckschubben af en het jonge groen
ontsluit zich. Alle gewassen maken zich
op om de Lente bij haar intrede op passen
de wijze te ontvangen. De eerste, tere
voorjaarstinten der uitbottende gewassen
en het in bloei komen van sommige
heesters en struiken maken tuin en park
in dit jaargetijde aantrekkelijk.
De zeer vroeg bloeiende bol- en knol
gewassen, zoals het Sneeuwklokje, met
zijn Zondagse naam Galantbus nivalis
sneeuwwit) geheten en de gele Winter-
aconict, de Eranthus hiemalis 's win
ters bloeiend) tonen hun bloemen, zodra
de sneeuw is verdwenen, weldra gevolgd
door die van crocus, hyacinth, tulp en
narcis. Voorts is er in de maanden April,
Mei en Juni een overvloed van bloeiende
struiken en bomen.
Gedurende de zomer is er het frisse
groen der gewassen, genuanceerd van
licht- tot donkergroen. Daarnaast maken
ook de vele bloemplanten, de eenjarige
en overblijvende gewassen en niet te ver
geten de rozen, tuin en park tot een
fleurige en geurende lusthof.
In de herfst, als de zomer ons heeft
verlaten en de natuur begint te verkillen,
is het alsof bomen en heesters zich hierbij
aanpassen, door het treffen van toebe
reidselen voor de komende winter-rust-