17
periode. Nog éénmaal echter zullen zij
zich doen gelden, zullen zij tuin en park
door de herfsttinten van hun bladeren in
vurig rood, geel, oranje en purper in
gloed zetten.
Dan komt de winter. Oppervlakkig ge
zien is alles dood en missen tuin en park
schijnbaar iedere aantrekkelijkheid. Doch
zelfs dan is er voor degene die het weet
op te merken, veel schoons te zien. Aller
eerst de groenblijvende en eventueel nog
vruchtdragende gewassen, doch let ook
eens op de bladerloze bomen en heesters.
Beschouw het fraaie lijnenspel van hun
takken en twijgen en merk op hoe mooi
hun harmonische bouw nu tot uiting
komt.
Zo voltrekt zich de cyclus van het
leven der planten.
Is er in het vroege voorjaar in het
Julianapark al iets in bloei? zal de lezer
zich misschien afvragen. Inderdaad is
dit het geval. In de eerste plaats vestigen
wij de aandacht op de zogenaamde Tover-
hazelaar. Dit is een interessant en typisch
gewas,, dat in volwassen toestand een
grote struik vormt. Reeds kort na de
bladval in het najaar ontluiken de bloe
men. Valt de winter in, dan rollen de
bloemen zich op, om zich weer te ontslui
ten, zodra de vorstperiode voorbij is.
Het meest bekend zijn de Japanse en
Chinese Toverhazelaars. Ieder bloempje
heeft vier korte, teruggeslagen kelk
blaadjes en vier lintvormige kroonblaad-
A Is het Julianapark uieer in volle tooi is.
jes en vier meeldraden. De bloempjes,
geel, lichtrood of lichtbruin getint al naar
de soort of variëteit, en waarvan er enige
bij elkaar zitten, maken een zeer typische
indruk. De wandelaar in het Julianapark
kan deze struik zien in de beplanting, die
tegen de heuvel om de rotonde is aange
bracht. (zie 1. op de schets van het Ju
lianapark.)
Struiken, die evenals de Toverhazclaar
reeds in het najaar bloeien en tijdens vorst
de bloei staken, om daarmee na de dooi
voort te gaan, zijn de Viburnum fragrans,
de welriekende Sneeuwbal (zie 2. op de
schets) en het Peperboompje, Daphne
mezereum, dat reeds in Februari met
purperrode bloemen bloeit, die in de na
zomer door helderrode bessen worden op
gevolgd (zie 3. op de schets).
Een andere struik, die evenals de reeds
eerder genoemde in het vroege voorjaar
op het naakte hout in bladerloze toe
stand dus bloeit, is de Cornus mas, de
gewone Kornoelje. Deze breed uitgroeien
de struik komt in ons land op sommige
plaatsen in het wild voor. In de winter
zijn de talrijke, ronde bloemknoppen
duidelijk zichtbaar, waaruit dan in Fe
bruari en Maart de kleine gele bloemen en
kort gestcelde schermpjes te voorschijn
komen.
De gewassen die in tuinen en parken
worden aangeplant zijn soms inheems,
zoals bijvoorbeeld de Els, de Beuk, de
Zomereik, de Haagbeuk, doch een groot
aantal heesters, bomen en coniferen zijn
afkomstig uit gebieden, buiten Europa
gelegen. Dit zijn de zogenaamde exoten.
Deze gewassen zijn door plantenzoekers
verzameld, naar Europa verscheept en
hier in cultuur gebracht. Tot deze ge
wassen behoort de uit Japan afkomstige
Magnolia kobus. In het Julianapark staat
een prachtig exemplaar van deze soort,
die zich in de loop der jaren tot een hoge
struik heeft ontwikkeld. Kort vóór of
gelijktijdig met de bladontwikkeling
bloeit de Magnolia kobus met een over
vloed van ongeveer 10 cm lange witte
bloemen. In volle bloei lijkt de
struik één groot wit bouquet, die het
park in het Zuidwestelijk gedeelte siert
(zie 4. op de schets).
Tot slot noemen we nog een zeer be
kende heester, namelijk het geelbloeiendc
Chinese klokje, de Forsythia, die vroeg
in het voorjaar volop bloeit. Behalve in
het Julianapark is de Forsythia in flinke
groepen in de plantsoenstrook langs de
Julianalaan aangeplant.
Het Chinese klokje wordt dikwijls ver
ward met de in het najaar reeds bloeiende
Jasminum nudiflorum, de naaktbloeiende
Jasmijn. Deze heester heeft lange, buig
zame, vierkante takken en evenals de
Forsythia klokvormige gele bloemen.
Deze heester wordt veelvuldig als klim
plant gebruikt en behoort, evenals de
reeds genoemde heesters, tot de gewassen
die het voorjaar inluiden.
J. J. SCHIPPER