37 wijze, waarop dc takken op de stam zijn ingeplant, of met andere woorden gezegd, wordt bepaald door de hoek die stam en takken vormen, waarbij ook de lengte der takken een rol speelt. Bij horizontaal uit dc stam groeiende takken ontstaat veelal een ronde kroonvorm, zoals bij de beuk en de eik. Tengevolge van een sterkere lengtegroei van de top ten opzichte van de zijtakken ontstaat de pyramidale kroon vorm, die we kennen bij de abeel. De zuilvorm ontstaat ten gevolge van het sterk naar boven gericht zijn van de takken; de inplantingshoek van de takken ten opzichte van de stam is in deze zeer klein. Als voorbeeld noemen wc de bekende Italiaanse populier. De hoofdingang van het Julianapark, met in het midden bet verdiept liggende gazon, wordt geflankeerd door twee rijen lindebomen. De linde behoort met de iep tot de bomen, die van oudsher in onze steden en dorpen werden aangeplant. In de oude stadskernen, op pleinen en langs grachten treffen we de linde veelvuldig aan, zoals bijvoorbeeld langs de oude grachten in Delft. De kroonvorm van de linde is zeer regel matig, breed pyramidaal; alleen zeer oude linden hebben een lossere kroonvorm. Gaande langs het meest westelijke wandelpad (zie pijl richting) zien we bij 1. een typische, zuilvormig groeiende boom staan. De Italiaanse populier, die recht omhoog torent, is algemeen bekend, dit is echter een tamelijk zeldzaam voorkomende houtsoort, namelijk de zuilvormig groeiende groene beuk. Het destijds in het Julianapark aangeplante exemplaar heeft zich in de loop der jaren tot een prachtige boom ontwikkeld. Voortgaande, staat er aan onze linkerhand, vrij in het gazon, een fors exemplaar van de zilverlinde (zie 2), een boom met aan de bovenzijde donkergroen blad, dat aan de onderzijde witviltig is behaard. De zilverlinde, die ook is aangeplant langs de Burg. Knappertlaan, is geen inheemse boom, doch uit Hongarije afkomstig en gewend aan het war mere continentale klimaat. Evenwel groeit deze boomsoort in onze streken zeer goed. Een boom, die wel inheems is, en die in vrijwel geheel Europa voorkomt, is de haagbeuk (zie 3). De haagbeuk bloeit met het uitkomen van de bladeren: de mannelijke katjes zijn 45 cm. lang, de vrouwelijke bloeiwijzen ontwikkelen zich op de uiteinden der scheuten, zijn groen en van een groen driedelig schutblad voorzien. We wandelen verder. Het zijn nu onze reukorganen, die de aandacht vestigen op een bijzondere boom, namelijk op een boom uit de groep van de balsempopulieren. Deze tot een grote boom uitgegroeide populier (zie 4), de Populus trichocarpa, is een West Amerikaanse houtsoort, die het in ons vochtige klimaat, getuige zijn goede groei, best naar zijn zin heeft. De knoppen van deze boom, die kleverig zijn, scheiden een typische balsemgeur af, die reeds op enige af stand zeer goed is waar te nemen. De balsempopulier is niet de enige uitheemse boom. eldra wordt onze aandacht gevraagd door een berk (zie 5) met prachtig grijs-witte schors, een berk, die veel forser is dan de bekende witte berkebomen (zie 6 en foto links), die we ook op de Veluwe in groten getale aantreffen. Deze berk, de Betula costata, heeft een voor een berk tamelijk dikke stam en stevige takken. Het land van oorsprong is Oost- Azië, Korea en Mandsjoerije. Bij het bruggetje over de vijver staat een boom (7), met

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 13