65
p&s 69. En dit is Koos Janse, geen familie
van die voetballer hoor. Hij kletst je de
oren van de kop!"
Ik schud de handen van ,,'t jonge broe
kie" en de man, die nog geen woord heeft
gesproken. Ze hebben allebei wel geluis
terd en haken nu vlot aan bij wat Hers-
bach al gezegd heeft.
,,'t Is hier fijn, meneer, voor mensen zoals
wij. Wc trekken alle drie van Drecs en dan
ga je niet elke dag naar de wintersport,
nietwaar? Maar dat hoeft ook niet. Der
is hier aan het Hoofd altijd wat te zien.
Soms komt hier zo'n boot met touristen
langs.
„Een Spidoboot?"
„Krek. Nou, die mensen kunnen voor
minder geld net zo goed hier gaan zitten
als ze deze stenen bankies voor lief nemen.
De rivier is nerges mooier. Wat jij Koos?"
Koos Janse, ook al sterk van leeftijd,
schudt van ja. „Straks zal het hier wel
veel drukker worden....", zegt hij zacht.
„Laat ze maar genieten!"
Tja, de nieuwe Maasboulevard, daar
moeten we 't toch ook even over hebben.
„Kijk eens hier," zegt Hersbach en hij
wijst in de richting van wijlen het Sterre-
bos. „Nou ligt daar een lap grond, waar
niemand wat aan heeft. Bij de Wilton
villa heb je natuurlijk ook een fijn uitzicht,
maar als er nou een nette boulevard tussen
hier en daar komt, wordt 't helemaal ide
aal."
„U vindt dus niet, dat alles bij het oude
moet blijven?"
„Wis en donders nee. Laat de mensen I
maar flink genieten, laat ze maar wande-
len en rijden langs de Maas, hoe meer hoe
beter, 't Is toch zeker een zegen dat er
nog een klein brokkie natuur is overgeble
ven. Vooral hier bij de Gorzen, nou ze het I
Sterrebos en het halve Volkspark ook al
hebben verkocht aan 't bedrijfsleven....
Wat jij Koos?" Koos Janse stemt er vol
ledig mee in.
„Ze zeggen, dat er aan het eind van die i
Maasboulevard een groot restaurant komt",
zegt Piet de Lange peinzend. „Dat vind ik I
nou wel weer jammer voor de rust, maar
'k snap best dat de mensen, vooral van
buiten de stad, netjes willen zitten om een
slokkic te drinken en een stukkie te eten.
En weet je wie 't ook fijn krijgen? De
mensen, die straks komen te wonen in de
nieuwe flats bij de Havcndijk. Als 'k nog
jong was en 'k had kinderen thuis, dan
zou 'k daar best willen wonen. Sjonge, je
kijkt zo van je kamer op de Maas!"
Het Hoofd, de rivier en de nieuwe Maas- I
boulevard.... dat zijn drie zaken, die
liet leven vullen van drie bejaarde mannen
en talloze andere mensen dezer stad Schie- I
dam. „Een klein brokkie natuur", zoals
Hersbach het uitdrukte, en „een zegen
dat het is overgebleven". Mogen velen er
nog vaak van genieten en de waarheid i
van die simpele woorden naar waarde weten
te schatten!
W. 0. DUYS.
HOLLANDS SCHOt I» SPEL
'k Stond bij de Maas, die van ebbe stroomde,
toen een tjalk uit de haven voer.
De schippersvrouw hield goed het roer,
wijl de schipper in de boorden boomde.
Stil ontvluchtte ze de binnen-engten,
verlokkend-uijd lag de rivier.
Hun dochter draaide met de lier
zeil in top aan slag en gaffel-lengten.
Vredig gleed ze met gevierde schoten.
Een hondje kefte op de roef.
Aan lije-kant en te loef
groene oevers om haar heen gesloten.
Nautc'lijks merkbaar droegen haar de kolken
van het stromend watervlak
,onder het trieste hemel-dak
van laaggehangen grijze wolken.
'n Stage bries deed haar snel verder drijven
Met bolle zeilen aan de mast
k Genoot dit schouwspel stil, verrast:
Dit beeld zal altijd Hollands blijven
COR. DON
Vervolg van pag. 63
raarste sprongen kon laten maken, wat
voor de batsman de grootste moeilijkheden
met zich bracht. Er werd dan ook maar
op los geranseld en daardoor werd het tip
and runspel veelal beoefend. Dit tip and
runspel bestond daaruit dat de batsman
na de slag steeds naar een paaltje, dat op
10 meter van het wicket aan de offkant
werd geplaatst, heen en weer moest lopen
en zorgen in zijn crease te zijn om niet
gestumpt te worden. Van het rustig tegen
houden van de bal was natuurlijk geen
sprake, want de bal werd dan geraakt en
de weg heen en terug van paaltje tot wicket
kon niet volbracht worden. Natuurlijk
was gebowled een directe dood voor de
batsman en gevangen eveneens.
Met dit spel kreeg men wel een goed oog
op de bal, maar alleen flinke klappen moes
ten worden gegeven om niet het bat aan
de opvolger over te geven. Van zorgvuldig
batten kwam niets terecht, al werd dit
natuurlijk ook wel beoefend met het oog op
de enkele wedstrijden die we per seizoen
speelden.
Dit over terrein en spel.
Wat de kleding betreft, bestond het
costuum uit een rood en wit gestreept tricot
met dito pet en een witte broek. Vooral
dit tricot deed erg denken aan de alom
bekende Sing-Sing. Een clubgebouw om
van diverse kledingstukken te verwisselen
bestond niet, maar we vonden een onder
dak bij de sportieve familie den Baars,
die in een der 2 flinke huizen woonde tegen
over ons terrein aan de mlaan. Wc moch
ten in de gang van dit gebouw onze kist
met materiaal zetten en tevens die gang
als kleedkamer gebruiken.
Primitiever kon het dus niet zijn, en er
werd dan ook na enkele jaren besloten een
grote kist aan te schaffen, en die op het ter
rein te plaatsen, waarbij bet opstaande
deksel dan zou dienen om (daarachter
staand) hen die van kleding wilden ver
anderen, voor de blikken van nieuwsgierige
wandelaars op de Damlaan te vrijwaren.
Dat de familie den Baars het volle uitzicht
op een en ander zou hgbbcn, was zeker een
bezwaar, maar daarin wilde die sportieve
familie zich wel schikken.
Jarenlang is die kist ons dienstbaar ge
weest, totdat ook aan die toestand een einde
kwam, doordat een portiershuisje van een
van de oprichters van Hermes, de heer
v. d. Schalk werd toegezegd en we door
dat gebouw(?) naar het veld te verplaatsen,
een clublokaal van ik meen 3 bij 3 meter
rijk werden, en daarin het materiaal bene
vens afgedankte broeken en schoenen een
plaats vond. Zo nu en dan moest het wel
eens uitgemest worden, maar we zaten ten
minste bij slecht weer droog, al was er
dan ook geen wasgelegenheid. Maar voor
water was daar de familie Offerman die
ons hielp als het broodnodig was.
Een tcrrcinknecht was niet aanwezig.
Dat kon niet bij een ontvangst van nog
geen f 200,per jaar, zodat de Zaterdag
dikwijls een zware dag was, om het terrein
door gebruik van zeis en een tuinmaaima-
chientje een beetje behoorlijk aanzien te
geven.
Wat de afdeling voetbal betreft, was
het al precies hetzelfde. Goalpalcn opzetten
en ballen oppompen was naast het hante
ren van een kalkapparaat het gewone werk
alvorens een wedstrijd kon worden ge
speeld.
En toch denk ik met groot pleizier aan die
tijd, toen we om zo te zeggen zelf ons potje
moesten koken. Er was een kameraadschap
die tot in lengte van jaren gehandhaafd
is gebleven en waar denkt men als oudere
liever aan dan aan zijn jongelingsjaren, die
in jolijt werden doorgebracht. Met de
vooruitgang door de intrede van het voet-
balgebeuren heeft dat oude primitieve ge
doe moeten wijken, alhoewel het zo echt
jongens-gezellig was.