„Schiedam Vooruit" (1900-1910) Een goede herinnering 84 „Stil, zeer stil is de omgeving. Het is alsof het schoeisel is uitgetrokken, dat mijlen ver zaagsel is gestrooid, dat zelfs stoomboten en schepen met het eigen aardige leven, dat zij meebrengen, zich dat bewust, andere havens, andere wateren zijn gaan bevarenHet is de stilte van de noodlottige berusting, het is de stilte die de energie zo mogelijk vóór de geboorte stikken doet, de stilte die afmat.... Die stilte maakt ziek. Zieker dan de ziekte. Het is een stilte die uitput, zwaarmoedig en onverschillig doet worden voor alles wat kan opheffen en versterken. „Maakt industrie en handel bekend. Wat Schiedam is en geven kan, door woord en geschrift, door kaarten en brochures, door circulaires en advertenties, door platte grond en lijst van te koop of te huur staande gebouwen en terreinen. Het is niet genoeg, dat wij Schiedammers dit weten, deze wetenschap moet naar buiten. In dustrie en handel zoeken steeds naar ge legenheid hun vleugels verder uit te slaan." Aldus gaf de heer Louis L. van Emden op 29 Maart 1900 in een ingezonden stuk in de „Schied. Crt." op poëtische wijze de economische toestand in Schiedam weer, en het gebrek aan doorzicht en daadkracht. Hij volstond echter niet met een klacht en een opwekking, doch pakte zelf energiek aan. Allen, die met hem Schiedam uit de misère wilden helpen, riep hij op, daartoe een vereniging te vormen. Dat inderdaad de heer v. Emden met zijn schildering van het Schiedam rond de eeuwwisseling niet overdreven had, vinden wij bevestigd, zij het dan minder poëtisch en meer zakelijk uitgedrukt, in de verslagen van de Kamer van Koophandel uit die jaren. Ook wordt daarin met klem gewezen op de noodzaak met spoed de bakens te verzetten; zich niet langer vast te bijten in de zich in steeds neergaande lijn bewe gende hoofdtak der Schied. nijverheid, het brandersbedrijf En de „Schied. Crt." schreef in het begin van het jaar 1900: „Het oude vergaat zonder dat het nieuwe, althans in voldoende mate, verrijst.Het brandersbedrijf achten wij verlorenwij veroordelen het ver derfelijk optimisme nog op betere tijden voor onze plaatselijke industrie te hopen. De oude bestaansbronnen verdedigen en helpen waar het algemeen belang dit mo gelijk en nodig maakt; maar daarnevens bovenal de vestiging van nieuwe bronnen van inkomsten begunstigen dat moet het streven zijn van ieder die Schiedam lief heeft het verval onzer stad is een dreigement voor ieder...." In korte trekken heb ik getracht hier mede de achtergrond te schetsen waartegen de Vereniging „Schiedam Vooruit" uit die jaren moet worden gezien en gewaardeerd. In antwoord n.l. op bovenstaande oproep werd korte tijd daarna op een bijeenkomst van belangstellenden een commissie ge vormd ter verdere voorbereiding voor een in die geest op te richten vereniging. Kennelijk werkte reeds in dit begin stadium dit streven stimulerend op anderen, want spoedig daarna werd een winkeliers vereniging opgericht. Genoemde commissie nu richtte zich per circulaire tot „onze medeburgers". Hoe algemeen de opzet was gedacht, blijkt uit het feit, dat o.a. werklieden lid konden worden tegen een bijdrage van minstens f 0,50 per jaar. Het doel der vereniging werd, met de naderhand aangebrachte aanvullingen, in de Statuten aldus geformuleerd: bevordering der bestaande indus trieën; de bestaansvoorwaarden voor de handels- en nijverheidsondernemingen te verbeteren en te bevorderen; de ves tiging in de gemeente van zulke onder nemingen en van gegoede personen; het alom bekend maken van de goede gelegenheid die Schiedam biedt voor zulke ondernemingen; de stichting van een inlichtingenkantoor; de bevoor deling van alle Schiedamsc onder nemingen door de gemeentenaren te be vorderen. Op 4 Mei 1900 dan vond in de geheel bezette grote zaal van Musis" de eigenlijke oprichtingsvergadering plaats van de Ver eniging „Schiedam Vooruit" met 'n leden tal van 70 personen. Het kantoor werd gevestigd aan het Emmaplein 32. In 'n volgende vergadering het leden tal was inmiddels gestegen tot 472 werd een bestuur gekozen bestaande uit de heren M. C. M. de Groot (voorz.), T. E. J. Kra mers, Arn. Zoetmulder, D. L. Ingelse en Louis L. van Emden. In latere jaren ont moeten wij bij wisselingen in het bestuur nog andere bekende namen als: P. Loopuyt, W. A. Beukers A.Jzn., D. H. Ris E.Hzn., A. Gouka, G. W. van Bergen Walraven, P. Slavenburg. Uit 56 sollicitanten werd daarop de heer Loef de Meyer uit Rotterdam tot directeur benoemd. Inmiddels was aan de Gemeenteraad voor de e.v. 3 jaren een jaarlijkse subsidie gevraagd van f 1300,Het toenmalige college van B. en W. plaatste bij zijn advies om voorlopig voor een jaar de subsidie te verlenen de opmerking, dat het liever had gezien dat de vereniging eerst iets had gepresteerd. Waarop ter Raadszitting de heer De Groot antwoordde, dat de ver eniging geen daden kon verrichten alvorens de subsidie zou zijn toegekend. Zij kan niet klein beginnen, doch moet kloek voor de dag komen, zei hij. Met grote meerder heid van stemmen, hetgeen ook in de vol gende jaren het geval zou zijn, verleende de Raad de subsidie. Verhouding tot gemeentebestuur In dit korte bestek is het natuurlijk ondoenlijk de ontwikkeling van de ver eniging op de voet te volgen. Op de vraag naar de resultaten verwijs ik allereerst naar de jaarverslagen. Die zijn jaarlijks gepu bliceerd en aan de Raad overgelegd. En gezien het feit, dat de Raad telken jarc weer met beduidende meerderheid, enige jaren zelfs tegen een afwijzend advies van B. en W. in, subsidie verleende, mag men m.i. aan die jaarverslagen vertrouwen schenken. Bovendien werd reeds in het jaaroverzicht over 1900 van de Kamer van Koophandel hulde gebracht aan de activi teit der vereniging en op haar grote be tekenis gewezen. Uit de genoemde verslagen nu blijkt, dat zich in de loop van enige jaren na 1900 enige tientallen -zij het dan kleinere industrieën, aangetrokken door de vereni ging, in Schiedam hadden gevestigd en zij in de vestiging van andere een min of meer groot aandeel had gehad. Direct door de vereniging aangetrokken werden reeds in die eerste jaren: een kui perij en fustkoperij, glocikousjesfabrick, drijfrieinenfabrick, aether- en csscncefa- briek, pianohandel, rijwiclfabriek, meubel fabriek, sigarenfabriek. En naderhand nog een zakkenfabrick en houtwarenfabriek. Een plaatsingsbureau voor arbeidskrach ten werd opgericht; voor verlaging van schut- en havengelden werd krachtig actie gevoerd. Aan het slot van het jaarverslag over 1902 meende de directeur dan ook te kunnen concluderen, dat .niet te ont kennen valt, dat men de toestand in het algemeen met veel meer vertrouwen inziet en dat zeker wel voor een belangrijk deel aan de morele invloed onzer vereniging mag worden toegeschreven Zeer belangrijk ook is geweest haar ern stig streven voor de bouw van meerdere en betere arbeiderswoningen. Uit haar midden werd een commissie benoemd voor onderzoek naar de woningbehoefte. Deze bracht rapport uit, waarna door de ver eniging werd besloten een openbare ver gadering te doen beleggen door de com missie over het onderwerp: „Bouw van arbeiderswoningen", zulks met het doel te geraken tot oprichting van een woning bouwvereniging. Uit die actie is daarop in 1903 de zo belangrijke vereniging „Volks huisvesting" ontstaan. Vervolg op pag. 87)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 12