Schiedamse
Gemeenschap
II IJ U It I S 1 T E
vJ
Ihif/rlijl.-s bestuur:
Bestuursraad:
Redactie-commissie:
Illustratie»:
luboutl:
.1 dvertenties:
78
Bureau: PlantageSchiedam, tel. 68043
Ere-voorzitter: Mr. J. W. Peek, burge
meester van Schiedam.
M. Holl, voorzitter; Edw. den Hoed,
secretaris; A. de Groot, penningmeester;
K. J. Heijboer, A. L. J. Kunze, F. A. de
Wolff, Mr. H. A. M. Roelants, leden.
N. J. J. van Baarle, B. v. d. Berg, G. W.
van Bergen Walraven, J. T. M. Bertels,
A. S. H. A. Blaisse, M. den Boer-Bijl,
C. Brunt, Ir. W. E. Hoek, Drs. K. W.
van Houten, L. Kamp, C. Landsbergen,
E. A. Leenderts, mej. A. E. D. Noorde-
graaf, W. C. Oranje, D. Schwagermann,
A. M. Sunderman, B. Yiiwent, H. M. W.
Westerlaken.
M. Holl, P. Groenendaal en H. Visser
Aan dit nummer werkten mee:
B. Kedde, Mr. Ir. M. M. van Praag,
J. J. Schipper, W. F. Schoei, L. W.
Schmidt, Ben Vincent en H. Visser.
Jan van der Hoeven, Plantsoenendienst,
Firma Muys De Winter, L. W. Schmidt,
Verzameling W. F. Schoei en Chr. Brcur.
Gemeenschap en gemeenschap77
Buurvisite 78
Ons bevrijdingsmonument 79
Een ander Schiedam, Nieuwland 80
Een stadswijk in het groen82
„Schiedam Vooruit" (19001910) 84
Ja, dat was toen 85
Jeugd vol jolijt 85
Dit.dat.en nog wat86
En we kijken naar de rivier 86
Meemwaars Wietje Kwetter87
A bon tt ent en ten
f 3,per jaar of f 0,35 per nummer,
voor buiten Schiedam f 3,25 (giro 549934
t.n.v. De Schiedamse Gemeenschap).
Kon. Ned. Boekdrukkerij H. A. M.
Roelants, Lange Haven 141, Schiedam,
tel. 69300.
Schiedam en Rotterdam zijn buren. Wie van de ene stad naar de andere
gaat, bespeurt nauwelijks, dat hij een grens overschrijdt. Zij zijn aan elkaar
gegroeid. Maar 't gaat net als met de buren in ons persoonlijk leven: wij weten
van elkander zo bitter weinig.
Schiedam heeft ten opzichte van een bepaald aspect van het stedelijk leven
dit verzuim hersteld. Toen het gemeentebestuur van Schiedam enkele bestuurs
leden van de afdeling Rotterdam van de K.N.V.B. (waar Schiedam onder
ressorteert) wilde tonen, welke plannen in Schiedam leven ten aanzien van
de openluchtrecreatie in het algemeen en de aanleg van sportvelden in het
bijzonder, heeft dat gemeentebestuur de hoffelijkheid gehad, te veronderstellen
dat ook de Rotterdamse Baad voor de Lichamelijke Opvoeding belangstelling
voor deze zaken zou hebben.
In het stemmig Raadhuis troffen wij aan de Wethouder van Financiën en
Sportzaken (dat schijnt daar wel een zeer geslaagde combinatie te zijn), mr. van
Bochove, de gemeentelijke tuinarchitect, de heer Schipper, en de ambtenaar voor
de lichamelijke opvoeding, de heer Bronneman. De heer Schipper heeft ons,
daarbij geassisteerd door de beide andere genoemden, aan de hand van kaarten
en maquettes een uitvoerige uiteenzetting gegeven van de zee van plannen,
die men in Schiedam heeft, waarna wij langs die delen der Schiedamse gemeente
werden gevoerd, waar deze plannen verwezenlijkt zullen worden en voor een
deel al tot realiteit gekomen zijn. Om maar met de deur in huis te vallen, wij
zijn die middag wel heel sterk onder de indruk gekomen van wat onze Wester-
burcil aan initiatieven op stapel hebben staan en van wat zij reeds hebben
gewrocht.
Een Maasboulevard, die practisch gereed is en een magnifiek uitzicht op
de rivier biedt, speelweiden, open speeltuinen, nieuwe sportveldcncomplexen,
grote complexen volkstuinen, een prachtig zwembad, dat bijna f 2.000.000,
gaat kosten, stadsuitbreidingen die zich kenmerken door openheid, wijdheid
en veel groen, kinderspeelplaatsen tussen de huizenblokken en complexen
schoolwerktuinen, ja, wat niet al. Schiedam, dat nu al trots kan zijn op wat
het reeds heeft bereikt, heeft op het terrein van de recreatie een grote toekomst,
die mede mogelijk wordt, nu de industrialisatie een groot deel van de bestaande
ruimten gaat opslokken. De recreatiemogelijkheden moeten nu elders worden
geschapen en men buit de kans, om dat nu te doen volgens de nieuwe inzichten
en met een frisse aanpak, tot het laatste procent uit.
Men heeft niet nagelaten ons gegevens te verstrekken, waarbij wij als Rot
terdammers zijn gaan blozen en wij een gevoel van jaloersheid nauwelijks
konden onderdrukken. Nu reeds heeft Schiedam een 9 m2 per inwoner aan sport
en speelruimte, straks zal dat groeien tot 13 m2. Als men alles mederekent,
ook de ruimte voor de passieve recreatie, zal Schiedam straks de beschikking
hebben over 40 m2 per inwoner. Wijs ons de stad, die dit Schiedam kan na
zeggen. Het is om te watertanden.
Het snel-groeiende Schiedam, dat nu bijna 80.000 inwoners heeft, heeft
zich die middag aan ons gepresenteerd als een fel levende, hardwerkende stad,
die fris en vaardig en energiek wordt bestuurd en waar het gemeentebestuur
een open oog heeft voor de behartiging der recreatieve belangen van de burgerij.
Wij weten wel, dat 'n stad van ruim 700.000 inwoners niet vergeleken kan wor
den met het verhoudingsgewijs niet te grote Schiedam. Bij ons in Rotterdam
liggen de problemen anders en gecompliceerder, ook wat onoverzichtelijker
en minder duidelijk. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht, hier te getuigen
van onze bewpndering voor het Schiedamse beleid, dat op het gebied van de
recreatie wordt gevoerd en dat getuigt van een grote mate van culturele en
sociale bewogenheid.
Zou straks, misschien zo rondom 1960, Schiedam het congres van de Lan
delijke Contactraad niet eens kunnen ontvangen? Dat lijkt ons geen onaan
vaardbare gedachte. Eén ding staat voor ons vast: de congressisten zullen zich
de ogen uitkijken.
Bijgaand artikel troffen tcij aan in het Juni-nummer van het Orgaan van de
Baad voor Lichamelijke Opvoeding te Rotterdam. Het geeft de indrukken weer van
een Rotterdams bezoek aan de Schiedamse recreatiegebieden. Wie zou over dit
aspect van onze stadsuitbreiding beter kunnen oordelen dan een groep deskundige
buitenstaandersDat het oordeel zo vleiend voor Schiedam is, mag niet alleen
verheugend zijn voor allen, die zich in onze stad op dit terrein verdienstelijk maken,
maar kan alle Schiedammers tot tevredenheid stemmen.)