Schiedam geeft geheimen prijs tnawi Pio-udt th nay a-eet achteA) 102 In zijn tweede rapport in de reeks socio grafische geschriften der gemeente Schie dam heeft drs. J. II. Diederich zich bezig gehouden met de structuur van de bevol king, nu en in de toekomst, 't Is een interessant boekwerkje geworden, waarin ook de leek aan de hand van tekst en grafieken een uitstekende indruk wordt gegeven van het hoe en waarom in deze materie. Van 1869 tot 1952 steeg het aantal inwoners van Schiedam met 28,8%, waarbij moet worden geconstateerd dat de grote stijging door de industriële ontwikkeling eerst ra 1910 doorzette. Per km2 telde men in 1953 hier ten gemiddelde van 4193,9 inwoner, waarmee Schiedam over het algemeen t.c.v. andere steden een redelijk figuur slaat. Vtor c'e Tweede Wereldoorlog was de tce tand hetl wat ongunstiger. Ketbel en f paland was nog niet geanne xeerd en met 7692,1 inwoner per km2 ging Schiedam in Nederland, wat bevolkings dichtheid betreft, aan de kop. Sprekende over de mogelijkheden van verdere stadsontwikkeling, n erkt drs. Diederich o.a. op: „De geografische situatie van het grondgebied Schiedam is evenwel voor de stedelijke ontwikkeling allesbehalve ideaal te noemen. De stadsuitleg zal zich vrij eenzijdig in Noordelijke richting moeten voltrekken en wel steeds verder weg van de concentratie van de grote industrie langs de haven en de Nieuwe Maas. Deze ruimtelijke uitbreiding gaat dus in een richting, waar door dc kern van de gemeente steeds meer uit het centrum van de bebouwde kom komt te liggen. Voorts zullen dc spoorlijn SchiedamHoek von Holland en oo_k de odeiv. art de nauwe woonwijken af zijdig houden van de eigenlijke stad. De grote buur Rotterdam, direct ten Oosten van de oude stad, zal zijn aan trekkingskracht als plaats met werk- mogelijkkelen, doch ook ter bevrediging van behoeften van materiële en van cultu rele aard en vermaak op de bewoners van Schiedam blijven uitoefenen. Eerst wanneer h t maatschappelijke en culturele leven te t chiedam een eigen en i.an de wensen en behoeften der bewoners tegemoetkomend karakter heeft weten te krijgen, zal deze aantrekkingskracht van Rotterdam zich wijzigen in een functie van aanvulling in die facetten, waarin een stad van een orde van grootte tls Schiedam nooit zelfstandig zou kunnen voorzien." Veel kleuters Wie in 1899 dc leeftijdsopbouw van de Schi.damse bevolking grafisch voorstelde, kon nog tot een pyramide-vorm geraken. In 1950 was dit beeld veranderd in een stolp met een uitlopende basislijn. De geboortefrequentie is in de jaren 19451950 in Schiedam aanmerkelijk hoger geweest dan in geheel Nederland. Het gevolg is een aantal leerplichtige kleuters, dat ook weer omvangrijker is dan normaal en dus extra voorzieningen op het gebied van de scholenbouw noodzakelijk maakt. In deze gemeente, waar op 1011 vrouwen precies 1000 mannen worden geteld, blijkt de trouwlustighcid gedurende de afgelopen 50 jaren relatief iets lager te zijn geweest dan bij de totale bevolking van Nederland. Na 1945 is de huwelijksfrequentie in Schiedam echter boven die van het Rijk gestegen. In 1899 telde de gemeente, aldus drs. Diederich, nog 4376 mannen en 4371 vrouwen, die gehuwd waren. In 1947 werden 15324 gehuwde mannen en 15345 gehuwde vrouwen geteld. Hiermee is een eerste aanwijiing gevonden omtrent de behoefte aan huisvesting. Schiedam telde in 1947 nl. 16.224 woningen en totaal 18.604 huishoudingen, waarvan 93,92% met ge huwde mannen en vrouwen als gezinshoofd. Buiten beschouwing zijn dan nog gebleven de huishoudingen, gevormd door vol wassen ongehuwden, weduwen en weduw- naren. Het t/ezin in tie brumlhtfi De kern van onze samenleving is het gezin, waarvan de structuur bepalend is voor tal van factoren in dit bestel. Schiedam heeft omstreeks 1900 een bevolkingsstructuur gehad, die vandaag zelfs niet meer bij de kleinste plattelands gemeente valt waar te nemen. Het aantal grote gezinnen is sedertdien sterk achteruit gegaan. Hier is volgens het rapport een sociaal proces gaande, waarvan volgens vele deskundigen het laagste punt in kwantita- tiel® opzicht nog allerminst bereikt is. De Schiedamse bevolking is in de laatste halve eeuw met 157% toegenomen. De groepen gehuwden evenwel met 350%, dus met meer dan het dubbele. broeiende onkerkelijkheid Zoals in geheel Nederland heeft zich ook in Schiedam sedert 1900 een grote structu rele wijziging van de bevolking volgens de godsdienstige opvattingen voltrokken. De toeneming van de onkerkelijkheid springt hierbij het meeste in het oog. In 1899 gaf 1,29% van de totale bevol king van Nederland op, dat het niet tot een kerkgenootschap wenste te worden ge rekend. In Schiedam was dit cijfer toen aanmerkelijk lager, nl. 0,3%. Bij de jongste volkstelling in 1947 waren de cijfers ge stegen tot 17% voor het Rijk en 21% (22,8% mannen en 19,2% vrouwen) voor de gemeente Schiedam. In de rij van Nederlandse gemeenten boven de 50.000 inwoners staat Schiedam 18e stad van Nederland wat de onkerkelijkheid betreft, op dc 13e plaats. Amsterdam komt met 45,2% op de hoogste en Tilburg met 1,1% op de laatste plaats. Voor Rotterdam en Vlaardingen zijn de cijfers voor de onkerkelijkheid resp. 31,1 en 14,4%. De grote toeneming der onkerkelijk heid voltrok zich hier in dc jaren '20-'30, toen de bevolking in totaal met 30% groeide, maar de groep onkerkelijken met niet minder dan 555%in omvang toenam. Bij de volkstelling in 1899 gaf bijna 2/3 deel van de bevolking te kennen Protestant te zijn, voor het merendeel rechtzinnig Her vormd. In 1947 was deze groep tot iets meer dan 1/3 deel teruggelopen. De Gereformeerde Kerk zag het aandee dalen van 7,85% tot 6,45%. Het percentage Katholieken daalde van 39,3 tot 32,95%, d.i. dus met 1/5 deel. Drs. Diederich merkt hierbij echter op dat deze relatieve achter uitgang reeds in 1930 tot stilstand kwam, zodat in de loop van de laatste twintig Verdeling der stemmen over de 0 grote partijen in de gemeente Schiedam na 194.» Verkiezing K.V.P. P. v. d. A. A.R. C.H.U. V.V.D. C.P.N. Raad 1946 27,51 31,32 9,67 12,58 4,87 12,26 lie Kamer 1948 25,87 34,44 11,14 10,32 7,61 7,12 Raad 1949 27,3 33,9 11,33 15,00 6,00 6,5 Pr. St. 1950 26,3 34,3 11,00 12,00 5,2 6,5 lie Kamer 1952 24,00 37,6 9,3 9,8 7,4 5,9 Raad 1953 26,4 38,3 10,3 12,1 6,9 4,7 Verdeling der stemmen over de grote partijen in de gemeente Schiedam voor 1940 Verkiezing K.V.P. S.D.A.P. A.R. C.H.U. L.V.D. V.B. C.P.N. Andere Raad 1935 25,13 27,75 10,51 13,16 1,54 7,32 5,32 9,27 11e Kamer 1937 25,39 28,37 16,01 10,88 3,47 4,24 4,01 1 7,63 Raad 1939 26,73 27,85 11,93 15,86 1,08 1,16 5,22 110,17

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 10