no
(Vervolg van pag. 107)
als met getcld-bestudcerde pasjes; hunne
hoofden stijf-schuin overzij; hunne gezich
ten als mechanisch-beglimlacht, als zij de
heel kleine broertjes en zusjes opmerkten,
die bedremmeld, aan het spel ongewoon,
hun' weeke handjes toevertrouwend aan de
grootere, hardere handen, en zij voelden
de kleine zacht-kussenige handjes als iets
liefs-broos-innigs te bcstreelen, de kleine
kindertjes begrepen soms de pret niet, maar
de grootere keken dan hen aan, knikten, en
bemoedigden als moeders doen met tintel-
vreugdige oogen en lach-beglommen ge
zichten op feestjes, omdat de kinderen zoo
erg veel pret hebben. Jongens, die slenter
den, vonden zoo ineens een kameraad, pak
ten mekaar beet in een lol van ontmoetings-
jool, strengelden armen om armen, dansten
met gezwaai van clown-jolige gezichten,
uitslaand huppel-slungelig stakerige pijpe-
stelcn van beenen, hun' gezichten met erge-
zot-vertrokken grijnskreuken en mondlach-
sperring almaar recht over elkaar; ten
laatste trok de een den ander omver en
vielen zij lachend over elkander. Andere
jongens joegen om de muzikanten in een
telkens snellere razernij van galop, hoog-op;
kniehoekend-been op, been recht op de
straat, volgden de jongens achter mekaar
en keerden weer de hoofden achter-over,
ernstig als bij een taak, als in verrukkings-
roes van dweep-spanning. Een lange rij
groote meisjes hosten aan, maakten een
voorbij trekkend alarm van lach-uitbundig-
heid, hosten, hosten, duwend achter elkaar,
hossjokkerden baldadig, patsend hun' voe
ten maar in den hos-draffenden overmoed,
botsten tegen een jongen, die haast van de
sokken struikelde, en uit zijn' luisterdrooin
ontwaakt, netelig nog net op de been bleef,
naar hen sloeg maar te laat, nijdassig wat
schold tegen een paar, die lachend nog even
omkeken, maar dan weer meegetrokken
werden in de hos-vaart. Meisjes-paren
walsten, zooals zij het van volwassenen
hadden afgezien. Een stoep was afgezoomd
met eene lange rij kindertjes, knusjes in
mekaar gezeten, alsof zij erg ingepakt waren
in kleeren; ze waren heel gedwee en luiste
rend-zoet, als kindertjes op Sint Nicolaas
in vreezende zwijgzaamheid, uitziend naar
de komst van Sinterklaas. Op een breed
kozijn, buiten in een romp van een vroege-
ren molen, dansten drie meisjes, bleven al
door dansen op dezelfde plaats, hielden den
jurkzoom gestrekt tusschen beide handen,
zoodat de beenen zichtbaar werden tot
boven de knie, in de wijdte van hoepelrok-
zooms-gewijze spreiding der jurkjes; éen
deed er als een café-chantant-actricetje,
effende vlak-uit in lippen-klemming haar
breed mondje tot een toeschouwers-aan-
vricndelijkende glimlach-streep, onder op-
geplooide wangetjes aan beide zijden van
een heel klein stompneusje, de wangetjes
als in zon boven de schaduwachtige vlak
heid van het gesloten dunlippig breed
mondje en welving-loos kinnetje. Vrouwen
beurden zuigelingen boven schouders van
die voor hen stonden, wieg-heupten mee
met de maat, onder de hun gehoor vroolij-
kende bekitteling der muziek.
(Vervolg van pag. 108)
PH-TAS als vreemde vogel boven een
kraal vol verschrikte inboorlingen, die de
braadpan al boven het vuur hebben gezet!
Een andere passagier heeft op de vol
gende pagina de suggestie gedaan voor een
nieuw stewardess-uniform. Hij tekende zo'n
KLM-ster in badpak, maar de censuur heeft
daar een strook overheen geplakt met de
woorden: „afgekeurd voor publicatie"!
Geen geld en galgeninaal
Van 10 tot 12 Mei 1953 vloog de „Schie
dam" van Salisbury via Brazzaville naar
Londen kennelijk een hete tocht. Want
twee Britse passagiers hebben zichzelf uit
getekend als platzakke reizigers met het
bijschrift:
„Maybe if we pooled our cash, we could
share an orange crush". (Als we botje bij
botje deden, konden we een glaasje sinaas
appelsap delen).
Negen dagen na aankomst in Londen
vertrok de „Schiedam" naar Sydney en nu
tekende een artistieke reiziger het vlieg
tuig als Bolskruik, waarbij de propeller
door een kurketrekker werd voorgesteld.
In drie dagen tijd, van 2 tot 5 Juni 1953,
werd de Hollandse Missie uit Djakarta door
de PH-TAS naar huis gevlogen en tijdens
die reis heeft iemand het volgende vers
in het gastenboek geschreven:
„De laatste trip van Rome naar Amsterdam
zo mooi als 'n reis maar wezen kan....
bracht ons een heerlijke koude dis,
het galgenmaal, dat is gewis...!".
Bij die „koude dis" zal wel op z'n „Schie
dams" gedronken zijn, want een andere
passagier heeft niets anders geschreven dan:
„De Schiedam in de olie
Emigranten aan boord
Van 9 tot 17 Juni 1953 was er opnieuw
een emigrantenreis, ditmaal van Schiphol
naar Melbourne. Kennelijk was er toen een
grote schare jeugdige passagiers, want er
werd een tekenwedstrijd voor de jeugd uit
geschreven, waarvan men de resultaten in
het gastenboek kan bewonderen. De 14-
jarige Hans Nyhuis won de ere-prijs en zijn
broer Gerard de eerste prijs. Zij tekenden
bergen en rivieren in prachtige kleuren en
schreven er bij: „Oost-West. Australië-
best!"
Ook de ouderen lieten zich tijdens die
reis niet onbetuigd, integendeel. „Fijne
reis, Piet, alles voor z'n roodkoperen klari
net" schreef een hunner. En zelfs de dich
ters onder de emigranten lieten hun rijm-
aderen vloeien:
„Wij gingen met een zucht.... naar
boven in de lucht!" Kennelijk iemand, die
Louis Davids in z'n beginperiode hoorde.
Origineler is de uitspraak: „Hoe het ook
mocht zijn, met de PH-TAS ging het fijn".
Een Engelse passagier zei het nog sim
peler: „Thank you one and all, for a very
enjoyable journey. Sorry to part." Maar
dat was alweer bij een volgende reis, op
24 Juni 1953.
In Juni werd er wellicht niet met de TAS
gevlogen, in het gastenboek kwam men
althans niet verder. Maar van 3 tot 11 Au
gustus was er weer een emigrantenvlucht
naar Nieuw Zeeland en de zoveelste vlie
gende dichter schreef geïnspireerd: „De
KLM vloog ons leken naar verre vreemde
streken."
„Schiedam" vliegt voort
En zo vindt men op elke bladzijde van
dit merkwaardige en unieke boek de hand
schriften en tekeningen van vele reizigers,
die het voorbeeld van Prins Bcrnhard volg
den en comfortabel naar hun bestemming
werden vervoerd. De Gebroeders Wijsmul
ler N.V. charterde het toestel diverse malen,
er waren Chinezen en Arabieren aan boord,
wier dankbetuigingen wij niet konden ont
cijferen en de ene emigratievlucht volgde
op de andere. Ten slotte lazen wij de una
nieme wens van vijf handelaren (in schoen
poets, leesten, kanaries, cocosmatten en
jenever). De laatste handelaar doet kenne
lijk niet in een stedelijk product van Schie
dam, want hij schrijft: „Ik heb trek in een
oudewelk merk, naar wij menen, in
de Prinsenstad gebrouwen wordt.
Het gastenboek van de PH-TAS is nog
lang niet vol. Wij hebben het terug
gegeven aan de KLM en wellicht wordt erop
dit moment alweer in geschreven en gedicht
door reizigers boven de Sahara, de Indische
Oceaan of de Afrikaanse jungle. Want de
„Schiedam" vliegt verder en we mogen er
trots op zijn, dat deze ranke vogel de naam
onzer stad letterlijk en figuurlijk hooghoudt
tot ver buiten de stadsgrenzen.
W. O. DUYS.
II 1.1 l>K YOOKI'I.A AT
Schiedam is een typische industrie
stadschrijft Drs. Diederich in zijn
rapport over de bevolkingsstructuur.
Dit geldt echter allerminst voor het
Kethelse deel van de gemeente, tcaar
de landelijkheid nog hoogtij viert.
Vooral als de zomer in het land is,
krijgt de dorpssfeer een bijzondere
bekoring voor de stedeling, die hier
zo dicht bij huis de rust kan vinden,
welke even verderop meestal wordt
ontbeerd.j