PODIUM-FESTIJN Het is allemaal vlot verlopen met de Plan tage-Parade 1954. Van de acht geprojecteerde avondvoorstellingen hebben er zeven bij rede lijke weersgesteldheid in de open lucht door gang kunnen vinden en die ene regenavond kon tijdig de wijk worden genomen naar Arcade. met 1G505 bezoekers 127 Natuurlijk is de kille temperatuur van invloed geweest op de belangstelling. Typerend is b.v. het feit, dat slechts1124 betalende bezoekers van Sonia Gaskells Ballet-Reci talgenoten, terwijl er in 1953 bij het Ballet der Lage Landen meer dan 2000 dansminnaars naar het amphitheater stroom den - het was toen een windstille stralende zomeravond Maar ondanks al die slechte barometer- en thermometerstanden heeft men toch in totaal 10505 betalende bezoekers geboekt. Daarvan konden er tijdens die regenavond helaas niet meer dan 508 in Arcade geborgen worden en aldus komt men tot het ronde getal 10.000 over de resterende zeven avonden. En wie zou een gemiddeld bezoekcijfer van bijna 1500 als „slecht" durven kwalificeren?? Niettemin, men meet het succes van een serie culturele voorstellingen niet louter in cijfers en guldens en graden. Het zorgen voor afgestampt volle tribunes is immers nimmer primair gesteld bij de opzet dezer jaarlijkse Plantage-Parades. Ware dat zo, het aantal bonte avonden zou simpelweg verdubbeld worden en het Rott. Phil. Orkest zou bij voorbaat uit het programma geweerd worden, omdat het geen betoog behoeft dat met het geven van klassieke concerten beslist niet tegemoet gekomen wordt aan de smaak van wat men het grote publiek pleegt te noemen. Veeleer is het een kenmerkend SG-ideaal om gedurende de Vacantiefeesten het unieke concertpodium tot centrum te maken van een serie zoveel mogelijk gevari eerde avondvoorstellingen, met program ma's die in hun genre het beste van het beste zijn en waarnaar elke burger tegen betaling van een luttel bedrag kan gaan kijken of horen. Men zal moeten toegeven, dat zodoende niet de weg van de minste weerstand wordt gekozen, maar belangrijker dan het middel is de vraag, of op deze wijze het doel wordt bereikt. Anders gezegd, of nu inderdaad aangetoond kan worden dat Schiedam op cultureel gebied in breedte en diepte zich gunstig ontwikkelt. Het antwoord op deze vraag kan o.i. voor het merendeel bevestigend luiden. Er liggen nu drie Plantage-Parades achter ons en aan de hand van de resultaten zijn wel degelijk enige conclusies te trekken. In de eerste plaats is ten overvloede bewezen dat de bonte programma's (zowel van beroeps- als amateurartisten) in populariteit niet te overtreffen zijn. De bezoekcijfers van dit jaar waren resp. 2701 en 2500 en steken dus met kop en schouders uit boven alle andere getallen. Belangrijker is echter het opnieuw ge leverde bewijs van de aantrekkingskracht van balletavondcn. Een jaar of vier geleden, toen een Rotterdams dansgrocpje op het „Harp-gezicht" op het Melropole-orkest Broersvest-podmm optrad, werd daar door enkele honderden liefhebbers naar gekeken. Het eerste optreden van het Ballet der Lage Landen trok al direct 1000 mensen naar de Plantage, zodat besloten werd deze groep in 1953 opnieuw naar Schiedam te halen. De opkomst was zo mogelijk nog groter. En was het niet zo'n kille, vochtige, winderige avond geweest, we zijn er van overtuigd dat Sonia Gaskells groep voor een uitverkochte „zaal" gedanst zou hebben. Natuurlijk profiteert Schiedam van de landelijk stijgende belangstelling voor dans kunst, maar het blijkt toch wel duidelijk hoezeer de balletavondcn in de fcestweken plaatselijk tot interesse en begrip hebben bijgedragen. Feitelijk was de Gaskellavond een soort proef op de som anders kunnen wij de komst, het blijven zitten en het dankbaar applaudisseren van 1124 ver kleumde kijkers niet verklaren. Deze Plantage-Parade heeft nog méér winst opgeleverd: er waren 769 kaartjes- kopenden voor het concert van het Rott. Phil. Orkest. In de wijde auditorium- ruimte leek deze groep gering, maar men kan er toch nog altijd het Passagetheater vrijwel mee vullen! Louter doorgewinterde concertgangers, zegt U? Als dit zo was, dan zou Toonkunst Schiedam minder zorgen hebben, want de concerten dezer instelling worden vaak genoeg met minder luisteraars gezegend. Nee, er is ook op dit gebied wel enige „doorbraak" te constateren, temeer omdat het muzikale menu beslist geen „kasstukken" of „paradepaardjes" ver meldde, als daar zijn bijv. de piano-concer ten van Grieg en Tsjaikowsky. Er is tenslotte ook winst geboekt ten aanzien van de traditionele amateur-avond. In voorgaande jaren hadden deze avonden het karakter van dans- en gymnastiekde- monstraties, met meestal als enige variatie de muziek van een of ander gerenommeerd (Vervolg op pag. 131)'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1954 | | pagina 11